Verschillende studies hebben een correlatie aangetoond tussen creativiteit en mentaal onevenwicht zoals, bipolaire stoornis, depressie, ADHD, schizofrenie. Kunstenaars, psychologen en sociologen vragen zich sinds meer dan 200 jaar af of artiesten meer kans lopen op een mentale ziekte dan anderen.

Er is zelfs onenigheid omtrent de vraag of creatieve personen met een geestesziekte zoals bipolaire stoornis, moeten worden behandeld omdat dit hun creativiteit zou afremmen(Rothenberg). Het werk van sommige artiesten ondersteunt het idee dat een mentale stoornis stimulerend is voor creativiteit. Maar er zijn ook voldoende argumenten om te bewijzen dat een mentale aandoening geen conditio sine qua non is om tot creativiteit te komen.

De gegevens

IJslandse wetenschappers toonden aan dat genetische factoren die het risico op een bipolaire stoornis en schizofrenie verhogen vaker voorkomen bij personen met creatieve beroepen. Schilders, muzikanten, schrijvers en dansers hadden gemiddeld 25% meer kans om die gen-variant te dragen dan beroepen zoals, landbouwers, handarbeiders en verkopers. die als minder creatief werden ingeschat.

Volgens Kari Stefansson, oprichter van deCODE, een genetica bedrijf in Reykjavik, is er een gemeenschappelijke biologie voor een aantal psychische stoornissen en creativiteit(Guardian).

Wetenschappers onderzochten 86.000 IJslanders naar genetische varianten die de gemiddelde kans op schizofrenie verdubbelden, en het risico op een bipolaire stoornis met meer dan een derde verhoogden. Toen ze keken hoe vaak deze varianten aanwezig waren bij de leden van de nationale kunstverenigingen, vonden ze een stijging van 17% ten opzichte van niet-leden.

Dat onderzoek werd bevestigd in grote medische databanken van Nederland en Zweden. De groep van 35.000 mensen met creatieve beroepen had 25% meer kans om de psychische stoornis variant te dragen.

Een studie die 300.000 personen met schizofrenie, bipolaire stoornis, depressie en hun familie ontleedde, vond een over representatie van creatieve beroepen bij personen met een bipolaire stoornissen en ook bij de niet gediagnosticeerde familieleden van diegenen die leden aan schizofrenie of bipolaire stoornis (Kyaga).

Albert Rothenberg, hoogleraar psychiatrie aan Harvard, publiceerde in 2014 'Flight of Wonder: an investigation of scientific creativity ", waarin hij 45 wetenschap-Nobelprijswinnaars interviewde over hun creatieve strategieën. Hij vond bij geen enkel enig bewijs van geestelijke ziekte.

Volgens hem zijn de criteria voor creativiteit niet voldoende

Veel mensen met een psychische aandoening zoeken werk in banen die te maken hebben met kunst en literatuur, niet omdat ze daar zo goed in zijn, maar omdat ze daartoe aangetrokken worden.

Andreasen stelt dat personen met een geestesstoornis een eigenschap ontwikkelen die hen toelaat de wereld op een nieuwe andere en ongeremde manier te bekijken en zo somatische visuele en auditieve zaken te zien en op te nemen die anderen niet kunnen vatten.

Vincent van Gogh: Crâne de squelette fumant une cigarette, Goes
Vincent van Gogh: Crâne de squelette fumant une cigarette © Goes

Onderzoek leert ook dat de meeste personen meest creatief zijn wanneer zij in een goede gemoedstoestand zijn,en dat een acute opflakkering van schizofrenie en depressie de creativiteit duidelijk doet afnemen (Flaherty). Bipolair gestoorde personen zijn meest creatief wanneer zij uit een diepe depressie komen (zie van Gogh die meest productief was de twee laatste jaren van zijn leven).

Hoe zou de kunst van Van Gogh er hebben uitgezien als hij met de moderne medicatie zou zijn behandeld?

Elyn Saks, professor mental health in Zuid Californië, beschrijft ook dat psychisch gestoorde patiënten aankomende stimuli niet filteren zoals andere personen zodat zij soms originele associaties maken of zien die voor anderen niet opvallen en dat kan leiden tot creativiteit. Uiteraard zijn zij dan weer niet in staat om creatieve energie te ontwikkelen gedurende een acute fase van depressie of schizofrenie.

Paul Cézanne: Pyramide de crânes - Le meurtre, goes
Paul Cézanne: Pyramide de crânes - Le meurtre © goes

Bekende artiesten

Mark Rothko, Edvard Munch, Bernard Buffet Paul Cézanne, Vincent van Gogh en Jackson Pollock, toonden in hun werk tekens van een psychotische stoornis.

Paul Cézanne (1839-1906) leed aan recidiverende depressies en demonstreerde zijn depressieve status in o.a. Pyramide de crânes­ - Le meurtre (1870) - Jeune homme à la tête de mort (1896).

Vincent van Gogh (1853-1890) die leed aan bipolaire stoornis, toonde zijn wisselende gemoedstoestand, zijn psychose en zijn obsessie met de dood in Crâne de squelette fumant une cigarette (1885) en in Champ de blé aux Corbeaux (1890).

Edvard Munch, de postimpressionistische schilder, die leefde alsof de dood elke dag kon aankloppen aan zijn deur schreeuwde met de versies van de schreeuw zijn wanhoop en angst, uit, zoals in Death in the Sickroom (1895).

Edvard Munch: Death in the Sickroom, goes
Edvard Munch: Death in the Sickroom © goes

Mark Rothko (1903-1970) worstelde gans zijn leven met de dood en sloeg uiteindelijk de hand aan zichzelf. Zijn kleurschilderwerken roepen diepe depressie op.

Jackson Pollock (1912-1956), de alcoholverslaafde die aan een hectisch tempo werkte, gaf zijn inwendige chaos weer in zijn werken.

Bernard Buffet (1928-1999) leed aan depressie en toonde zich regelmatig zo in zijn werken zoals in zijn zelfportret in de badkamer.

Bryan Charnly (1949-1991) leefde met schizofrenie en zijn medicatie onderdrukte zijn symptomen maar ook zijn creativiteit. Zijn zelfportretten tonen de verergering van zijn ziekte en zoals van Gogh pleegde hij ook zelfmoord (Rustin).

Art Brut en Outsider Art

Het concept dat tekeningen, schilderijen en realisaties van individuen die in behandeling zijn wegens gedragsstoornissen een artistieke waarde zouden hebben dateert van de late 19e eeuw. Critici beweerden dat de werken, gerealiseerd door die psychotische patiënten, geen kunst waren maar enkel technische producties.

In 1970 werd dan door Roger Cardinal de notie van Outsider Art gelanceerd, als synoniem voor Art Brut, een label dat door de Franse auteur Jean Dubuffet werd beschreven als een werk dat werd gemaakt buiten het traditionele circuit individuen die zonder scholing in kunst, spontane creaties van gedachten gevoelens en overtuiging, realiseren.

Adolf Wölfli: Santta-Maria-Burg-Riesen-Traube, goes
Adolf Wölfli: Santta-Maria-Burg-Riesen-Traube © goes

De meest bekende is Adolf Wölfli (1864-1930), die leed aan paranoïde schizofrenie en meer dan 25.000 werken produceerde die hij ruilde voor sigaretten of petty cash.

Besluit

Als besluit van het symposium 'the insanity of van Gogh in Amsterdam september 2016 moest het internationaal panel van deskundigen op de vraag Hoe zou de kunst van Van Gogh er hebben uitgezien als hij met de moderne medicatie zou zijn behandeld, antwoorden met: "Wij weten het niet".

Referenties

  • Andreasen NC. 2011.A journey into chaos; creativity and the unconscious (http:// www.msmonographs.org/article.asp/issue 0973.
  • Cardinal R. Outsider art. London; studio Vista 1972.
  • Flaherty AW. Frontotemporal and dopaminergic control of idea generation and creative drive. J Comp Neurol 2005; 493:147-153.
  • Goodwin F, Jamison KR. Manic depressive illness. oxford University press 1990,353.
  • -Kyaga S, Lichtenstein P, Boman M et al. Creativity and mental disorder. Family study of 300.000 people with severe mental disorder. Brit J Psych 2011; 199:373-379.
  • Rothenberg A. Bipolar illness, creativity, and treatment in visual artists. Br J Psychol.2006; 97:177-190.
  • Rustin TA. Using artwork to understand the experience of mental illness. Mainstream artists and outsider artists. Psychosoc. Med 2008;5:doc 7.
Verschillende studies hebben een correlatie aangetoond tussen creativiteit en mentaal onevenwicht zoals, bipolaire stoornis, depressie, ADHD, schizofrenie. Kunstenaars, psychologen en sociologen vragen zich sinds meer dan 200 jaar af of artiesten meer kans lopen op een mentale ziekte dan anderen. Er is zelfs onenigheid omtrent de vraag of creatieve personen met een geestesziekte zoals bipolaire stoornis, moeten worden behandeld omdat dit hun creativiteit zou afremmen(Rothenberg). Het werk van sommige artiesten ondersteunt het idee dat een mentale stoornis stimulerend is voor creativiteit. Maar er zijn ook voldoende argumenten om te bewijzen dat een mentale aandoening geen conditio sine qua non is om tot creativiteit te komen.Andreasen stelt dat personen met een geestesstoornis een eigenschap ontwikkelen die hen toelaat de wereld op een nieuwe andere en ongeremde manier te bekijken en zo somatische visuele en auditieve zaken te zien en op te nemen die anderen niet kunnen vatten.Onderzoek leert ook dat de meeste personen meest creatief zijn wanneer zij in een goede gemoedstoestand zijn,en dat een acute opflakkering van schizofrenie en depressie de creativiteit duidelijk doet afnemen (Flaherty). Bipolair gestoorde personen zijn meest creatief wanneer zij uit een diepe depressie komen (zie van Gogh die meest productief was de twee laatste jaren van zijn leven).Elyn Saks, professor mental health in Zuid Californië, beschrijft ook dat psychisch gestoorde patiënten aankomende stimuli niet filteren zoals andere personen zodat zij soms originele associaties maken of zien die voor anderen niet opvallen en dat kan leiden tot creativiteit. Uiteraard zijn zij dan weer niet in staat om creatieve energie te ontwikkelen gedurende een acute fase van depressie of schizofrenie.Bekende artiestenMark Rothko, Edvard Munch, Bernard Buffet Paul Cézanne, Vincent van Gogh en Jackson Pollock, toonden in hun werk tekens van een psychotische stoornis.Paul Cézanne (1839-1906) leed aan recidiverende depressies en demonstreerde zijn depressieve status in o.a. Pyramide de crânes­ - Le meurtre (1870) - Jeune homme à la tête de mort (1896).Vincent van Gogh (1853-1890) die leed aan bipolaire stoornis, toonde zijn wisselende gemoedstoestand, zijn psychose en zijn obsessie met de dood in Crâne de squelette fumant une cigarette (1885) en in Champ de blé aux Corbeaux (1890).Edvard Munch, de postimpressionistische schilder, die leefde alsof de dood elke dag kon aankloppen aan zijn deur schreeuwde met de versies van de schreeuw zijn wanhoop en angst, uit, zoals in Death in the Sickroom (1895).Mark Rothko (1903-1970) worstelde gans zijn leven met de dood en sloeg uiteindelijk de hand aan zichzelf. Zijn kleurschilderwerken roepen diepe depressie op. Jackson Pollock (1912-1956), de alcoholverslaafde die aan een hectisch tempo werkte, gaf zijn inwendige chaos weer in zijn werken.Bernard Buffet (1928-1999) leed aan depressie en toonde zich regelmatig zo in zijn werken zoals in zijn zelfportret in de badkamer.Bryan Charnly (1949-1991) leefde met schizofrenie en zijn medicatie onderdrukte zijn symptomen maar ook zijn creativiteit. Zijn zelfportretten tonen de verergering van zijn ziekte en zoals van Gogh pleegde hij ook zelfmoord (Rustin).Art Brut en Outsider Art Het concept dat tekeningen, schilderijen en realisaties van individuen die in behandeling zijn wegens gedragsstoornissen een artistieke waarde zouden hebben dateert van de late 19e eeuw. Critici beweerden dat de werken, gerealiseerd door die psychotische patiënten, geen kunst waren maar enkel technische producties. In 1970 werd dan door Roger Cardinal de notie van Outsider Art gelanceerd, als synoniem voor Art Brut, een label dat door de Franse auteur Jean Dubuffet werd beschreven als een werk dat werd gemaakt buiten het traditionele circuit individuen die zonder scholing in kunst, spontane creaties van gedachten gevoelens en overtuiging, realiseren. De meest bekende is Adolf Wölfli (1864-1930), die leed aan paranoïde schizofrenie en meer dan 25.000 werken produceerde die hij ruilde voor sigaretten of petty cash. BesluitAls besluit van het symposium 'the insanity of van Gogh in Amsterdam september 2016 moest het internationaal panel van deskundigen op de vraag Hoe zou de kunst van Van Gogh er hebben uitgezien als hij met de moderne medicatie zou zijn behandeld, antwoorden met: "Wij weten het niet".