...

Bijna 23% van de artsen bepaalde in 2009 vrij zijn ereloon volgens cijfers die minister van Sociale Zaken Onkelinx meedeelde. "De cijfers maken duidelijk dat de tariefzekerheid voor de patiënt minder groot is dan de minister ons wil doen geloven", reageert Van Moer.In 2009 weigerden 7.827 artsen van de 34.255 de conventie te ondertekenen. Weliswaar zijn de cijfers sterk regionaal gekleurd: Brussel steekt er sterk bovenuit (30%) niet-geconventioneerde artsen.Hoop op evenwichtig akkoord Daarbij dient opgemerkt dat die 23% niet-geconventioneerde dokters maar 17% van de medische prestaties levert. Maar volgens Van Moer doet dat weinig ter zake: "Het gaat hier meestal om specialisten, zoals blijkt uit de cijfers. Specialisten voeren op korte tijd veel technische prestaties uit, zoals scans en tests. Een huisarts doet dat veel minder, maar besteedt wel veel tijd aan de patient."De N-VA hoopt op een evenwichtig akkoord in de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen tegen het jaareinde. Om het percentage geconventioneerden op te trekken en de bevolking een grotere tariefzekerheid te garanderen, heet het.Twijfels Rufij Baeke (SVH) betwijfelt of Onkelinx' cijfers correct zijn. Hij verwijst daarvoor naar Marc Moens (Bvas) die zelf al aangaf dat er hooguit 15.000 praktijkvoerende - geaccrediteerde - specialisten zijn. Zelf beweert hij dat er niet meer dan 10.000 huisartsen met een voltijdse praktijk zijn. Dat maakt dus samen 25.000 artsen die in aanmerking komen voor de conventie en geen 34.000 zoals Onkelinx zegt, aldus Baeke.