...

De tekst van de overeenkomst staat sinds dinsdag 27 juli integraal op de website van het Riziv. De nieuwe overeenkomst maakt deel uit van het protocolakkoord dat de federale regering en de gewesten en gemeenschappen in december 2020 afsloten over een gecoördineerde aanpak voor de versterking van het psychisch zorgaanbod. Doel van de overeenkomst is het toegankelijker maken van geestelijke gezondheidszorg, dicht bij de leefomgeving van de burger te brengen, in samenwerking met de actoren in de eerste lijn. Vanaf dit jaar werd het budget hiervoor verhoogd van 39 naar bijna 152 miljoen euro. Dat is bijna vier keer meer dan het bedrag in 2020, toen vastgelegd onder toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld).Een aantal klemtonen van de overeenkomst zijn een uitbreiding van de (terugbetaalde) eerstelijnspsychologische zorg voor kinderen, adolescenten en volwassenen, of het nu gaat om zorg voor psychisch welzijn of om meer gespecialiseerde zorg wegens een onderliggend psychische aandoening. Wat betreft interventies van korte duur en/of lage intensiteit die bijdragen tot het behoud of herstel van psychisch welzijn, hebben kinderen en adolescenten (-23 jaar) recht op 10 individuele sessies of 8 groepssessies per periode van 12 maanden. Volwassenen (+15 jaar) hebben recht op 8 individuele sessies of 5 groepssessies. Kinderen en adolescenten die gespecialiseerde zorg (vanwege een onderliggende psychische aandoening) nodig hebben, hebben recht op gemiddeld 10 individuele sessies (maximaal 20) of maximaal 15 groepssessies per periode van 12 maanden. Volwassenen hebben recht op gemiddeld 8 individuele sessies (maximaal 20) of maximaal 12 groepssessies.Een sessie kost een patiënt maximum 11 euro, psychologen en orthopedagogen worden beter verloond (tot 75 euro per individuele sessie, en 326 of 400 euro voor een groepssessie).De klinisch psycholoog of orthopedagoog zal rechtstreeks toegankelijk zijn. Dit in tegenstelling tot de vorige (huidige) situatie, waarbij doorverwijzing van een (huis)arts nodig was.Lokale organisatie van zorgDe klinisch psycholoog of orthopedagoog moet een overeenkomst hebben met een van de 32 netwerken voor geestelijke gezondheidszorg in ons land, die elk hun eigen werkgebied hebben en samen heel België bestrijken. Dat er in tegenstelling tot de vorige situatie geen verwijzing van een arts meer nodig is - en ook geen diagnose om met therapie te kunnen starten - maakt de geestelijke gezondheidszorg wellicht laagdrempeliger, zo oordeelt de Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid (SGGG). Deze "juicht toe" dat de geestelijke gezondheidszorg wordt ingebed in dergelijke lokale netwerken. "De incentives beperken zich dus niet tot het terugbetalen van sessies bij de psycholoog. Het gaat over het uitrollen van een netwerk van psychologische zorg van gerichte preventie tot ambulante behandeling, geïntegreerd en afgestemd met lokale partners", zo ziet de SGGG het. Volgens de SGGG, die diverse stakeholders, beroepsverenigingen, ervaringsdeskundigen, mantelzorgers, patiëntenkoepels ... in de ggz-sector vertegenwoordigt, betekent de nieuwe overeenkomst in het algemeen een "aanzienlijke verbetering" tegenover het vorige akkoord. Volgens voorzitter en psychiater prof. Frieda Matthys laat de bijkomende investering toe een "ernstig begin" te maken van het wegwerken van de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorgsector. Ook de VVKP, de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen, drukte de voorbije dagen zijn blijdschap uit. De vereniging spreekt zelfs van een "niet te onderschatten kentering in het Belgische gezondheidssysteem". "Voor het eerst zullen we een organisatie- en financieringsmodel uitrollen dat vertrekt vanuit een public health-visie. Dit betekent dat het behandelen van zieke mensen niet het vertrekpunt is, maar wel het organiseren van zorg op lokaal niveau. Samenwerking met verschillende lokale actoren, zowel binnen als buiten de gezondheidszorg, is hierin een belangrijk uitgangspunt."Samenwerking met huisartsOnder meer dat laatste aspect was de afgelopen dagen voer voor discussie op sociaal medium Twitter. Zo merkte huisarts Steven Haesaert op, naast "felicitaties" voor de terugbetaling van psychologische zorg, dat de huisarts in deze nieuwe overeenkomst "buitenspel" gezet wordt. Er is "ook nog geen garantie op kwaliteitszorg, welke therapeuten worden terugbetaald. Enkel de universitair geschoolden?", tweette hij.Artikel 7 van de overeenkomst ('proces m.b.t. verwijzing, overleg en rapporting') verduidelijkt de terugkoppeling naar de GMD-houdende huisarts of huisartsenpraktijk. "Indien er een psychologische interventie plaatsvindt, deze wordt onderbroken/beëindigd of er wordt doorverwezen naar het netwerk van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg dient er, in het belang van de rechthebbende en op voorwaarde van toestemming van de rechthebbende en/of zijn ouder(s) of wettelijke voogd, in de loop van de interventie/beëindiging of na de verwijzing, een communicatie te zijn met de GMD-houdende arts of met de GMD-houdende huisartsenpraktijk om deze op de hoogte te brengen van de ondersteuning/begeleiding en/of om de opvolging te bespreken en/of om gepaste vervolgzorg te voorzien", zo staat er te lezen.