...

Burgers en patiënten moeten meer betrokken worden bij de besluitvorming in de gezondheidszorg. Vooral patiëntenorganisaties moeten meer invloed krijgen. Dat stelt een KCE-rapport.Er moet een grotere participatiecultuur ontstaan, en burgers en patiënten moeten gehoord worden op de sleutelmomenten van het besluitvormingsproces. Wanneer een beslissing afwijkt van hun advies, moet daar een motivatie voor komen. Dat besluit het KCE uit een bevraging van 80 betrokken personen.Burgers moeten vooral betrokken worden bij het vastleggen van de prioriteiten en de grote lijnen binnen de gezondheidszorg. Patiënten kunnen als ervaringsdeskundige een belangrijke inbreng hebben bij de beslissing om een behandeling al dan niet terug te betalen. Ze zien beter dan wie ook de impact die een behandeling kan hebben op de levenskwaliteit.Er moeten niet noodzakelijk aparte structuren in het leven geroepen worden voor deze participatie. De inbreng van de burger en patiënt is weliswaar belangrijk, maar moet daarom nog niet de doorslag geven.In de toekomst zouden vooral patiëntenorganisaties meer invloed moeten krijgen op de besluitvorming. De rol van ziekenfondsen wordt niet in vraag gesteld, maar ze zouden wel wat minder inbreng krijgen. Hetzelfde zou dan opgaan voor de politici én de zorgverleners.Er moet meer transparantie komen over de besluitvorming. Patiëntenorganisaties moeten erkenning en financiering kunnen krijgen. Vertegenwoordigers moeten ook opleiding krijgen voor hun rol. Om een participatiecultuur te creëren moet gewerkt worden met proefprojecten.Bij de bevraging volgens een Delphi-procedure werden personen betrokken uit diverse politieke geledingen, uit de beslissingsorganen van het Riziv en van de overheid, uit de ziekenfondsen, de patiëntenverenigingen en de consumentenorganisaties. Er is over het onderwerp nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht en het KCE maakt zich sterk dat het een tamelijk unieke studie heeft gegenereerd.