...

In een 'preambule' benadrukt de BHAK wel dat een Vlaamse huisartsenkring in Brussel noodzakelijk is en blijft. Zowel voor de Nederlandstalige patiënten als voor de Nederlandstalige huisartsen. Veertig jaar na de opstart van de kring blijven we het recht op zorg in het Nederlands verdedigen, zo luidt het. Ook omdat een Nederlandstalige huisartsenkring een brugfunctie vervult. "In Vlaamse vergaderingen laten we de stem van Brussel horen en in Brusselse vergaderingen de stem van de Nederlandstaligen." De BHAK neemt expliciet de rol van bruggenbouwer tussen Vlaanderen en Brussel en tussen Nederlands- en Franstaligen op.Het memorandum zelf -de twee kringen tellen in totaal 1.600 leden- zoemt in op twaalf concrete thema's.Zo vraagt men 'tijdig' overleg, in de ontwerpfase, en alleszins voor beslissingen genomen worden. Het beleid moet er ook rekening mee houden dat de meeste huisartsen zelfstandigen zijn. En informatie wordt best eerst met de zorgverleners gedeeld alvorens het publiek te maken.Tweede punt is een pleidooi voor een evenwichtige spreiding van huisartsen over de hele Brusselse regio. "Want toegankelijkheid tot zorg in eigen taal is voor Nederlandstaligen niet altijd gegarandeerd", zo trapt het memorandum een open deur in. Om de behoeften per gemeente te bepalen, verwijst men naar het Observatorium voor gezondheid en Welzijn van Brussel. Incentives en betaalbare (of zelfs gratis) ruimtes voor artsen kunnen tekorten terugdringen. Nieuwe artsen aantrekken, is mogelijk door lokale belastingstelsels te herzien en door 0%-leningen aan te bieden bij renovatie en aankoop. Benadrukt wordt dat een hulpprogramma niet gebaseerd mag zijn op het type praktijkorganisatie. Waarbij men opmerkt dat "de hervorming van de installatiepremie (voorheen Impulseo) zonder overleg gebeurde. Dit moet herzien worden."Voorts is er nood aan een algemeen telefoonnummer bereikbaar tijdens de kantooruren (van 9 tot 18 uur) voor sociale, administratieve, psychologische of gezondheidshulp. Een gemeenschappelijke website voor het hele gewest is evenmin een overbodige luxe. En er is in elke gemeente of zelfs wijk een infoloket nodig.Geestelijke gezondheid(szorg) blijft een pijnpunt. De Brusselse huisartsen vragen dat een samenwerkingsprotocol tussen psychologen en eerstelijnszorg wordt opgesteld. De overheid zou richtlijnen moeten opstellen om de communicatie tussen de twee beroepsgroepen vlot te laten verlopen. Ook om patiënten in hun eigen taal te kunnen helpen. Cruciaal is onder meer dat screenings- en bewustmakingsprogramma's versterkt worden en dat het beleid meer rekening houdt met de geestelijke gezondheid van ouderen. Om verslavingen (drugs, gokken, alcohol) in Brussel aan te pakken is het cruciaal dat de contacten tussen gezondheidszorg, verslavingszorg en justitie versterkt worden. Concreet zijn er voor drugs veilige consumptieruimtes nodig, testpunten in nachtclubs, meer behandelcentra en een ambitieuzer plan voor alcohol en tabak. Om gokverslavingen te bestrijden, is onder meer een betere regularisatie van vergunningen nodig. Via 'realistische sensibiliseringscampagnes' moeten 'schermverslavingen' tegengegaan worden.Er is ook het luik 'preventie en gezondheidspromotie'. Belangrijk is dat 'gezondheid' niet enkel in de huisartsenpraktijk bekeken wordt maar dat het overal bevorderd wordt. Patiënten hebben financiële ondersteuning nodig bij 'doorverwezen lichamelijke activiteit'. En Brussel moet werk maken van een gezonde leefomgeving met groene ruimtes, gezonde lucht enz.De overheid, zo gaat het verder, moet gegevensdeling tussen de gezondheidssector en de welzijns- en sociale sectoren bevorderen en vergemakkelijken.In de zorg voor de meest kwetsbaren spelen de OCMW's een cruciale rol. Toch laat de samenwerking te wensen over: procedures zijn onnodig lang en huisartsen worden te traag betaald. De dringende medische hulpverlening is aan wijzigingen en vereenvoudigingen toe. Medipriam, een informatieplatform opgericht door de FOD Maatschappelijke Integratie, dient toegankelijk te worden gemaakt voor alle zorgverleners.Medische centra kunnen de toegankelijkheid van de zorg voor kwetsbaren en mensen zonder huisarts verbeteren.De communicatie tussen huisartsen en ziekenhuizen in Brussel loopt nog steeds moeilijk. Het Brusselse beleid, voor zover bevoegd, moet deze samenwerking daarom verplichtend maken en tools aanbieden om de communicatie te vergemakkelijken. Overconsumptie van gespecialiseerde zorg dient aangepakt te worden en de druk op de spoed verminderd. Er is ondersteuning van een duidelijke taakverdeling nodig.In woonzorgcentra, GGZ-instellingen en voorzieningen voor gehandicaptenzorg is de situatie soms 'schandalig', zo luidt het. Een onafhankelijke audit van de woonzorgcentra dringt zich op. Er zijn voldoende plaatsen nodig, voldoende personeel en zorgverleners met de juiste kwalificaties. In psycho-geriatrische instellingen moeten de personeelsnormen verhogen. Last but not least wijzen de huisartsen erop dat het beleid ervoor opteert patiënten zoveel en zo lang mogelijk thuis te houden. Dat plaatst de Brusselse zorgverleners evenwel voor mobiliteitsproblemen. Er is hiervoor extra steun nodig zonder dat dit de administratieve lasten verhoogt, vinden ze.