Modellen om de spoedafdeling en een huisartsenpermanentie te integreren, hebben onvoorspelbare resultaten. Ze vereisen in ieder geval zorgvuldige planning vooraf - en rigoureuze monitoring. Een nieuw aanbod lokt alleen maar nieuwe gebruikers aan. En van bezuinigen moet je helemaal niet dromen. Dat blijkt uit een review die gisteren verscheen in Emergency Medicine Journal.
...
De review van de Britse onderzoekers in deze BMJ-uitgave analyseerde de resultaten van een twintigtal onderzoeken (1). Daarvan kwamen er acht uit Nederland, vier uit Engeland, en de rest uit Ierland, Spanje, Zweden, Zwitserland en Australië.Alle geanalyseerde studies onderzochten het combineren van spoeddiensten met huisartsenzorg, meestal door eerstelijnsartsen in centra voor ongeplande zorg. Het ging vaak om een huisartsenpost zichtbaar naast de spoed. Soms werd er gewerkt met huisartsen op de spoed zelf. Er kon triage zijn vooraf, meestal door een verpleegkundige. Een enkele keer gebeurde de triage door de eerstelijnsarts.Onverwachte bevindingenEen vrij algemene bevinding was dat het samen aanbieden van diensten door spoed- en eerstelijnsartsen, het globaal gebruik van die diensten doet toenemen. De onderzoekers stellen dat een nieuw zorgaanbod een toename induceert. Verder waren er weinig consistente bevindingen inzake de reductie van wachttijden, de sneller doorstroming, de kosteneffectiviteit, de tevredenheid bij de patiënten.Het oneigenlijk gebruik van de spoed is een internationaal fenomeen. Op theoretische gronden neemt men aan dat wanneer men het oneigenlijk gebruik vermindert, de spoed als vanzelf performanter wordt. Door een correctere inzet van middelen. Maar deze review kan dat niet echt bevestigen. Effecten op wachttijden of op de doorstroming van patiënten, bijvoorbeeld, waren weinig spectaculair en lang niet eensluidend.Ook de invloed op de uitgaven was erg beperkt. Het inschakelen van huisartsen voor niet spoedeisende problemen had in een aantal studies een marginaal effect op de kosten per patiënt. Maar de onderzoekers wijzen erop dat dit wellicht niet opweegt tegen de investeringskosten, nodig om een nieuwe service op te zetten.En het opzetten van een dergelijke nieuwe service levert niet automatisch op wat men ervan verwacht, concluderen de onderzoekers."Patiënten zijn over het algemeen goed geplaatst om te beslissen waar ze toegang tot zorg kunnen krijgen. Ongepaste keuzes hangen gewoonlijk af van complexe sociaaleconomische factoren en tekortkomingen in het systeem voor ongeplande zorg", geven ze daarbij nog als bedenking mee.CommentaarIn een commentaarstuk (2) wordt er dan ook voor gewaarschuwd niet lukraak te gaan sleutelen aan de spoed en de huisartsenwachtdienst: "De grond van de zaak is: voordat we belangrijke veranderingen aanbrengen in de huidige systemen voor ongeplande zorg in om het even welk gezondheidsstelsel, moeten we absoluut duidelijk zijn wat we juist willen: een verbeterde toegang, een snellere doorstroming, een vermindering van de kosten en/of grotere patiëntentevredenheid."Eerst moet je alles in kaart brengen. En wanneer je veranderingen aanbrengt, moet je dat zorgvuldig monitoren. Anders dreig je met een trial-and-error-aanpak je systeem te ontwrichten en middelen te verspillen, waarschuwt de commentator.