...

De wet Colla (MB 30/04/1999) en de wet op arbeidsduur (BS 22 december 2010) voorzien een vergoeding voor werkuren in het kader van wachtdiensten en een vergoeding voor de werkuren in kader van de opt-out (60 uren-werkweek i.p.v. 48 uren-werkweek)", stellen de Vlaamse assistenten. "Maar in de praktijk is er tussen universiteiten en ziekenhuizen een grote diversiteit in de invulling van deze arbeidsvoorwaarden."In februari jl. vroeg (zie AK nr. 2573) het Vaso-bestuur het kabinet van minister van Werk Kris Peeters (CD&V) nog om -- binnen deze legislatuur -- duidelijkheid hierover in de wetgeving te creëren. De jonge artsen richten zich nu op de volgende regering om hun pijlen af te vuren. Meer bepaald vragen ze een homogenisering van de arbeidsvoorwaarden via een collectieve arbeidsovereenkomst (cao).Deeltijds werkenVerder wil Vaso het voor haar jonge collega's mogelijk maken om tijdens de opleiding deeltijds te werken. Deze optie bestaat sinds 2017 maar in de praktijk bieden Vlaamse ziekenhuizen en stagediensten dit niet aan, zo beweren de assistenten. Een van de redenen hiervoor is de bestaande onduidelijkheid over hoe de mogelijkheid tot deeltijds werken zich verhoudt tot de opt-out. "Voor ons lijkt een deeltijds mandaat, met ondertekenen van de opt-out, een 38,4 uren-werkweek met de mogelijkheid om uit te breiden met 9,6 uur in het kader van wachtdiensten", zoals Vaso het formuleerde in de brief aan minister Peeters.Op niveau van de Vlaamse gemeenschap zijn de assistenten benieuwd naar het beleid dat gevoerd zal worden omtrent de subquota. "Tot op heden werden wij hier jammer genoeg niet in betrokken ondanks meermaals aandringen", klinkt het. De vereniging van artsen in opleiding pleit voor een numerus clausus voor elke discipline om het probleem van knelpuntspecialismen - "zowel tekorten als overschotten" - aan te pakken. De assistenten eisen ook meer transparantie over het aantal beschikbare plaatsen binnen elk universitair netwerk zodat studenten vrij kunnen solliciteren. Het kan niet, volgens hen, dat de financiële draagkracht van stagediensten een remmende factor is in het aanbieden van opleidingsplaatsen. De aso's hopen dit op te lossen door te differentiëren in de ondersteuning van stagediensten.NetwerkenLast but not least maken de jonge artsen zich zorgen over de organisatie van de opleiding binnen de ziekenhuisnetwerken. "Concentratie van zorg mag geen concentratie van bepaalde delen van de opleiding inhouden." Als een kwalitatieve opleiding dit vereist, moeten assistenten kunnen roteren binnen hetzelfde ziekenhuisnetwerk, zegt Vaso.