...

Het KCE trekt in zijn laatste rapport de redenering door, die het voor de zomer al ontwikkelde voor slokdarm- en maagtumoren: centraliseer de behandeling in een beperkt aantal centra die daarmee dan voldoende expertise kunnen ontwikkelen in multidisciplinaire teams. Dat zorgt ook voor een efficiëntere besteding van middelen voor apparatuur en dergelijke.NetwerkenIn het nieuwe rapport legt het KCE nu criteria vast voor 14 types van carcinomen, waaraan centra moeten voldoen om effectief een referentiecentrum te worden. Het gaat niet alleen om zeldzame aandoeningen, zoals sommige hematologische neoplasieën, maar ook om moeilijk te behandelen tumoren: hersentumoren, pancreascarcinoom, kanker bij een zwangerschap, enzovoort. De criteria werden vastgelegd in dialoog met 220 experts uit 30 Belgische ziekenhuizen.De idee is dat deze referentiecentra niet alle zorg voor de betrokken patiënten naar zich toetrekken, maar netwerken vormen met andere ziekenhuizen. Dat moet een snelle doorverwijzing van patiënten mogelijk maken voor een precieze diagnose en een aangepaste behandeling. De minder gespecialiseerde zorg kan in een ziekenhuis dichtbij de woonplaats van de patiënt blijven gebeuren, volgens de richtlijnen vanuit het referentiecentrum. Opdat het systeem goed kan werken, kunnen de ziekenhuizen werken met 'Service Level Agreements (SLA's).'Het idee van dergelijke netwerken is uiteraard niet nieuw. Het wordt ook gepromoot vanuit de EU, dat dergelijke netwerken grensoverschrijdend ziet.Geen wafelijzerpolitiek!Het KCE stipt zelf aan dat een referentiecentrum niet automatisch in een universitair ziekenhuis moet komen. Zorgnet Vlaanderen onderstreept meteen in een reactie dat het onder die voorwaarde volledig akkoord gaat met de conclusies van het KCE. Dat is: als de selectie van referentiecentra maar gebeurt aan de hand van de resultaten. En als ook 'politiek of regionale evenwichten' niet gaan bepalen welke ziekenhuizen geselecteerd worden.Johan Pauwels van Zorgnet Vlaanderen waarschuwt in De Standaard vandaag dan ook voor de "gebruikelijke wafelijzerpolitiek": twee centra in Vlaanderen, twee in Wallonië en een in Brussel. Laurette Onkelinx besliste bijvoorbeeld dat er in België zeven centra zouden komen voor kinderoncologie - dat noemt Pauwels geen 'concentratie van de zorg'.Geen papieren systemenPauwels waarschuwt er ook voor dat het systeem ervoor moet instaan dat patiënten ook in werkelijkheid doorverwezen worden. Hij wil dat hoofdartsen in ziekenhuizen de bevoegdheid krijgen hun collega's hiertoe te 'verplichten'.In een persmededeling speelt het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen op dit laatste idee in: het wijst erop dat de GMD-houdend huisarts, als er een lijst van referentiecentra bestaat, er mee kan over waken dat zijn patiënt correct wordt doorverwezen. Die taak zou volgens het SVH uitdrukkelijk aan de huisarts moeten worden toevertrouwd.