...

Het team van dr. Kristine Alexander bestudeerde meer dan 3 jaar lang de gegevens van een zeer grote cohort van 30.000 mannen en vrouwen van 45 jaar en ouder. In die groep selecteerden de onderzoekers 495 patiënten die tekenen van cognitieve of geheugenstoornissen vertoonden op specifieke tests. Hun resultaten werden vergeleken met een controlegroep van 587 mensen zonder cognitieve achteruitgang. Het resultaat toont aan dat 6% van de patiënten met cognitieve stoornissen bloedgroep AB had, terwijl dat in de controlegroep maar 4% was, net zoals in de algemene bevolking. Mensen met bloedgroep AB lopen dus 82% meer risico om in het dagelijkse leven problemen te krijgen met het geheugen, de taal en de aandacht, wat kan wijzen op een beginnende seniele dementie. Ook bij patiënten met een hoge concentratie van antihemofilie A-factoren was het risico op cognitieve stoornissen 24% hoger. Net die proteïnen die een rol spelen in het stollingsproces komen meer voor bij mensen met bloedgroep AB. Echt alarmerend is dit evenwel niet, want de bloedgroep AB komt het minst vaak voor, amper bij 4% van de wereldbevolking. De auteurs wijzen er ook op dat andere factoren een rol kunnen spelen bij cognitieve stoornissen, zoals hypertensie, cholesterol en diabetes.