Zo nu en dan hebben de mediakanalen het druk met het berichten over en het brandmerken van mensen met een mentaal gezondheidsprobleem. Deze stigmatisering is allesbehalve nieuw. In de 16de en 17de eeuw belandde menig mens met een mentale ziekte op de brandstapel. In de 19de eeuw bestonden er dan weer 'lunatic asylums' en 'madhouses', in onze contreien 'gekkenhuizen' genoemd. Psychiatrische patiënten behoren tot de meest gestigmatiseerde groepen in de samenleving. Op psychische kwetsbaarheid rust daarenboven ook nog eens een taboe. Daarom houden veel mensen hun ernstige psychische aandoening het liefst van al verborgen voor de buitenwereld, zeker op de werkvloer.

Recent verscheen er open brief omtent de portrettering in de populaire media (lees: Het Laatste Nieuws, dd. 14 februari 2023) van personen met een psychische kwetsbaarheid. Op 4 juli 2017 schreef Dr. Frieda Matthys al een column die de weergave van psychische aandoening in de soap Thuis op één onder de loep nam. Ze stond versteld van de karikaturale weergave van de psychische kwetsbaarheid van één personage.

Er is spijtig genoeg niet veel verbeterd. De meeste geweldincidenten met een psychotische dader worden uitvergroot en zetten een bepaalde toon. Dit stigma, het vormen van een bedreiging voor de maatschappij, wordt inderdaad onder meer gevoed door de media vanwege hun negatieve houding. De Wereldgezondheidorganisatie spreekt van 'stigma' als "een uiting van schaamte, ongenade of afkeuring, met als resultaat dat iemand uitgesloten en gediscrimineerd wordt, en zelfs geen deel meer kan nemen aan verschillende verschillende onderdelen van de maatschappij". Het stigma ontstaat door een gebrek aan kennis, of door onjuiste kennis. Vervolgens ontstaan negatieve attitudes en vooroordelen. Het laatste onderdeel is sociale uitsluiting (exclusie), of discriminatie. Er is inderdaad vaak een sterke negatieve stereotyping waarbij mensen met een mentale ziekte worden voorgesteld als onvoorspelbaar, agressief, gewelddadig, gevaarlijk, onredelijk, minder intelligent, schrikaanjagend en zonder te beschikken over zelfcontrole. De Klisjeemannetjes Koot & Bie zijn nooit veraf!

Streven naar inclusiviteit van de werknemers met een psychische aandoening kan veel verbeteren

Een stigma tast alle aspecten van het leven aan, verminderde toegang tot tewerkstelling, vinden van een woonst, sociale relaties en verminderde eigenwaarde. Het kan leiden tot werkloosheid, inkomensverlies, klein(er) sociaal netwerk, lage zelfachting, geringe levenskwaliteit, depressieve symptomen, demoralisatie en tot het vermijden van professionele hulp. Door het stigma trekken personen zich terug, isoleren zich en komen aldus terecht in een neerwaartse spiraal. Werkgevers verwachten (denken) van personen met een psychische aandoening dat ze minder presteren, onberekenbaar zijn, bedreigend zijn, vreemd zijn, onvoorspelbaar gedrag vertonen en veel zullen verzuimen vanwege hun symptomen. Dat is onderdeel van het zogenaamde 'publieke stigma'. Door eerdere negatieve ervaringen ontstaat bij veel mensen met een psychische aandoening het 'why try effect'. Ze krijgen last van 'zelf-stigma' en ondernemen nauwelijks nog acties. Mensen met een ernstige mentale aandoening hebben zeven maal meer kans om niet aan het werk te zijn. 60 tot 85% van de personen met een ernstige psychische aandoening zijn niet aan het werk. Hoewel blijkt dat de meeste mensen wel willen werken. Deze hoge inactiviteitsgraad is een urgent probleem.

Psychische stoornissen gaan vaak samen met een problematische arbeidsloopbaan. De re-integratie na een psychische arbeidsongeschiktheid is doorgaans minder succesvol dan bij lichamelijke aandoeningen. Het voeren van een degelijk diversiteitsbeleid in de bedrijven met daarbij streven naar inclusiviteit van de werknemers met een psychische aandoening kan veel verbeterd worden.

Zo nu en dan hebben de mediakanalen het druk met het berichten over en het brandmerken van mensen met een mentaal gezondheidsprobleem. Deze stigmatisering is allesbehalve nieuw. In de 16de en 17de eeuw belandde menig mens met een mentale ziekte op de brandstapel. In de 19de eeuw bestonden er dan weer 'lunatic asylums' en 'madhouses', in onze contreien 'gekkenhuizen' genoemd. Psychiatrische patiënten behoren tot de meest gestigmatiseerde groepen in de samenleving. Op psychische kwetsbaarheid rust daarenboven ook nog eens een taboe. Daarom houden veel mensen hun ernstige psychische aandoening het liefst van al verborgen voor de buitenwereld, zeker op de werkvloer. Recent verscheen er open brief omtent de portrettering in de populaire media (lees: Het Laatste Nieuws, dd. 14 februari 2023) van personen met een psychische kwetsbaarheid. Op 4 juli 2017 schreef Dr. Frieda Matthys al een column die de weergave van psychische aandoening in de soap Thuis op één onder de loep nam. Ze stond versteld van de karikaturale weergave van de psychische kwetsbaarheid van één personage. Er is spijtig genoeg niet veel verbeterd. De meeste geweldincidenten met een psychotische dader worden uitvergroot en zetten een bepaalde toon. Dit stigma, het vormen van een bedreiging voor de maatschappij, wordt inderdaad onder meer gevoed door de media vanwege hun negatieve houding. De Wereldgezondheidorganisatie spreekt van 'stigma' als "een uiting van schaamte, ongenade of afkeuring, met als resultaat dat iemand uitgesloten en gediscrimineerd wordt, en zelfs geen deel meer kan nemen aan verschillende verschillende onderdelen van de maatschappij". Het stigma ontstaat door een gebrek aan kennis, of door onjuiste kennis. Vervolgens ontstaan negatieve attitudes en vooroordelen. Het laatste onderdeel is sociale uitsluiting (exclusie), of discriminatie. Er is inderdaad vaak een sterke negatieve stereotyping waarbij mensen met een mentale ziekte worden voorgesteld als onvoorspelbaar, agressief, gewelddadig, gevaarlijk, onredelijk, minder intelligent, schrikaanjagend en zonder te beschikken over zelfcontrole. De Klisjeemannetjes Koot & Bie zijn nooit veraf!Een stigma tast alle aspecten van het leven aan, verminderde toegang tot tewerkstelling, vinden van een woonst, sociale relaties en verminderde eigenwaarde. Het kan leiden tot werkloosheid, inkomensverlies, klein(er) sociaal netwerk, lage zelfachting, geringe levenskwaliteit, depressieve symptomen, demoralisatie en tot het vermijden van professionele hulp. Door het stigma trekken personen zich terug, isoleren zich en komen aldus terecht in een neerwaartse spiraal. Werkgevers verwachten (denken) van personen met een psychische aandoening dat ze minder presteren, onberekenbaar zijn, bedreigend zijn, vreemd zijn, onvoorspelbaar gedrag vertonen en veel zullen verzuimen vanwege hun symptomen. Dat is onderdeel van het zogenaamde 'publieke stigma'. Door eerdere negatieve ervaringen ontstaat bij veel mensen met een psychische aandoening het 'why try effect'. Ze krijgen last van 'zelf-stigma' en ondernemen nauwelijks nog acties. Mensen met een ernstige mentale aandoening hebben zeven maal meer kans om niet aan het werk te zijn. 60 tot 85% van de personen met een ernstige psychische aandoening zijn niet aan het werk. Hoewel blijkt dat de meeste mensen wel willen werken. Deze hoge inactiviteitsgraad is een urgent probleem.Psychische stoornissen gaan vaak samen met een problematische arbeidsloopbaan. De re-integratie na een psychische arbeidsongeschiktheid is doorgaans minder succesvol dan bij lichamelijke aandoeningen. Het voeren van een degelijk diversiteitsbeleid in de bedrijven met daarbij streven naar inclusiviteit van de werknemers met een psychische aandoening kan veel verbeterd worden.