...

De Code van medische deontologie is een evolutief proces, zegt dokter Jean-Jacques Rombouts, ondervoorzitter van de nationale raad van de Orde der Artsen. In 1950 publiceerde de nationale raad van de Orde de traditionele regels voor het medisch korps. De publicatie bevat 84 artikelen. In 1975 publiceerde de Nationale Raad 182 artikelen over de algemene principes en regels met betrekking tot moraliteit, eer, discretie, eerlijkheid, waardigheid en toewijding die essentieel zijn voor de uitoefening van het beroep. De code zal dan niet minder dan twaalf keer worden herzien en in bepaalde periodes soms bijna elk jaar (onder meer in 2010, 2012 en 2013).In een snel veranderende wereld veranderen ook 'de zeden'. Dat blijkt uit niet minder dan zes (bio-)ethische wetten: orgaantransplantatie (juni 1986), zwangerschapsafbreking (april 1990), euthanasie (mei 2002), palliatieve zorg (juni 2002), patiëntenrechten (augustus 2002) en experimenten op de mens (mei 2004). Het medisch geheim veranderde ook het strafrecht, met name wat betreft het spreekrecht van de minderjarige en de kwetsbare persoon.Wet en deontologie worden permanent vermengd, zelfs als "er in een demo cratisch land geen tegenstelling zou mogen zijn tussen de democratisch gestemde wetten en de deontologie", zegt dokter Rombouts.Maar ook het economische aspect weegt zwaar door als we de CMD vergelijken die in artikel 10 van 2013 bepaalt dat "de geneeskunde op geen enkele manier en in geen enkel geval als handel kan worden beschouwd" terwijl de arts op het terrein soms een echte ondernemer is met een ondernemingsnummer en een handelsregister en failliet verklaard kan worden. Gelukkig stelt artikel 34 van de CMD van 2018 dat "de arts de belangen van de patiënt en de gemeenschap boven zijn of haar eigen financiële belangen plaatst".Artsen mogen geen reclame maken, maar rekening houdend met de digitale (r)evolutie, mogen ze hun bestaan wel onder de aandacht van het publiek brengen, op voorwaarde dat dat gebeurt op 'oprechte, nauwkeurige en transparante wijze'.Ook de collegialiteit evolueerde aanzienlijk. In artikel 79, ingetrokken in 2013, stond bijvoorbeeld: "Het is gebruikelijk dat artsen niet worden vergoed voor de zorg die wordt gegeven aan hun naaste familieleden en hun medewerkers, evenals aan de confraters en personen die ten laste zijn". "Die stelling was gebaseerd op de Eed van Hippocrates die op de solidariteit wijst tussen collega's, en het gebruik was gerechtvaardigd in tijden waarin de dekking door verzekeringen beperkt of afwezig was", zegt dokter Rombouts. "Door de technologische evolutie en de evolutie van de ziekenhuisfinanciering kan de arts niet langer alleen beslissen over de niet-facturering van diensten die worden uitgevoerd in zorginstellingen."De Orde der Artsen is overigens geen syndicaat voor beroepsverdediging. Bovendien maakt de evolutie naar de onvermijdelijke multidisciplinariteit dat de arts niet langer de facto aan het hoofd staat, maar wel een man of een vrouw is die charisma en talent moet gebruiken om de leider te worden.De evolutie van de deontologie moet beantwoorden aan bepaalde richtlijnen: "Rekening houdend met en verwijzend naar de belangrijkste wetten die in de afgelopen 30 jaar zijn aangenomen, naar de evolutie naar een positieve in plaats van bestraffende ethiek, principes in plaats van voorschriften: de code wordt vandaag vergezeld van een commentaar op basis van het advies van de Nationale Raad, jurisprudentie en evoluerend werk dat zich zal blijven ontwikkelen, met name met betrekking tot multidisciplinaire samenwerking en technologische ontwikkelingen.Prof. Coralie Herijgers (Antwerp Health Law and Ethics Chairs, AHLEC) wijst op de fundamenten van de medische deontologie. Het zijn gedragsregels en professionele plichten voor artsen, plichten die het gevolg zijn van de uitoefening van medische diensten en essentieel zijn voor de correcte uitoefening van het beroep.De arts heeft dus, deontologisch, plichten jegens de patiënt (hij levert informatie), tegenover de samenleving (hulpplicht in noodsituaties) en hij moet collegiale relaties onderhouden met zijn collega's of op zijn minst collegiaal zijn met andere artsen.Het lijkt vanzelfsprekend, maar in de deontologische code delegeren de autoriteiten hun competenties aan de beroepsorganisatie (publiekrecht), de Orde, zodat die gedragsregels kan opstellen en de inhoud ervan definiëren. "De gedragsregels worden bewaakt en aangemoedigd door de beroepsgroep en het is aan de beroepsgroep om ze te doen respecteren door de mogelijkheid om artsen te straffen die de gedragsregels niet respecteren."Maar het probleem van de bindende kracht van de deontologische code is niet vrij van dubbelzinnigheden. De code wordt door de koning niet verplicht gesteld. Het is geen materiële wet die juridische gevolgen zou hebben. Het is geen bindend wetgevend instrument, hoewel het afdwingbaar is. De code heeft meer te maken met gewoonten en gebruiken. Het nullum crimen sine lege-principe (principe dat stelt dat er geen boete kan worden opgelegd bij gebrek aan een duidelijke en precieze wet) is niet van toepassing. De deontologische regels zijn geldig ongeacht de vermelding in een formele tekst. De code valt onder de algemeen aanvaarde deontologische regels.Met een bottom-up benadering is de code gebaseerd op open en globale basisnormen. Aangezien de geneeskunde en de maatschappij snel evolueren, moeten we vermijden te precies te zijn omdat de regels niet constant kunnen worden bijgewerkt. De Code van medische deontologie is het tegenovergestelde van de tick box-mentaliteit (de arts vinkt geen vakjes aan, maar werkt met de grootste professionaliteit met respect voor de geest van professionele deontologie).Zwakheden blijven de belangrijkste professionele samenstelling van de Nationale Raad, die een gevaar van eenzijdige belangenbehartiging inhoudt, maar ook vage formuleringen, een te beknopte codex en het gebrek aan echte disciplinaire jurisprudentie. De nietverplichting om de GDPR te respecteren voor solo-artsen is een andere bron van verwarring.Maar het doel van de Code is duidelijker geworden: "De belangen van de patiënt en de samenleving staan centraal. Het verklarende compendium met referenties is op de goede weg. De 'principles-based approach' is de 'juiste' manier om te codificeren", zo besluit prof. Herijgers.