Coach om te vermageren, coach om meer te bewegen, coach om te leren hoe de kinderen op te voeden, coach om je relatie in stand te houden, coach om je professionele activiteiten terug op het juiste spoor te zetten, coach om je mindset te veranderen, coach om een burn-out te vermijden, enz...
Onze samenleving lijdt aan coachitis. Velen voelen zich geroepen om hun medemens van dienst te zijn, om hem/haar terug op het juiste spoor te brengen, om terug een glimlach op het bedrukte gezicht te toveren, om zonder medicatie de overtollige kilo's eraf te krijgen, om het roken te laten, om het overmatig drinkgedrag om te buigen naar een meer 'gezond' drinkgedrag, om minder vlees te eten, om meer bewust om te gaan met de omgeving in de breedste zin van het woord. Klinkt nobel en lovenswaardig.
Het lijkt er wel op dat we als mens hulpeloos geworden zijn. We ogen tot niets meer in staat. Voor alles hebben we anderen nodig. Het moet zijn dat de samenleving dusdanig ingewikkeld geworden is, dat we de bomen doorheen het bos niet meer zien. Of het moet zijn dat onze huidig maatschappelijk bestel ons zodanig weerloos maakt, via allerlei perfide technieken, dat de mens de kunde verloren is om nog echt mens te mogen zijn.
De centrale vraag die zich bij deze trend stelt, is: hoe is het zover kunnen komen? Wat maakt dat het leven blijkbaar voor velen zo zwaar om dragen is, dat we voor vanalles en nog wat hulpverleners moeten zoeken? Is het dan werkelijk zo slecht gesteld met onze fysieke en mentale status?
Komt het doordat we de kunst niet meer bezitten om naar elkaar te luisteren? Dat we het verleerd hebben te leren van anderen? Dat we het geduld missen stil te staan bij onze gebreken, om dan van daaruit te bekijken wat er eventueel moet veranderen of niet veranderen?
Zou er dan toch een kern van waarheid schuilen in de woorden van collega prof. Dirk De Wachter: "We zouden beter als mensen, burgers, aardbewoners, levende wezens, wat meer elkaars psychiater spelen." Een goeie dag zeggen als je een wildvreemde passeert op straat, een praatje slaan met de bakker om de hoek, in gesprek gaan met je medepassagier op de trein, een oudere die moet rechtstaan op de tram je plaats afstaan... Allemaal kleine gebaren, kleine gestes, kleine manoeuvres, die voor velen een wereld van verschil maken. Het verschil vaak tussen een goede en een slechte dag.
Wat maakt dat het leven voor velen zo zwaar om dragen is?
In een eerdere column maakte ik de volgende constatatie : er schuilt een contradictie in aan de ene kant de tsunami aan management 'experts', zogenaamde zieners en voorspellers van hoe je het leven dient te leiden of eerder af te zweren, en aan de andere kant het aantal mensen die 'afwijken' van wat ik maar gemakshalve de 'standaard' way of life zal noemen.
Het boek 'Onbehagen' van prof. Verhaeghe beschrijft mooi hoe deze losgeslagen wereld met de mens omgaat. Of beter, hoe de mens probeert weerwerk te bieden aan alles wat hem/haar, al dan niet doelbewust, wordt opgedrongen en waar die heel dikwijls niet om gevraagd heeft.
Deels onbewust gaan we mee in 'de maalstroom van het leven'. Of je iets nu leuk vindt of niet, of iets je danig op de heupen werkt of niet, onvermijdelijk wordt het toch deel van je leven. Ik spreek dan niet over de ongemakken waar iedereen mee geconfronteerd wordt. Of over de menselijke tegenslagen die elkeen van ons ten deel kunnen vallen. Ik spreek over de algemene context die inwerkt op een persoon. 'Je hoort je zus of zo te gedragen', 'we leven nu eenmaal in een consumptiemaatschappij', 'de maatschappij is nu eenmaal diverser geworden dan vroeger', 'de media zit overal direct op, wen er maar aan', enz...
Moeten we dan alles wat ons bezighoudt, alles wat onze ziel beroert, maar openlijk op tafel gooien?
Ook vroeger was er geroddel, werden zaken onder de mat geveegd, werd er overspel gepleegd, gingen mensen uiteen, waren er opvoedingsperikelen, hadden we kinderen en volwassenen met gedragsproblemen.
Het verschil is dat veel van de opgesomde items onder de waterlijn bleven. Er werd gezwegen, niet over gesproken, niet over gediscussieerd op allerhande fora. Tot het etterend abces als een spuwende vulkaan zijn onheil over de aarde uitstrooide. Alle opgekropte spanning zocht en vond een uitlaatklep.
Moeten we dan alles wat ons bezighoudt, alles wat onze ziel beroert, maar openlijk op tafel gooien?
Dat nu ook weer niet. Een zekere mate van openheid is oké. Aankaarten van frictie en etterende problemen kan conflicten ontmijnen, kan tot meer wederzijds begrip leiden. Soms is het echter beter je mond te houden, niet nog meer olie op het vuur te gieten, een zekere mate van diplomatie aan de dag te leggen.
Zelfzorg is oké. Dat we dit extern zoeken omdat we zelf onvoldoende kennis erover hebben is prima.
Het risico bestaat echter dat veel van wat je wordt aangepraat, weinig tot niet onderbouwd is. Dat het met andere woorden praatjes zijn die enkel maar dienen om een verdienmodel in stand te houden, niet om de medemens op de meest uiteenlopende vlakken beter te maken.
Let wel, een coach raadplegen is zeker geen teken van zwakte. Het kan ook anders bekeken worden. Onvermoede talenten kunnen erdoor naar de oppervlakte opborrelen.
Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er veel onkruid tussen al die coaches zit. Een beetje wieden in al dat aanbod zou dan ook geen kwaad kunnen. Kwestie van toch een beetje zekerheid te hebben dat als je externe hulp inroept, je geen kat in een zak koopt.