Al jarenlang sleept het dossier over beperking van het aantal afstuderende artsen aan. Er zijn al heel wat acties ondernomen om het contingent (het aantal artsen dat een RIZIV-nummer mag krijgen aan het einde van de opleiding) te ondersteunen. Maar daarnaast zien we ook acties die hier brandhout van proberen te maken.

Er is een communautair onevenwicht in dit debat, waarbij in het noorden van het land voornamelijk voorstanders te vinden zijn van een beperking, en in het zuiden van het land eerder een tegenbeweging te zien is. Het is nochtans met goedkeuren van de Waalse regering dat, in 1996, de contingentering gestart is.

Noodzakelijke maatregel

De noodzaak van een beperking van het aantal artsen is talloze keren aangetoond: het indijken van het supplier induced demand-effect bespaart de maatschappij heel wat kosten en beschermt de patiënt tegen overbodige behandelingen.

Ook de kwaliteit van de opleiding geneeskunde wordt door het contingent gewaarborgd: er is genoeg capaciteit om studenten adequaat te begeleiden en er zijn voldoende stageplekken om voldoende klinische ervaring op te doen.

Dat de contingentering dus noodzakelijk is, staat voor ons buiten kijf.

Loze beloftes

We zijn nu twintig jaar later, en in de Waalse gemeenschap is er nog steeds geen waterdicht systeem om de quota na te leven. Dezelfde partij die destijds de contingentering mee heeft goedgekeurd, lijkt nu te strijden voor een maatschappij waarin deze niet bestaat.

Als Vlaamse studenten geneeskunde kijken we met ongeloof naar de reactie van onze Franstalige collega-studenten die 'elke vorm van contingentering' willen aanklagen. Belgische opleiders en beleidsmakers hebben een verantwoordelijkheid om deze beperking effectief door te voeren. Helaas blijft het aan Franstalige zijde bij loze beloftes en theoretische planningen.

Gemaakte afspraken

Wallonië heeft al enige tijd een niet-bindende oriënteringsproef die geen daadwerkelijk effect heeft. Hierdoor is er een overtal aan artsen ontstaan en werd het aantal RIZIV-nummers ontoereikend. Deze zijn noodzakelijk om prestaties te kunnen aanrekenen en zijn dus een vereiste om als arts te kunnen werken.

"We roepen onze Franstalige collega's op om te stoppen met hun eeuwige gevecht tegen de noodzakelijke contingentering, (...) en constructief mee te denken over de problemen en uitdagingen die voor de deur staan."

Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg

Dit resulteerde in de zorgwekkende situatie waarbij er artsen dreigden af te studeren die hun beroep niet zouden kunnen uitoefenen. In 2014 waren de Franstalige studenten uiterst tevreden toen minister De Block een oplossing op tafel legde voor dit heikele probleem: een compromis waarbij de laatstejaarsstudenten toch een RIZIV-nummer zouden krijgen op voorwaarde dat de contingentering voortaan gerespecteerd zou worden, een filter zou geïnstalleerd worden en het overtal aan studenten zou gecompenseerd worden over de komende jaren (de zogeheten "negatieve lissage").

Nu deze groep studenten hun RIZIV-nummers hebben gekregen, worden de overige afspraken echter niet nageleefd en gaan de studenten zelfs in de tegenaanval om het contingent teniet te doen. Il faut le faire.

Huisartsenberoep opwaarderen

Dit jaar is er voor het eerst een tekort aan huisartsen aan Waalse zijde geconstateerd en wordt er moord en brand geschreeuwd. We willen de Waalse beleidsmakers en onze collega's er dan ook op wijzen dat de gemeenschappen verantwoordelijk zijn voor de verdeling en invulling van de subquota.

Voor dit tekort dient er dus niet naar de federale overheid gekeken te worden. De oplossing ligt niet in een toename van het contingent: meer studenten toelaten zal niet zomaar leiden tot een toename in het aantal huisartsen.

In Vlaanderen heeft men dit probleem aangepakt door in te zetten op meer waardering voor het huisartsberoep en promotie van de huisartsgeneeskunde (o.a. via een vroege introductie in het curriculum en meer stages). Hierdoor is er een geleidelijke cultuurverandering ontstaan die nu zijn vruchten afwerpt. Meer studenten kiezen nu voor de opleiding tot huisarts waardoor het tekort vermindert.

Schuldig verzuim

In Wallonië bleef het beleid echter stilstaan waardoor de verantwoordelijken nu met de neus op de feiten worden gedrukt. Dat heet schuldig verzuim, en is niet de schuld van de federale overheid maar van de Franstalige beleidsmakers en opleiders. De contingentering nog meer met de voeten treden zal geen oplossing zijn: het is van groot belang dat dit probleem grondig en op lange termijn wordt aangepakt. Het is schrijnend om te zien hoe het gebrek aan verantwoordelijkheidszin niet enkel nadelig is voor studenten, maar ook voor patiënten en de gezondheidszorg in zijn geheel.

Het is dan ook onthutsend om vast te stellen dat onze Waalse collega's alle vormen van contingent juridisch willen aanvallen. Uiteraard vragen ook wij, als Vlaamse studenten, om transparante en onderbouwde quota. Maar liever dan de feiten naast ons neer te leggen, denken we kritisch en constructief mee over de optimale invulling van de onontbeerlijke planning.

We roepen onze Franstalige collega's dan ook op om te stoppen met hun eeuwige gevecht tegen de noodzakelijke contingentering, hun verantwoordelijkheid te nemen en constructief mee te denken over de problemen en uitdagingen die voor de deur staan.

Namens de studenten Geneeskunde in Vlaanderen,

Het Bestuur van het Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg

Joke Kuijk (VUB), Matthias Claeys (UGent), Jonas Brouwers (KULeuven), Miet Vandemaele (UGent)

Ondersteund door verkozen delegatieleiders:

Xavier Dumoulin (UA), Cynthia D'Hondt (VUB), Arne Hostens (UGent), Marijke Awouters (KULeuven) en Hanne Loyens (UHasselt)

Al jarenlang sleept het dossier over beperking van het aantal afstuderende artsen aan. Er zijn al heel wat acties ondernomen om het contingent (het aantal artsen dat een RIZIV-nummer mag krijgen aan het einde van de opleiding) te ondersteunen. Maar daarnaast zien we ook acties die hier brandhout van proberen te maken.Er is een communautair onevenwicht in dit debat, waarbij in het noorden van het land voornamelijk voorstanders te vinden zijn van een beperking, en in het zuiden van het land eerder een tegenbeweging te zien is. Het is nochtans met goedkeuren van de Waalse regering dat, in 1996, de contingentering gestart is.Noodzakelijke maatregelDe noodzaak van een beperking van het aantal artsen is talloze keren aangetoond: het indijken van het supplier induced demand-effect bespaart de maatschappij heel wat kosten en beschermt de patiënt tegen overbodige behandelingen.Ook de kwaliteit van de opleiding geneeskunde wordt door het contingent gewaarborgd: er is genoeg capaciteit om studenten adequaat te begeleiden en er zijn voldoende stageplekken om voldoende klinische ervaring op te doen.Dat de contingentering dus noodzakelijk is, staat voor ons buiten kijf.Loze beloftesWe zijn nu twintig jaar later, en in de Waalse gemeenschap is er nog steeds geen waterdicht systeem om de quota na te leven. Dezelfde partij die destijds de contingentering mee heeft goedgekeurd, lijkt nu te strijden voor een maatschappij waarin deze niet bestaat.Als Vlaamse studenten geneeskunde kijken we met ongeloof naar de reactie van onze Franstalige collega-studenten die 'elke vorm van contingentering' willen aanklagen. Belgische opleiders en beleidsmakers hebben een verantwoordelijkheid om deze beperking effectief door te voeren. Helaas blijft het aan Franstalige zijde bij loze beloftes en theoretische planningen.Gemaakte afsprakenWallonië heeft al enige tijd een niet-bindende oriënteringsproef die geen daadwerkelijk effect heeft. Hierdoor is er een overtal aan artsen ontstaan en werd het aantal RIZIV-nummers ontoereikend. Deze zijn noodzakelijk om prestaties te kunnen aanrekenen en zijn dus een vereiste om als arts te kunnen werken.Dit resulteerde in de zorgwekkende situatie waarbij er artsen dreigden af te studeren die hun beroep niet zouden kunnen uitoefenen. In 2014 waren de Franstalige studenten uiterst tevreden toen minister De Block een oplossing op tafel legde voor dit heikele probleem: een compromis waarbij de laatstejaarsstudenten toch een RIZIV-nummer zouden krijgen op voorwaarde dat de contingentering voortaan gerespecteerd zou worden, een filter zou geïnstalleerd worden en het overtal aan studenten zou gecompenseerd worden over de komende jaren (de zogeheten "negatieve lissage").Nu deze groep studenten hun RIZIV-nummers hebben gekregen, worden de overige afspraken echter niet nageleefd en gaan de studenten zelfs in de tegenaanval om het contingent teniet te doen. Il faut le faire.Huisartsenberoep opwaarderenDit jaar is er voor het eerst een tekort aan huisartsen aan Waalse zijde geconstateerd en wordt er moord en brand geschreeuwd. We willen de Waalse beleidsmakers en onze collega's er dan ook op wijzen dat de gemeenschappen verantwoordelijk zijn voor de verdeling en invulling van de subquota.Voor dit tekort dient er dus niet naar de federale overheid gekeken te worden. De oplossing ligt niet in een toename van het contingent: meer studenten toelaten zal niet zomaar leiden tot een toename in het aantal huisartsen. In Vlaanderen heeft men dit probleem aangepakt door in te zetten op meer waardering voor het huisartsberoep en promotie van de huisartsgeneeskunde (o.a. via een vroege introductie in het curriculum en meer stages). Hierdoor is er een geleidelijke cultuurverandering ontstaan die nu zijn vruchten afwerpt. Meer studenten kiezen nu voor de opleiding tot huisarts waardoor het tekort vermindert.Schuldig verzuimIn Wallonië bleef het beleid echter stilstaan waardoor de verantwoordelijken nu met de neus op de feiten worden gedrukt. Dat heet schuldig verzuim, en is niet de schuld van de federale overheid maar van de Franstalige beleidsmakers en opleiders. De contingentering nog meer met de voeten treden zal geen oplossing zijn: het is van groot belang dat dit probleem grondig en op lange termijn wordt aangepakt. Het is schrijnend om te zien hoe het gebrek aan verantwoordelijkheidszin niet enkel nadelig is voor studenten, maar ook voor patiënten en de gezondheidszorg in zijn geheel.Het is dan ook onthutsend om vast te stellen dat onze Waalse collega's alle vormen van contingent juridisch willen aanvallen. Uiteraard vragen ook wij, als Vlaamse studenten, om transparante en onderbouwde quota. Maar liever dan de feiten naast ons neer te leggen, denken we kritisch en constructief mee over de optimale invulling van de onontbeerlijke planning.We roepen onze Franstalige collega's dan ook op om te stoppen met hun eeuwige gevecht tegen de noodzakelijke contingentering, hun verantwoordelijkheid te nemen en constructief mee te denken over de problemen en uitdagingen die voor de deur staan.Namens de studenten Geneeskunde in Vlaanderen, Het Bestuur van het Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg Joke Kuijk (VUB), Matthias Claeys (UGent), Jonas Brouwers (KULeuven), Miet Vandemaele (UGent)Ondersteund door verkozen delegatieleiders: Xavier Dumoulin (UA), Cynthia D'Hondt (VUB), Arne Hostens (UGent), Marijke Awouters (KULeuven) en Hanne Loyens (UHasselt)