...

Vandaag focussen de krantenkoppen voornamelijk op de verwachte economische dip en politieke crisis, die met het ontslag van de Britse eerste minister David Cameron al lijkt ingezet. Voor het fameuze referendum van afgelopen 23 juni waarschuwde minister van Volksgezondheid en ferm tegenstander van de Brexit, Jeremy Hunt, echter al dat de economische en politieke implicaties van de Brexit zich wel eens rechtstreeks zouden kunnen vertalen naar de gezondheidszorgsector.In de onmiddellijke nasleep van de Brexit-stemming, lijkt de impact voor de National health Service (NHS) en de levenswetenschappen op het eerste zicht nog niet duidelijk. In een 'Brexit-special', berekende het gerenommeerde Britse nieuwsmagazine The Economist dat het budget per capita besteed aan gezondheidszorg tegen 2020 zo'n 135 pond lager zal zijn dan hadden de Britten voor een remain gestemd. In het kader van hun campagne waren Brexit-voorstanders het niet eens geweest met dat sombere vooruitzicht. Zo beweerden de pro-vleugel van de Conservative Party en UKIP dat door een vertrek uit de Europese Unie - en dus niet meer te moeten bijdragen aan het budget ervan - per week 350 miljoen naar de National Health Service kon gaan. Maar niet lang na het bekendmaken van de uitslag van referendum moest UKIP-leider Nigel Farage al toegeven dat die uitspraak een "vergissing" was. Dokter Sarah Wollaston, voormalig huisarts, lid en voorzitter van de 'Health Select' onderzoekscommissie in het Britse Lagerhuis, reageerde via het medische nieuwsmedium Pulse al dat ze het hier niet zomaar bij zou laten. Nog via Pulse, liet de NHS Confederation (de vertegenwoordiging van NHS-organisaties) weten dat de NHS er alle belang bij had om deel uit te maken van de Europese Unie, en dat de Brexit onvermijdelijk gevolgen zal hebben voor de Britse gezondheidszorg. "Het komt er nu vooral op aan dat onze regering een akkoord vindt met de Europese Unie, dat rekening houdt met de sterke verwevenheid van de NHS met het EU-beleid", aldus de NHS.Bilaterale akkoordenVanaf het moment dat het Verenigd Koninkrijk (VK) zijn intentie om uit de Europese Unie te stappen heeft bekend gemaakt, heeft het twee jaar om met de andere lidstaten te onderhandelen. In een industrie die zo gereguleerd is als de gezondheidszorg, zijn de details van zo'n 'vertrekovereenkomst' cruciaal, aldus The Economist. "De onderhandelingen zullen het midden moeten vinden tussen het behouden van toegang tot de EU-markten, en het Verenigd Koninkrijk bevrijden van EU-regels." Zo kan het VK vragen om deel uit te maken van de Europese Economische Ruimte (EER), een zone die zowel niet-EU-lidstaten zoals Noorwegen, Lichtenstein als IJsland bevat als landen die wel deel uitmaken van de Europese Unie. "Dat zou weinig impact hebben op de Britse gezondheidszorg zoals die er vandaag uitziet", weet professor Europees Sociaal Recht Yves Jorens (UGent). "Omdat die beslissing het VK zou toelaten zijn toegang te behouden tot de eenheidsmarkt, en vrij verkeer van goederen en diensten mogelijk zou blijven." Maar dat brengt ook bepaalde verplichtingen met zich mee. Met andere woorden: ook het vrij verkeer van personen blijft dan bestaan. De vraag is volgens The Economist in hoeverre de leave-voorstanders hiermee akkoord zullen gaan. Yves Jorens: "Een andere optie is dat het VK niet toetreedt tot de EER en met bepaalde landen bilaterale akkoorden afsluit op een aantal vlakken, waaronder bijvoorbeeld gezondheidszorg, die in de lijn liggen van de huidige afspraken binnen de EU. Zeker is dat het afsluiten van dergelijke akkoorden een proces van jaren wordt."