...

Daartoe worden een aantal arbeidsrechtelijke bepalingen en de anti-discriminatiewet gewijzigd. Op 26 november 2019 werd het wetsvoorstel ingediend door volksvertegenwoordigers van christendemocraten, Groen, socialisten, MR en N-VA. De voltallige Kamer moet het wetsvoorstel wel nog bekrachtigen.De werkgever van een werkneemster/nemer die een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma voor medisch begeleide voortplanting volgt, mag geen handeling verrichten die leidt tot een eenzijdige beëindiging van de dienstbetrekking. Dit geldt vanaf het moment dat de werkgever via een medisch attest op de hoogte is tot het verstrijken van een termijn van twee maanden. Het wetsvoorstel bepaalt niets over het specialisme van de attesterende arts. Voor de definitie van een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma voor medisch begeleide voortplanting wordt verwezen naar artikel 2 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van overtallige embryo's en de gameten. Het gaat onder meer om in vitro fertilisatie, embryo transfer en kunstmatige inseminatie.Eenzijdige beëindiging van het contract blijft mogelijk om redenen die geen verband houden met de afwezigheid omwille van een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma voor medisch begeleide voortplanting. De werkgever moet dergelijke redenen bewijzen. Op verzoek van de werkneemster/nemer stelt de werkgever haar of hem daarvan schriftelijk in kennis. Indien het ontslag toch verband houdt met een vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting moet de werkgever een forfaitaire vergoeding betalen gelijk aan het brutoloon van zes maanden, en eventueel de vergoedingen wegens het verbreken van de arbeidsovereenkomst.