...

Het huidige systeem voor contact-onderzoek werkt niet. Momenteel werken we met een centrale strategie, met een centrale dataverzameling en centrale aansturing van de 'contact tracers' die besmette mensen en hun contacten moeten opbellen. Er is een andere strategie nodig, die inzet op ?lokale triage van patiënten en lokale contactopsporing, waarbij gebruik wordt gemaakt van het vertrouwen dat de bevolking heeft in huisartsen, verpleegkundigen, apothekers en maatschappelijk werkers. Dat vertrouwen is nodig om te kunnen doorvragen: waar, wanneer, met wie?Succesvolle voorbeelden uit Schotland, en regio's in Italië (Veneto) en Duitsland illustreren de mogelijkheden van een decentrale opsporing. Al ruim een maand geleden hebben we in de Vlaamse Stuurgroep Contact Opsporing die aanpak voorgesteld.EerstelijnszonesEen belangrijke uitdaging bij lokale contactopsporing is dat het IT-systeem gebouwd is voor een aanpak met centralecallcenters, van waaruit getelefoneerd wordt naar patiënten en contacten worden opgespoord. Bij een lokale benadering moet je van uit de bestaande elektronische dossiers (bijvoorbeeld van huisartsen of laboratoria) rechtstreeks informatie in een centrale databank kunnen inbrengen. Daarvoor bestaan technische oplossingen, maar dat vraagt een nieuw design, waarbij je niet vertrekt vanuit de processen (bellen vanuit callcenters), wel vanuit de persoon die mogelijk besmet is. In dat design staat het zoeken naar de samenhang tussen de besmette mensen centraal, zodat men lokaal kan optreden om via isolatie de verspreiding van het virus een halt toe te roepen.Vlaanderen en Brussel zijn door een initiatief van de vorige Vlaamse minister van Gezondheid en Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V), en na een ontwikkelingstraject van acht jaar, ingedeeld in zestig eerstelijnszones. Die zones zijn elk verantwoordelijk voor goede zorg op de 'eerste lijn' (door verpleegkundigen, huisartsen, apothekers, sociaal werkers, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, eerstelijnspsychologen, straathoekwerkers ...) voor telkens zo'n 100.000 inwoners. De lokale besturen spelen daarin een belangrijke rol.Die eerstelijnszones zijn sinds 1 juli 2020 operationeel, met personeel, en worden ondersteund door het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (Vivel). Maar veel van die eerstelijnszones zijn al langer actief en hebben zich - samen met de ziekenhuizen -ingezet voor de opvang van patiënten, ook in de woonzorgcentra tijdens de eerste golf van de pandemie.Om geen ervaring te laten verloren gaan, zou je aan het covid-19-team van elke eerstelijnszone, één medewerker van de centrale contactopsporing kunnen toevoegen. Bij een plotse toename van het aantal lokale besmettingen kan een beroep worden gedaan op de 'centrale reserve' van negentig contactonderzoekers om de opvolging te verzekeren. Het is belangrijk dat wie in quarantaine is geplaatst, ondersteuning krijgt, via dagelijks ?telefonisch contact met dezelfde hulpverlener ofcontactonderzoeker.Mobiele teamsWanneer men lokaal een snelle en omvangrijke toename vaststelt, kan een 'mobiel team' (er zijn er drie per provincie voorzien) worden ingezet om samen met het covid-19-team van de eerstelijnszone de noodzakelijke maatregelen uit te werken, in afstemming met de lokale besturen. Zo kan, bijvoorbeeld, een wijk of één of meer gemeenten, tijdelijk in (wellicht beperkte) 'lockdown' worden geplaatst.Moet het gezegd: een goede ?samenwerking is essentieel. Het lokale niveau staat centraal (de eerstelijnszone), dan is er de provincie, en dan het Vlaamse en federale niveau. Het heeft geen zin om extra tussenniveaus te creëren. Bovendien zullen de noodzakelijke middelen moeten gemobiliseerd om de eerstelijnszones aanvullend te financieren: voor de triage en testing door de huisartsen en voor de ondersteuning door alle betrokken hulpverleners.Zo zijn we in staat om lokaal snel te reageren, wordt het vertrouwen in de hulpverleners een hefboom om meer contacten beter op te sporen, ondersteunen we wie in quarantaine moet en behouden we het overzicht door een performant datasysteem. Doel: een herhaling vermijden van wat we in de eerste golf meemaakten. Bovendien zal die decentrale aanpak belangrijk zijn om in het najaar te maken dat de juiste personen tijdig gevaccineerd worden voor griep en andere aandoeningen, en volgend jaar - hopelijk - worden ingeënt voor covid-19. Waarop wachten we om het roer om te gooien?Dit opiniestuk verscheen ook in dagblad De Standaard