Huisarts Nu, het blad van Domus Medica, publiceert deze maand een opmerkelijk veldonderzoek over bevlogenheid bij Vlaamse huisartsen. De positieve resultaten staan haaks op de treurzang over burn-out die de media ons de jongste tijd voorschotelen.
Een verheugende vaststelling: het gros van de Vlaamse huisartsen is zeer bevlogen en toegewijd bezig. Sowieso belangrijk in de gezondheidszorg. Zorgverstrekkers zijn immers in de eerste plaats met mensen/patiënten bezig.
Het gros van de Vlaamse huisartsen is zeer bevlogen en toegewijd bezig
Eveneens opmerkelijk - en zo mogelijk nog essentiëler in het licht van langer wordende loopbanen - is dat bevlogenheid niet af- maar juist toeneemt met de leeftijd. Vergeet het cliché van de stoffige, uitgebluste huisarts die ongeduldig op zijn pensioen wacht. Dat strookt niet met de realiteit. Huisartsen zijn als goede wijn, ze worden beter met de jaren. Omdat onzekerheid plaats maakt voor een stijgend gevoel van persoonlijke bekwaamheid. En omdat patiëntencontacten hechter worden met de jaren. Fijn! Ook merkwaardig: solisten geven aan vaker bevlogen te zijn dan artsen in een groepspraktijk. Essentieel is voorts de positieve correlatie tussen bevlogenheid en patiëntencontacten. Huisartsen houden van en staan midden de mensen. Nog andere belangrijke elementen: bevlogenheid wordt in de hand gewerkt door een goede wisselwerking tussen werk en privé, door de mogelijkheid om autonoom te functioneren, door opleidingsmogelijkheden, erkenning en feedback.
Het zijn opstekers. Al maakt één zwaluw de lente niet - dit onderzoek vraagt bevestiging. Temeer daar de conclusies gebaseerd zijn op een staal van slechts 170 huisartsen, van wie drie vierde vrouwen. De basis is bovendien zelfrapportage. Respondenten geven dus mogelijk sociaal wenselijke antwoorden en/of enkel de meest bevlogen artsen participeerden.
Een verheugende vaststelling: het gros van de Vlaamse huisartsen is zeer bevlogen en toegewijd bezig. Sowieso belangrijk in de gezondheidszorg. Zorgverstrekkers zijn immers in de eerste plaats met mensen/patiënten bezig.Eveneens opmerkelijk - en zo mogelijk nog essentiëler in het licht van langer wordende loopbanen - is dat bevlogenheid niet af- maar juist toeneemt met de leeftijd. Vergeet het cliché van de stoffige, uitgebluste huisarts die ongeduldig op zijn pensioen wacht. Dat strookt niet met de realiteit. Huisartsen zijn als goede wijn, ze worden beter met de jaren. Omdat onzekerheid plaats maakt voor een stijgend gevoel van persoonlijke bekwaamheid. En omdat patiëntencontacten hechter worden met de jaren. Fijn! Ook merkwaardig: solisten geven aan vaker bevlogen te zijn dan artsen in een groepspraktijk. Essentieel is voorts de positieve correlatie tussen bevlogenheid en patiëntencontacten. Huisartsen houden van en staan midden de mensen. Nog andere belangrijke elementen: bevlogenheid wordt in de hand gewerkt door een goede wisselwerking tussen werk en privé, door de mogelijkheid om autonoom te functioneren, door opleidingsmogelijkheden, erkenning en feedback.Het zijn opstekers. Al maakt één zwaluw de lente niet - dit onderzoek vraagt bevestiging. Temeer daar de conclusies gebaseerd zijn op een staal van slechts 170 huisartsen, van wie drie vierde vrouwen. De basis is bovendien zelfrapportage. Respondenten geven dus mogelijk sociaal wenselijke antwoorden en/of enkel de meest bevlogen artsen participeerden.