...

Professor medische sociologie Guido Van Hal (UA en verbonden aan het Centrum voor Kankeropsporing) legde uit dat het bevolkingsonderzoek gericht is op alle (klachtenvrije) 56 tot 74-jarigen. Om de twee jaar krijgen ze met de post een iFOB-test thuisgestuurd. Daarmee kunnen ze een staal van de stoelgang nemen en die naar het laboratorium sturen. Binnen de 14 kalenderdagen ontvangt de persoon in kwestie en zijn huisarts de resultaten. De procedure is gratis. Gestart werd in oktober 2013 met de pare leeftijden vanaf 66 jaar -dus de 66-, 68-, 70, 72- en 74-jarigen. In totaal gaat het over 248.970 mensen. In 2014 en de daaropvolgende jaren volgen dan de lagere leeftijdsgroepen. Na de eerste uitnodiging participeerden bij de 66-74-jarigen 91.784 mensen (36,9%) aan het onderzoek. Daar kwamen er na een tweede uitnodiging nog 15.342 (6,2%) bij. "Het totaal bedraagt dus 43%, de resultaten zijn echter nog niet helemaal volledig. Landen zullen we op 51%", maakt Guido Van Hal zich sterk. Opmerkelijk, en eerder ongewoon voor dit type onderzoeken, is dat iets meer mannen (43,6%) dan vrouwen (42,5%) deelnamen. Koploper -en dat was ook al het geval voor het screeningsprogramma naar borstkanker is Limburg (50,3%). Daarna volgen Antwerpen (43,9%) en Oost-Vlaanderen (42,1%).Geen stoelgangtaboe Professor Van Hal toonde zich tevreden met de participatiegraad van 50%. "Ter vergelijking. Het screeningsprogramma voor borstkanker gericht op vrouwen tussen 50 en 69 jaar bereikte pas na 5 jaar een participatie van 42%," zei hij. Ook het voorafgaandelijke proefproject dikkedarmkanker in een aantal gemeenten kwam uit op een deelnamegraad die slechts 44,3% bedroeg. Van Hal: "De voorafgaandelijke vrees voor een stoelgangtaboe was dus onterecht. Allicht komt dat deels ook omdat met de hoogste leeftijdscategorieën werd gestart." Op basis van de laboratoriumresultaten verwees men 11,9% van de mannen en 7,2% van de vrouwen door voor verder onderzoek. Bij hen werd dus een afwijking vastgesteld die een coloscopie vereiste. Van Hal: "Globaal is dat 9,3% en dat is vrij hoog. Ter vergelijking: in het proefproject bedroeg de doorverwijzing slechts 5,3%. Hieraan namen natuurlijk ook wel jongere leeftijdscategorieën deel." Tot zover de voorlopige resultaten. Het is nu wachten op de verdere follow-up om te weten hoeveel gevallen van dikkedarmkanker er effectief worden opgespoord.