...

Jaarlijks hebben in ons land circa 4.000 radicale prostatectomieën plaats. Dat kan gebeuren via de klassieke open chirurgie, via een laparoscopische ingreep of via een robotgeassisteerde laparoscopische operatie. Die laatste techniek, met een Da Vinci-robot, is relatief nieuw en vindt de jongste 20 jaar ook steeds meer ingang. In die mate zelfs dat beide andere methodes verdrongen worden. In 2014 gebeurden in de Verenigde Staten bijvoorbeeld al 90% van de prostaatverwijderingen robotgeassisteerd. Het Riziv betaalt sinds maart 2016 het materiaal gebruikt bij robotgeassisteerde radicale prostatectomie terug. Om de resultaten van de drie technieken te vergelijken, bestudeerde Solidaris, het vroegere socialistische ziekenfonds, alle radicale prostatectomieën uitgevoerd bij haar leden tussen 1 maart 2016 en 31 december 2021. Net zoals in de Verenigde Staten zijn de Da Vinci-robotten ook in België aan een steile opmars bezig. Alle universitaire ziekenhuizen schaften zich vrij snel een systeem aan. Het gevolg is dat nieuw opgeleide chirurgen bijna exclusief met deze techniek werken. De andere methodes worden minder gangbaar. Bij gebrek aan data is een vergelijkende studie opzetten dus niet zo eenvoudig. Binnen Europa is België zowat het 'mekka' van de robotchirurgie. De meeste toestellen staan in Vlaanderen en Brussel. In verhouding tot het aantal inwoners hebben we meer Da Vinci's dan Duitsland, Frankrijk en Nederland. Solidaris telde in totaal een 40-tal systemen. De Orsi Academy in Melle geniet op dit vlak ook internationale uitstraling als opleidingscentrum. Solidaris maakte een vergelijking inzake kostprijs, verblijfsduur, bloedverlies en het risico op incontinentie. Het staal betrof 4.883 leden met een mediane leeftijd van 65 jaar. Ze ondergingen in de hoger genoemde periode een radicale prostatectomie. In 2016 gebeurde nog slechts de helft van de ingrepen met de robot, in 2021 ging het al over bijna drie op de vier operaties. Robotgeassisteerde chirurgie werd bij 60% van de ingrepen in de onderzoekspopulatie gebruikt, ongeacht de leeftijd. Enkel bij 80-plussers - wel slechts 21 Solidaris-leden - gebeurde dat vaker zonder robot. De operatiemethode heeft een duidelijke impact op de verblijfsduur. Bij een open ingreep verblijft de patiënt gemiddeld 7,4 dagen in het ziekenhuis terwijl dat bij een laparoscopie 6,9 en bij een robotgeassisteerde ingreep 4,2 dagen is. Patiënten met recht op een verhoogde tegemoetkoming verblijven gemiddeld langer in het ziekenhuis. De verblijfsduur, zo stelt het ziekenfonds vast, mag dan wel lager zijn, de kostprijs is dat niet. Een robotgeassisteerde prostatectomie bij een 'gewoon' Solidaris-lid in een meerpersoonskamer kost 5.498 euro, voor een klassieke ingreep is dat 3.772 euro en bij een laparoscopie 4.496 euro. De prijsvariatie bij robotchirurgie is vooral groot - tussen 6.573 en 11.467 euro - door de aangerekende supplementen. Zonder ereloonsupplementen - waarbij het dus gaat over leden op tweepersoonskamers - is de variatie veel kleiner. Ze schommelt dan tussen 4.967 en 6.080 euro. Lees verder onder de illustratie.De Solidaris-studie toont aan dat patiënten bij een klassieke operatie vaker bloed en bloedvervangende producten nodig hebben dan na een laparoscopische of een robotgeassisteerde laparoscopische ingreep. Tussen de twee laatste ingrepen is er echter geen significant verschil.Een ander vaak genoemd voordeel van robotgeassisteerde ingrepen is de lagere kans op impotentie op langere termijn. Dat viel echter niet na te gaan omdat er geen Riziv-terugbetaling voorzien is voor de hierbij gebruikte medicatie. Twee jaar na de ingreep betaalt de ziekteverzekering bij robotgeassisteerde operaties wel meer incontinentieforfaits terug (14,8%) dan bij klassieke (12%) of laparoscopische ingrepen (10,4%). De variabiliteit is echter groot omdat de ervaring van de chirurg essentieel is bij het al dan niet ontwikkelen van postoperatieve incontinentie. Daarom vindt Solidaris dat de patiënt recht heeft op informatie over de achtergrond van de chirurg. Het ziekenfonds besluit op basis van de studie dat de kostprijs het "grootste, vaststaande verschil" is tussen de drie types van ingrepen. De meerkost voor het Riziv van robotchirurgie bedraagt circa 1.000 euro. Dat terwijl een Da Vinci-robot een investering van twee miljoen vergt van het ziekenhuis en de jaarlijkse onderhoudskosten circa 200.000 euro bedragen. Solidaris vindt dan ook dat de meerwaarde op het vlak van gezondheidswinst van robotgeassisteerde laparoscopie onvoldoende is aangetoond. Lees ook: 'Klassieke open chirurgie blijven aanbieden'