...

N-VA-boegbeeld Bart De Wever mag dan net onttroond zijn als allerpopulairste Vlaamse politicus, hij blijft één van de topvedetten van onze politieke bühne. Artsenkrant zocht hem op in het sober ingerichte partijhoofdkwartier in de Brusselse Koningstraat. Ook Louis Ide, de gezondheidsspecialist van de partij, is erbij. Maar Ide hoeft niet vaak tussen te komen. Aan parate kennis geen gebrek bij Bart De Wever. De laatste enquête van Artsenkrant naar de kiesintenties van Vlaamse artsen gaf N-VA een score van om en bij de 40%. Hoe verklaart u het succes van N-VA bij de Vlaamse artsen? Bart De Wever: Ik schrik daar niet van. Artsen zijn ervaringsdeskundigen van wat er fout loopt in het Belgische model. Zo eenvoudig is dat. België staat voor slechte structuren die de kosten opdrijven en die frustrerend zijn omdat ze de slechte leerlingen bevoordelen. In de geneeskunde is dat zo ontzettend pertinent. Ik maak mij nogal sterk dat er onder die 60% die niet voor ons stemt, er velen zijn die het wel min of meer met onze basisanalyse eens zijn maar om andere redenen niet voor N-VA stemmen. Misschien kunnen ze zich niet vinden in een Vlaamse gezondheidszorg. Misschien vinden ze als arts dat we te ver gaan. Dat kan ik me best voorstellen. Onlangs ging ik spreken voor het volledige medische personeel van het UZ Antwerpen. Daar waren 500 mensen opgedaagd voor een les over geneeskunde in de Romeinse tijd. Geweldig. Was u ook uitgedost als Romein?BDW: Neenee. Maar ik had wel een Romeinse centurio meegenomen - de laatste voltijdse legionair trouwens - die uitbeeldde hoe Romeinen anderen verwondden en zelf gewond raakten en dan kon ik uitleggen welke curatie ze daar tegenover konden stellen. Dat was een uitvloeisel van 'Music for Life', het ziekenhuis had niet minder dan 10.000 euro geboden voor die les. Normaal zou het over Romeinse politiek gaan, maar voor 10.000 euro doe ik al eens een inspanning. Ik heb dus over Romeinse geneeskunde gesproken en ook over een aantal constanten in de geneeskunde. Ik sprak over de oudste tekst over geneeskunde die stamt uit Mesopotamië en 3.000 jaar oud is, de codex hammurabi. Weet u waarover die tekst gaat? Neen. Zeg eens?BDW: Over erelonen! (algemene hilariteit) Toen ik aan de zaal vroeg of ze wisten waarover die tekst ging, zei iemand 'epidemieën', een ander zei 'preventie'. Neen dus, de tekst ging over erelonen. Het was dus iets prozaïscher. Hoeveel shekel kost een operatie tegen staar? Hoeveel shekel voor een gebroken been? Meteen was de toon gezet voor een plezante conférence. Maar op de receptie, met het hele korps aanwezig, viel mij op hoe sterk de 'pensée unique' was. Elke keer als ik ga spreken voor een medisch publiek krijg ik nieuwe anekdotes te horen over wat er allemaal fout gaat in onze gezondheidszorg. Ik zal ze aan Louis doorsturen, dan kan hij ze opnemen in zijn derde boek.Die populariteit van N-VA wekt ook hoge verwachtingen. Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap slepen een imago van regelneverij met zich mee. BDW: Ja, dat is terecht.Maar wat kan u daaraan doen als N-VA het voor het zeggen heeft? BDW: Dat is één van de moeilijkste zaken waar we voor staan in de regering, dat moet ik u eerlijk toegeven. Ik zeg dikwijls dat we het beste hebben van twee culturen, we zitten op het snijpunt van de Germaanse en de Romaanse wereld en de Vlaming is daar een mix van. We hebben het bourgondische uit de Latijnse wereld, je kan hier lekker eten en drinken. Tegelijk hebben we een gezond arbeidsethos, we werken ook wel hard. Dat is dus het beste van twee werelden. Maar soms is het ook het slechtste van twee werelden. De Germaanse aanpak met weinig regels en strikte handhaving versus de Latijnse wereld met heel veel regels en geen handhaving. Beide zijn leefbaar. Maar de combinatie van de twee - veel regels en strenge handhaving - is niet leefbaar. En daar grossiert Vlaanderen een beetje in. Eén van mijn beste vrienden, financieel directeur in een ziekenhuis, zegt mij: "Geef mij elke dag een federale controleur. Je gaat daar eens mee eten, je praat daar eens mee en als grote mensen kom je tot een akkoord. De Vlaamse controleur brengt zijn brooddoos mee, zit een dag te kamperen en brengt je hoofd op hol." Ik ben geneigd te geloven dat dit waar is. De Vlaamse administratie is ook een jonge administratie, die bestaat nog niet zo lang en die wil zich bewijzen. Deregulering en omgaan met handhaving, dat is één van de moeilijkste opdrachten waar wij voor staan. Dat is ook één van de grote werven van de N-VA in de Vlaamse regering. Philippe Muyters (Vlaams minister van Begroting, Werk en ruimtelijke Ordening) streeft daarnaar in de ruimtelijke ordening, op het vlak van vergunningen, maar we moeten die lijn doortrekken naar het algemeen beleid. Ik kan mij inbeelden dat nogal wat artsen zeggen: "Vlaamse gezondheidszorg? Geef mij die morgen. Maar als het betekent dat die filosofie van overregulering wordt doorgetrokken dan hoeft het voor mij niet." Je kan pleiten voor evidence-based medicine, met kostenmodellen voor behandelingen en financieringsmodellen voor ziekenhuizen, maar tussen de regels en de realiteit zal altijd een marge bestaan waarover gesproken moet kunnen worden. Die marge moet je in stand houden. Er zullen altijd wel objectieve redenen zijn waarom kosten in situatie x of y of ziekenhuis x of y hoger oplopen. Dat kan je niet met ijzeren regels dichtspijkeren. Een heel concrete vraag: wat heeft een huisarts te winnen bij een Vlaamse gezondheidszorg? BDW: Huisartsen zijn de grote winnaars, zij hebben het meest te winnen bij een Vlaamse gezondheidszorg. Eenmaal de gezondheidszorg volledig is overgeheveld, kan je duidelijk kiezen tussen hospitalocentrisme of de eerste lijn. Nu vallen we naar links en naar rechts. We geven veel geld uit en we kiezen eigenlijk niet. Onlangs was het weer zover met Onkelinx en haar financiële steun voor huisartsassistenten... U bedoelt Impulseo III?BDW: Juist. Op zich vind ik dat niet slecht. Als de huisartsgeneeskunde wil overleven, moet ze evolueren naar groepspraktijken. De oude huisarts die zich letterlijk en figuurlijk dood werkt, daar vind je geen volk meer voor. Je zou ook gek zijn om het te doen. Ik zal u een anekdote vertellen. Recent kocht ik een vroegere dokterswoning in Deurne. Die gemeente telt 80.000 inwoners, dat is ongeveer Mechelen verstopt in de stad Antwerpen. De helft van de mensen die ik op straat tegenkom, zeggen mij dat ze bij die dokter patiënt zijn geweest. Dan vraag ik me af: 'Hoe kan dat nu?' Tot ik het antwoord krijg van zijn kleinzoon: "Zijn klanten stonden aan te schuiven tot op de hoek van de straat. Mijn grootvader begon 's morgens en eindigde 's nachts." Dan stel je toch de vraag hoe zo iemand dat volhoudt. Jammer genoeg heeft hij het ook niet volgehouden, op een gegeven moment is hij doodgevallen. Dat is het type van de 'meneer doktoor' die alles moest oplossen. Die tijd is voorbij. Met N-VA willen wij nu eindelijk eens kiezen voor een eerste lijn die beter georganiseerd en beter ondersteund wordt. Dat zal ongetwijfeld geld kosten maar dat recupereer je in de ziekenhuizen. Nu is de spoeddienst in grote steden een medische supermarkt geworden. Je wandelt daar binnen en ze sturen je langs alle 'rayons'. Dat kan niet meer. Lees het vervolg van dit interview in Artsenkrant van vrijdag 4 mei.