...

Wie de cijfers over conventie en deconventie van de voorbije jaren naast elkaar zet, stelt vast dat er nauwelijks evolutie in zit. De verhoging van het accrediteringsforfait voor geconventioneerde artsen heeft zijn effect gemist.Over de jaren heen vertoont de conventiegraad van huisartsen en specialisten nauwelijks schommelingen. De percentages liggen heel dicht bij elkaar: vorig jaar werd de conventie aanvaard door 83,13% van alle artsen, dit jaar door 83,23%: een verschil van 0,1%. Gaan we iets verder terug in de tijd, dan vinden we vergelijkbare cijfers: in 2009 traden 82,75% van de artsen tot het akkoord toe, in 2008 84,52% en twee jaar eerder 83,64%. Weinig effectIn absolute getallen zijn er sinds vorig jaar 82 geconventioneerde artsen bij gekomen. "De selectieve opwaardering van de accreditering heeft dus maar weinigen kunnen overtuigen om toch plots tot de conventie toe te treden," is de analyse van Marc Moens (Bvas). Het forfait voor geaccrediteerde artsen blijft dit jaar steken op 594 euro voor artsen die het akkoord afwijzen. Geaccrediteerde artsen die het akkoord aanvaarden, zien hun accrediteringsforfait met 73% stijgen, tot 1.028 euro. Deze koppeling van de accreditering aan de conventiestatus lokte heel wat controverse uit. Als poging om meer artsen tot de conventie te verleiden, heeft de maatregel zijn effect gemist.In Artsenkrant van vandaag vindt u een volledig overzicht van de verschillende specialismen met hun conventiegraad. De vijf meest geconventioneerde disciplines zijn acute en urgentiegeneeskunde, geriatrie, klinische biologie, medische oncologie en radiotherapie. In de tabel worden ze alleen voorafgegaan door de GSO's (specialisten in opleiding). Helemaal onderaan bengelen stomatologen, gynaecologen, oftalmologen, plastisch chirurgen en dermatologen. Dit groepje vormt sinds 1993 onveranderd de top vijf van meest gedeconventioneerde disciplines. De dermatologen pieken met 56% weigeringen en ook bij oogartsen is er een toename met 1,3%. De gynaecologen noteren 0,1% minder deconventies.Niet opgevolgdRadiologen en cardiologen zijn twee beroepsgroepen die een officieel ordewoord tot deconventie kregen. Het percentage weigeringen bij de radiologen - 34,24% - valt echter 1,2% lager uit dan vorig jaar. De cardiologen (20,48%) laten wel een stijging optekenen maar die bedraagt maar een kwart procent en is veel te klein om van een geslaagde actie te spreken.