...

Het overlegcomité tussen de gemeenschappen en de federale overheid heeft besloten in eerste instantie werk te maken van een 'medisch kadaster': hoeveel artsen zijn er werkzaam in de klinische praktijk? Men zal de gegevens uit het federale kadaster daarvoor koppelen aan de gegevens over de prestaties die artsen leveren.Een mededeling vanuit het kabinet van minister Jo Vandeurzen, mede namens minister Pascal Smet en minister-president Kris Peeters, stelt: "De federale overheid neemt tussentijds geen beslissing over het KB van 6 december 2013." Dat laaste slaat op het ontwerp-KB dat de contingentering voor huisartsen, geriaters, jeugdpsychiaters en spoedartsen (urgentiegeneeskunde en acute geneeskunde) zou opheffen.De discussie over de contingentering wordt doorgeschoven naar een werkgroep, en zal gevoerd worden op grond van de resultaten van het kadaster. De conclusies van de werkgroep zullen opnieuw voorgelegd worden aan de verschillende regeringen. "De Vlaamse regering zal het dossier dus blijven opvolgen", luidt het.Het ziet er dus naar uit dat minister Onkelinx haar plannen om de contingentering te versoepelen wel mag opbergen. Het zal moeilijk worden om dat nog ter sprake te brengen vóór de verkiezingen van 25 mei.Verder wordt er nu blijkbaar eindelijk effectief werk gemaakt van een correct 'medisch kadaster'. Minister Onkelinx had dat onlangs ook nog beloofd aan de betogende Franstalige studenten. Maar tot nu toe zijn de goede voornemens daarover nooit echt in werkelijkheid omgezet.