De rol van een huisarts in één woord omschrijven? Dat lukt al lang niet meer. We zijn niet alleen dokter, maar zorgen ook voor psychologische bijstand, advies, communicatie en administratie. COVID-19 heeft dat takenpakket nog wat verder uitgebreid en vooral de papieren overlast weegt erg zwaar door. Uiteindelijk is iedere administratieve taak er eentje te veel, die tijd kunnen we beter investeren in onze patiënten. Digitalisering, dat heeft zeker oplossingen te bieden.

Meneer Doktoor is altijd een soort vertrouwenspersoon geweest. Iemand waarbij mensen niet alleen met kwaaltjes, maar ook met andere problemen mogen aankloppen. Jammer genoeg hebben we steeds minder tijd om een luisterend oor te bieden of om chronische patiënten optimaal op te volgen. Dit was de voorbije jaren al een probleem, tot COVID-19 uitbrak en drie belangrijke pijnpunten blootlegde.

Covid-19 benadrukt dat uniforme digitale systemen ook voor huisartsen nu broodnodig zijn

Het virus dropte plots een hele resem extra taken op ons bord: mensen doorverwijzen voor een coronatest, uitleggen waarom het belangrijk is dat iemand in quarantaine gaat, personen verwittigen waarmee de patiënt in contact is geweest, documenten invullen voor de werkgever van patiënten, ... Het zijn allemaal tijdrovende zaken die we naar ons toe moesten trekken, onder andere omdat we niet voldoende op contact tracers kunnen rekenen.

Ondertussen merken we ook dat veel patiënten nood hebben aan psychologische ondersteuning. Zo veel mensen zitten al maanden eenzaam op een klein appartementje. Ouders moeten zich in duizend bochten wringen om thuiswerk te combineren met het opvangen van hun kleine kinderen. Velen van hen hebben de middelen niet om toegepaste hulp te vragen. Ook dat zijn dingen waar we als huisartsen dus mee bezig moeten zijn, maar de voorbije maanden was het erg lastig om hier tijd voor te vinden.

Dat we in een politiek complex land als België wonen, maakt het er niet beter op. Dit jaar hebben we opnieuw pijnlijk vastgesteld dat onze overheid in z'n huidige vorm niet werkt. Er zijn zoveel organen, dat we onmogelijk direct weten bij wie we moeten zijn.

Daarnaast zien we dat zowat iedere sector zijn eigen documenten heeft: het onderwijs, de politie, overheidsinstellingen, ... Daardoor krijgen we tot onze frustratie achteraf vaak te horen dat patiënten niet over de juiste medische attesten beschikken. Dat is zeker niet de schuld van de patiënt, maar van ons ingewikkelde systeem.

Als arts zien we dagelijks dat patiënten niet goed zijn geïnformeerd. Vlamingen, Walen, jongeren, senioren, migranten, ... We moeten al deze mensen bereiken. We mogen er echt niet van uitgaan dat iedereen 's avonds naar De Afspraak of Het Journaal kijkt.

Covid-19 is gewoonweg een accelerator die de grootste pijnpunten heeft versterkt. Wij als huisartsen kunnen hier zeker ondersteuning bieden, maar dan moeten we onze tijd wel beter besteden - lees: minder bezig zijn met administratie voor vanalles en nog wat

Het inzetten van meer grondpersoneel is hier de oplossing. We moeten immers veel meer op lokaal niveau optreden. Dus ga niet vanuit Brussel bellen naar ieder boerengat in Vlaanderen, maar schakel mensen in die de lokale cultuur kennen en voor een empathische aanpak kunnen zorgen. Die communicatie zal ook vlotter verlopen van zodra er meer eenduidige maatregelen genomen worden.

Op dit moment halen we nog steeds de kaasschaaf boven met stapsgewijs nieuwe maatregelen, en niemand die er nog aan uit kan. We missen het lef om krachtdadige beslissingen te nemen die een korte maar krachtige schok creëert, de enige manier waarop we dit virus rake klappen kunnen toedienen.

Al deze problemen zitten al jaren onder de radar, covid-19 is gewoonweg een accelerator die de grootste pijnpunten heeft versterkt. Wij als huisartsen kunnen hier zeker ondersteuning bieden, maar dan moeten we onze tijd wel beter besteden - lees: minder bezig zijn met administratie voor vanalles en nog wat.

We verwachten absoluut niet dat overheidsinstanties ons opleggen met welke systemen we moeten werken, want dat liep het in het verleden al spaak. Wél kunnen ze er op z'n minst voor zorgen dat we voor elk statuut een zelfde attest en proces hebben

Vergelijk ons gerust met een kleine organisatie. Zoals je weet zijn die de voorbije maanden veel efficiënter gaan werken uit pure noodzaak. Verschillende bestaande uitdagingen werden zeer acuut prioriteit om het hoofd boven water te kunnen houden, met vaak een toevlucht tot digitale transformatie.

Ook voor ons als huisarts heeft technologie veel te bieden, maar in die voorbije maanden was en is er natuurlijk geen tijd om hiermee bezig te zijn. We hebben sinds het begin van de eerste golf nog geen seconde stil kunnen staan.

COVID-19 benadrukt dat uniforme digitale systemen ook voor huisartsen nu broodnodig zijn. Maar dat kunnen we niet alleen. De overheid heeft hier alvast haar rol in door iedereen op één lijn te brengen, duidelijk te communiceren en met snelheid te investeren in wat echt impact heeft op de zorgsector.

We verwachten absoluut niet dat overheidsinstanties ons opleggen met welke systemen we moeten werken, want dat liep het in het verleden al spaak. Wél kunnen ze er op z'n minst voor zorgen dat we voor elk statuut een zelfde attest en proces hebben.

De huidige subsidies helpen al een handje met het elektronisch voorschrift, een uniform voorschrift dat de communicatie met de apotheker bevordert. Trek deze lijn door en geef ook uniformiteit aan het ziekteattest, ongevalaangifte, bekwaamheidsattest, noem maar op. En als we het helemaal goed willen doen, moeten deze subsidies tot aan de specialisten geraken. Zodat de elektronische revolutie zich ook bij hen kan voortzetten.

Huisartsen, apotheken, ziekteverzekeringen, ... Wanneer al onze instanties digitaal kunnen samenwerken, zal alles gegarandeerd veel minder lang aanmodderen

Huisartsen, apotheken, ziekteverzekeringen, ... Wanneer al onze instanties digitaal kunnen samenwerken, zal alles gegarandeerd veel minder lang aanmodderen. We moeten er ook rekening mee houden dat een vaccin niet het eindpunt van COVID-19 betekent. Vandaag kijken we bijna uitsluitend naar de sterftecijfers. Mensen worden virusvrij verklaard, maar kampen vaak nog met neurologische problemen of hartschade. Deze secundaire schade zullen we nog makkelijk twee tot drie decennia voelen.

Gelukkig zien we intussen enkele hoopgevende signalen dat onze nieuwe regering de kar probeert te keren. Onze kersverse minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, geeft in elk geval de indruk dat hij de stem van artsen en zorgverleners heeft gehoord. Ook al moet hij nog steeds eerst met negen andere ministers overleggen, laten we hopen dat de neuzen in ons verdeelde landje snel in dezelfde richting draaien. Meneer Doktoor zal dankbaar zijn!

De rol van een huisarts in één woord omschrijven? Dat lukt al lang niet meer. We zijn niet alleen dokter, maar zorgen ook voor psychologische bijstand, advies, communicatie en administratie. COVID-19 heeft dat takenpakket nog wat verder uitgebreid en vooral de papieren overlast weegt erg zwaar door. Uiteindelijk is iedere administratieve taak er eentje te veel, die tijd kunnen we beter investeren in onze patiënten. Digitalisering, dat heeft zeker oplossingen te bieden.Meneer Doktoor is altijd een soort vertrouwenspersoon geweest. Iemand waarbij mensen niet alleen met kwaaltjes, maar ook met andere problemen mogen aankloppen. Jammer genoeg hebben we steeds minder tijd om een luisterend oor te bieden of om chronische patiënten optimaal op te volgen. Dit was de voorbije jaren al een probleem, tot COVID-19 uitbrak en drie belangrijke pijnpunten blootlegde.Het virus dropte plots een hele resem extra taken op ons bord: mensen doorverwijzen voor een coronatest, uitleggen waarom het belangrijk is dat iemand in quarantaine gaat, personen verwittigen waarmee de patiënt in contact is geweest, documenten invullen voor de werkgever van patiënten, ... Het zijn allemaal tijdrovende zaken die we naar ons toe moesten trekken, onder andere omdat we niet voldoende op contact tracers kunnen rekenen.Ondertussen merken we ook dat veel patiënten nood hebben aan psychologische ondersteuning. Zo veel mensen zitten al maanden eenzaam op een klein appartementje. Ouders moeten zich in duizend bochten wringen om thuiswerk te combineren met het opvangen van hun kleine kinderen. Velen van hen hebben de middelen niet om toegepaste hulp te vragen. Ook dat zijn dingen waar we als huisartsen dus mee bezig moeten zijn, maar de voorbije maanden was het erg lastig om hier tijd voor te vinden.Dat we in een politiek complex land als België wonen, maakt het er niet beter op. Dit jaar hebben we opnieuw pijnlijk vastgesteld dat onze overheid in z'n huidige vorm niet werkt. Er zijn zoveel organen, dat we onmogelijk direct weten bij wie we moeten zijn. Daarnaast zien we dat zowat iedere sector zijn eigen documenten heeft: het onderwijs, de politie, overheidsinstellingen, ... Daardoor krijgen we tot onze frustratie achteraf vaak te horen dat patiënten niet over de juiste medische attesten beschikken. Dat is zeker niet de schuld van de patiënt, maar van ons ingewikkelde systeem.Als arts zien we dagelijks dat patiënten niet goed zijn geïnformeerd. Vlamingen, Walen, jongeren, senioren, migranten, ... We moeten al deze mensen bereiken. We mogen er echt niet van uitgaan dat iedereen 's avonds naar De Afspraak of Het Journaal kijkt. Het inzetten van meer grondpersoneel is hier de oplossing. We moeten immers veel meer op lokaal niveau optreden. Dus ga niet vanuit Brussel bellen naar ieder boerengat in Vlaanderen, maar schakel mensen in die de lokale cultuur kennen en voor een empathische aanpak kunnen zorgen. Die communicatie zal ook vlotter verlopen van zodra er meer eenduidige maatregelen genomen worden.Op dit moment halen we nog steeds de kaasschaaf boven met stapsgewijs nieuwe maatregelen, en niemand die er nog aan uit kan. We missen het lef om krachtdadige beslissingen te nemen die een korte maar krachtige schok creëert, de enige manier waarop we dit virus rake klappen kunnen toedienen. Al deze problemen zitten al jaren onder de radar, covid-19 is gewoonweg een accelerator die de grootste pijnpunten heeft versterkt. Wij als huisartsen kunnen hier zeker ondersteuning bieden, maar dan moeten we onze tijd wel beter besteden - lees: minder bezig zijn met administratie voor vanalles en nog wat.Vergelijk ons gerust met een kleine organisatie. Zoals je weet zijn die de voorbije maanden veel efficiënter gaan werken uit pure noodzaak. Verschillende bestaande uitdagingen werden zeer acuut prioriteit om het hoofd boven water te kunnen houden, met vaak een toevlucht tot digitale transformatie. Ook voor ons als huisarts heeft technologie veel te bieden, maar in die voorbije maanden was en is er natuurlijk geen tijd om hiermee bezig te zijn. We hebben sinds het begin van de eerste golf nog geen seconde stil kunnen staan.COVID-19 benadrukt dat uniforme digitale systemen ook voor huisartsen nu broodnodig zijn. Maar dat kunnen we niet alleen. De overheid heeft hier alvast haar rol in door iedereen op één lijn te brengen, duidelijk te communiceren en met snelheid te investeren in wat echt impact heeft op de zorgsector. We verwachten absoluut niet dat overheidsinstanties ons opleggen met welke systemen we moeten werken, want dat liep het in het verleden al spaak. Wél kunnen ze er op z'n minst voor zorgen dat we voor elk statuut een zelfde attest en proces hebben. De huidige subsidies helpen al een handje met het elektronisch voorschrift, een uniform voorschrift dat de communicatie met de apotheker bevordert. Trek deze lijn door en geef ook uniformiteit aan het ziekteattest, ongevalaangifte, bekwaamheidsattest, noem maar op. En als we het helemaal goed willen doen, moeten deze subsidies tot aan de specialisten geraken. Zodat de elektronische revolutie zich ook bij hen kan voortzetten.Huisartsen, apotheken, ziekteverzekeringen, ... Wanneer al onze instanties digitaal kunnen samenwerken, zal alles gegarandeerd veel minder lang aanmodderen. We moeten er ook rekening mee houden dat een vaccin niet het eindpunt van COVID-19 betekent. Vandaag kijken we bijna uitsluitend naar de sterftecijfers. Mensen worden virusvrij verklaard, maar kampen vaak nog met neurologische problemen of hartschade. Deze secundaire schade zullen we nog makkelijk twee tot drie decennia voelen.Gelukkig zien we intussen enkele hoopgevende signalen dat onze nieuwe regering de kar probeert te keren. Onze kersverse minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, geeft in elk geval de indruk dat hij de stem van artsen en zorgverleners heeft gehoord. Ook al moet hij nog steeds eerst met negen andere ministers overleggen, laten we hopen dat de neuzen in ons verdeelde landje snel in dezelfde richting draaien. Meneer Doktoor zal dankbaar zijn!