Na een vlugge pint wurmen we ons tussen de mensenmassa aan de ingang van het concertgebouw. De beau monde van de hoofdstad. Ik voel me hier nooit helemaal op mijn plaats. Ik krijg een flyer in mijn handen gewriemeld, waarvan ik meen dat het een programmaboekje is. Een vlug toiletbezoek, onze plaatsen op de derde rij opzoeken, helemaal vooraan. Terwijl de muzikanten begeleid onder applaus van de zaal hun plaatsen op het podium innemen, sla ik het programmaboekje open. Yannick Nézet-Séguin wordt de dirigent leer ik.

Onderaan de bladzijde valt mijn oog op een zin die ik niet in een programmaboekje verwacht. Ik frons mijn wenkbrauwen. "Free Palestine - Boycott Israël." Ik lees geïntrigeerd verder. Het flyer-programmaboekje blijkt niet wat het leek. Het concert van de avond kadert in een tournée van het Philadelphia Orchestra door Europa en Israël, lees ik. De tournée valt samen met de 70e verjaardag van de staat Israël en voor die gelegenheid zal het orkest op militaire basissen van het Israëlische leger optreden. Ik verstar. Draai de flyer om en om. Kijk rond me in de zaal.

Op de voorste rij vang ik een glimp op van de vrouw die de flyer in mijn handen drukte. Ze kijkt gespannen om zich heen. De pianiste neemt plaats, opnieuw onder applaus. Haar ranke vingers brengen Brahms tot leven. Luisteren lukt me niet. De flyer brandt in mijn handen. Ik denk aan de tijd die ik in Palestina doorbracht, met een NGO die elementaire gezondheidszorg verstrekte in Palestijnse dorpen, afgesloten van de buitenwereld door muren en prikkeldraad. Aan de checkpoints waar barende Palestijnse vrouwen moeten bevallen omdat hen de toegang tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis door Israëlische soldaten wordt ontzegd. Aan de barre grond die Palestijnse boeren moeizaam bewerken om toch te overleven.

Muziek ontslaat u niet van een ethische verantwoordelijkheid

De vruchtbare heuvelruggen ingepalmd door Israëlische nederzettingen waar appelsienen worden geteeld voor onze supermarkten. Aan het taai verzet van de Palestijnen, waar iedere familie rouwt om doden door kogels en bombardementen. Stenen tegen tanks en machinegeweren. Ik denk aan de eindeloze lijst internationale verdragen en VN resoluties die Israël systematisch naast zich neerlegt, de talloze schendingen van de mensenrechten, de 60 vermoorde Palestijnen en de duizenden gewonden nog geen twee weken geleden in Gaza.

Het eerste deel van het pianoconcerto ontwikkelt zich ten einde. De spanning in de muziek stijgt. De dirigent werkt zich in het zweet. Het is een tragisch feit dat op de verjaardag van de stichting van de staat Israël de Palestijnen vooral de Naqba, de Catastrofe, herdenken. De dag waarop Zionistische milities Palestijnen uit hun huizen en dorpen dreven en meer dan 700.000 vluchtelingen werden. Tachtig procent van de toenmalige Arabische inwoners van het gebied dat daarna Israël zou worden. Ik denk aan de boycott-actie van een Israëlisch farmaceutisch bedrijf dat we met een paar collega's op poten zetten. Door de Israëlische militaire bezetting heeft het bedrijf als enige farmaceutische firma toegang tot van de Palestijnse gebieden, waar ze veel te hoge prijzen vragen voor hun producten. We informeerden patiënten en riepen collega's op om geen producten van de firma voor te schrijven.

Twee akkoorden in mineur. De strijkers zwellen het thema van de eerste beweging tot een hoogtepunt. De piano doet het podium trillen.

Plots veert de vrouw op de eerste rij recht en kijkt de zaal in. Even vang ik haar blik. "Free Palestine!" roept ze luidt, net boven de muziek uit. Met twee ontrollen ze een spandoek. "Free Palestine!", herhalen ze hun strijdkreet. De muziek verstomt. Ontreddering in de ogen van de pianiste. Met een woedend armgebaar ontruimt de dirigent het podium. Tumult in de zaal. Security snelt toe en rukt het spandoek weg. Gejoel, getier, verontwaardiging. Ik vang flarden van gesprekken op.

"Ik lees hier dat het orkest in militaire basissen in Israël gaat spelen! Ongehoord!", roept een man achter me. Ik ben niet de enige die een flyer toegestopt kreeg. "Maar muziek en politiek, die hebben toch niets met elkaar te maken?", kirt een bejaard vrouwtje nijdig. "De keuze om in Israël te gaan spelen, en dan nog voor militairen, is in elk geval geen muzikale keuze", haak ik in. "En blijkbaar hebben verschillende mensenrechtenorganisatie het orkest gevraagd niet te gaan toeren in Israël, zonder veel resultaat."

Ik vraag me af wat Brahms hiervan gedacht zou hebben

Ik steek haar de flyer in handen. Steekt er achter een concertbezoek meer dan de louter esthetische ervaring? Als Bozar een orkest programmeert dat de militaire bezetting van Palestina steunt, keurt het die bezetting stilzwijgend goed? Als redenering lijkt het vergezocht, maar dat is het niet. Onrecht is geen daad, of een persoon. Het is een systeem. Een status quo. Die niet in vraag stellen, is deze verderzetten. Dat onrecht zit tot in de poriën van onze dagdagelijkse realiteit. Met de regelmaat van een kalender lezen we in kranten hoeveel Palestijnen er dit keer bij een zoveelste bombardement zijn gestorven en hoe daarna alles bij het oude blijft. Appelsienen bij het ontbijt, een voorschrift paracetamol, een kaartje voor een concert. De banaliteit van het kwaad.

De man achter ons staat op. "Dit kan niet. Ik wil niet langer naar hen luisteren." Mijn vader en ik volgen zijn voorbeeld. Met ons nog een handvol mensen. Maar de overgrote meerderheid blijft zitten en wanneer het orkest terug op het podium verschijnt, krijgt het een staande ovatie. Ik vraag me af wat Brahms hiervan gedacht zou hebben. Terwijl we de zaal verlaten, sla ik nog een keer de flyer open. "Muziek ontslaat u niet van een ethische verantwoordelijkheid. Ze zou een moreel kompas naar rechtvaardigheid moeten zijn."

Na een vlugge pint wurmen we ons tussen de mensenmassa aan de ingang van het concertgebouw. De beau monde van de hoofdstad. Ik voel me hier nooit helemaal op mijn plaats. Ik krijg een flyer in mijn handen gewriemeld, waarvan ik meen dat het een programmaboekje is. Een vlug toiletbezoek, onze plaatsen op de derde rij opzoeken, helemaal vooraan. Terwijl de muzikanten begeleid onder applaus van de zaal hun plaatsen op het podium innemen, sla ik het programmaboekje open. Yannick Nézet-Séguin wordt de dirigent leer ik. Onderaan de bladzijde valt mijn oog op een zin die ik niet in een programmaboekje verwacht. Ik frons mijn wenkbrauwen. "Free Palestine - Boycott Israël." Ik lees geïntrigeerd verder. Het flyer-programmaboekje blijkt niet wat het leek. Het concert van de avond kadert in een tournée van het Philadelphia Orchestra door Europa en Israël, lees ik. De tournée valt samen met de 70e verjaardag van de staat Israël en voor die gelegenheid zal het orkest op militaire basissen van het Israëlische leger optreden. Ik verstar. Draai de flyer om en om. Kijk rond me in de zaal. Op de voorste rij vang ik een glimp op van de vrouw die de flyer in mijn handen drukte. Ze kijkt gespannen om zich heen. De pianiste neemt plaats, opnieuw onder applaus. Haar ranke vingers brengen Brahms tot leven. Luisteren lukt me niet. De flyer brandt in mijn handen. Ik denk aan de tijd die ik in Palestina doorbracht, met een NGO die elementaire gezondheidszorg verstrekte in Palestijnse dorpen, afgesloten van de buitenwereld door muren en prikkeldraad. Aan de checkpoints waar barende Palestijnse vrouwen moeten bevallen omdat hen de toegang tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis door Israëlische soldaten wordt ontzegd. Aan de barre grond die Palestijnse boeren moeizaam bewerken om toch te overleven. De vruchtbare heuvelruggen ingepalmd door Israëlische nederzettingen waar appelsienen worden geteeld voor onze supermarkten. Aan het taai verzet van de Palestijnen, waar iedere familie rouwt om doden door kogels en bombardementen. Stenen tegen tanks en machinegeweren. Ik denk aan de eindeloze lijst internationale verdragen en VN resoluties die Israël systematisch naast zich neerlegt, de talloze schendingen van de mensenrechten, de 60 vermoorde Palestijnen en de duizenden gewonden nog geen twee weken geleden in Gaza.Het eerste deel van het pianoconcerto ontwikkelt zich ten einde. De spanning in de muziek stijgt. De dirigent werkt zich in het zweet. Het is een tragisch feit dat op de verjaardag van de stichting van de staat Israël de Palestijnen vooral de Naqba, de Catastrofe, herdenken. De dag waarop Zionistische milities Palestijnen uit hun huizen en dorpen dreven en meer dan 700.000 vluchtelingen werden. Tachtig procent van de toenmalige Arabische inwoners van het gebied dat daarna Israël zou worden. Ik denk aan de boycott-actie van een Israëlisch farmaceutisch bedrijf dat we met een paar collega's op poten zetten. Door de Israëlische militaire bezetting heeft het bedrijf als enige farmaceutische firma toegang tot van de Palestijnse gebieden, waar ze veel te hoge prijzen vragen voor hun producten. We informeerden patiënten en riepen collega's op om geen producten van de firma voor te schrijven.Twee akkoorden in mineur. De strijkers zwellen het thema van de eerste beweging tot een hoogtepunt. De piano doet het podium trillen.Plots veert de vrouw op de eerste rij recht en kijkt de zaal in. Even vang ik haar blik. "Free Palestine!" roept ze luidt, net boven de muziek uit. Met twee ontrollen ze een spandoek. "Free Palestine!", herhalen ze hun strijdkreet. De muziek verstomt. Ontreddering in de ogen van de pianiste. Met een woedend armgebaar ontruimt de dirigent het podium. Tumult in de zaal. Security snelt toe en rukt het spandoek weg. Gejoel, getier, verontwaardiging. Ik vang flarden van gesprekken op."Ik lees hier dat het orkest in militaire basissen in Israël gaat spelen! Ongehoord!", roept een man achter me. Ik ben niet de enige die een flyer toegestopt kreeg. "Maar muziek en politiek, die hebben toch niets met elkaar te maken?", kirt een bejaard vrouwtje nijdig. "De keuze om in Israël te gaan spelen, en dan nog voor militairen, is in elk geval geen muzikale keuze", haak ik in. "En blijkbaar hebben verschillende mensenrechtenorganisatie het orkest gevraagd niet te gaan toeren in Israël, zonder veel resultaat." Ik steek haar de flyer in handen. Steekt er achter een concertbezoek meer dan de louter esthetische ervaring? Als Bozar een orkest programmeert dat de militaire bezetting van Palestina steunt, keurt het die bezetting stilzwijgend goed? Als redenering lijkt het vergezocht, maar dat is het niet. Onrecht is geen daad, of een persoon. Het is een systeem. Een status quo. Die niet in vraag stellen, is deze verderzetten. Dat onrecht zit tot in de poriën van onze dagdagelijkse realiteit. Met de regelmaat van een kalender lezen we in kranten hoeveel Palestijnen er dit keer bij een zoveelste bombardement zijn gestorven en hoe daarna alles bij het oude blijft. Appelsienen bij het ontbijt, een voorschrift paracetamol, een kaartje voor een concert. De banaliteit van het kwaad.De man achter ons staat op. "Dit kan niet. Ik wil niet langer naar hen luisteren." Mijn vader en ik volgen zijn voorbeeld. Met ons nog een handvol mensen. Maar de overgrote meerderheid blijft zitten en wanneer het orkest terug op het podium verschijnt, krijgt het een staande ovatie. Ik vraag me af wat Brahms hiervan gedacht zou hebben. Terwijl we de zaal verlaten, sla ik nog een keer de flyer open. "Muziek ontslaat u niet van een ethische verantwoordelijkheid. Ze zou een moreel kompas naar rechtvaardigheid moeten zijn."