...

Op 20 juli nam de Kamer het wetsvoorstel aan over de versoepeling van het beroepsgheim. Dat voorstel van Karin Lalieux (PS) vloeit voort uit de werkzaamheden van de Bijzondere Commissie over seksueel misbruik. Vertegenwoordigers van bijna alle partijen ondertekenden het. Het breidt de uitzonderingen op het beroepsgeheim (art. 458bis) in het strafrecht uit. Preventief optreden Carina Van Cauter (Open-VLD), ondervoorzitster van de betrokken commissie, vat de wijzigingen inzake het beroepsgeheim als volgt samen: "Hulpverleners die een beroepsgeheim moeten respecteren, zullen voortaan naar politie of justitie kunnen stappen bij een ernstig en dreigend gevaar voor de minderjarige zelf of bij aanwijzingen dat andere minderjarigen of kwetsbare personen het slachtoffer zouden worden van seksueel misbruik." "Tot nu toe mochten ze dat alleen doen wanneer ze de minderjarige zelf hadden onderzocht of wanneer ze door de minderjarige in vertrouwen waren genomen. De nieuwe wet geeft houders van een beroepsgeheim nu ook spreekrecht wanneer ze via de dader of derden op de hoogte zijn van het misbruik. Het laat nu ook een preventieve aangifte toe." CD&V-kamerleden Sonja Becq en Raf Terwingen stellen dat zij zwaar gewogen hebben op de besluitvorming rond het nieuwe voorstel. Hulpverleners waren bang dat patiten niet meer met hun klachten bij hen zouden durven aankloppen. De hulpverleners zouden immers niet anders kunnen dan de informatie door te geven aan het parket - om te voorkomen dat ze zelf worden aangeklaagd wegens schuldig verzuim. De oplossing was om een uitdrukkelijke verwijzing naar het schuldig verzuim te schrappen. Dat om te voorkomen dat het beoogde spreekrecht te ver opschoof naar een spreekplicht. Artsen worden zo geen verlengstuk van justitie, besluiten zij.Toch veel onzekerheid Toch lijkt het op een spreekrecht met een pistool in de rug. Carina Van Cauter: "Iedereen moet er zich blijvend bewust van zijn dat hij schuldig verzuim pleegt wanneer hij nalaat hulp te bieden of een imminent en actueel gevaar te melden."En voor Marc Moens is dat een brug te ver. Weliswaar is er geen verplichting om informatie over mogelijk misbruik mee te delen. Maar de huisarts, en soms ook de pediater, kan als hij het 'verzuimt' soms toch vervolgd worden. "Mijns inziens legt dat een nog zwaardere druk op de artsen dan de bestaande onzekerheden waar in het parlement over werd gedebatteerd. Wat moeten de artsen doen als derden hen informeren over dergelijke feiten? Detective spelen of detectives inhuren?" "Onduidelijk is bijvoorbeeld ook: wie is 'kwetsbaar' als gevolg van zijn leeftijd. En vanaf welke leeftijd geldt dat dan?" De Standaard tekende enkele gelijkaardige reacties op bij hoogleraren huisartsgeneeskunde: "Dit biedt weinig rechtzekerheid en crert dubbelzinnigheid", aldus Prof. Dirk Devroey. De wet is positief bedoeld, vindt hij, maar het is moeilijk ermee om te gaan. "We willen onze nek uitsteken maar hem niet laten afhakken." Prof. Jan De Lepeleire verzuchtte: "Ons verplichten om misbruik te melden zonder ons beter te omkaderen, kan niet." Maggie De Block (Open-VLD) beseft dat ook wel: "Artsen zijn geen juristen. Het is cruciaal dat er een inspanning komt van de ministers van Justitie en Sociale Zaken om alle houders van een beroepsgeheim uitvoerig te informeren over het spreekrecht. Dat gebeurt het best samen in overleg met experts van de Orde en vertegenwoordigers van de welzijnssector." Maar het blijft afwachten of dat echt nog meer duidelijkheid schept.