...

Het artikel in De Standaard waarin de lonen van artsen zogezegd vergeleken worden met die van de premier blijft verontwaardigde reacties losweken in artsenmiddens. Volgens De Standaard 'verdienen' 3.000 artsen meer dan de premier. "Al een geluk zet men het woordje verdienen tussen aanhalingstekens, want het duurt tot het laatste deel van het artikel voor men tot de kern van de zaak doordringt. Met name dat de bedragen die men voordien citeert bijlange geen nettobedragen maar zelfs ook geen brutobedragen zijn!", aldus het ASGB. "De afhoudingen door het ziekenhuis of de kosten voor een privépraktijk moeten er immers nog af. Gemiddeld dragen alle specialisten samen 40% van hun honorariummassa af aan het ziekenhuis, voor de medisch-technische diensten zoals klinische biologie, medische beeldvorming of dialyse loopt dat gemakkelijk op tot 80%. Tja, daar heeft de premier geen last van natuurlijk! En dan moeten de sociale bijdragen en de belastingen nog langskomen", luidt het smalend.Het syndicaat verwijst verder naar voordelen in natura waar de premier kan van genieten, zoals een dienstwagen met chauffeur. "Kunnen we misschien ook eens kijken naar de andere kant van de medaille?", vraagt het ASGB zich af. "Neem bijvoorbeeld het pensioen van de premier dat al gauw zo'n 13.000 euro per maand bedraagt. Welnu, dat is het pensioen van minstens 10 artsen!"PopulismeHet ASGB wijst nog op een bijkomende denkfout in het artikel van De Standaard: "In de meeste ziekenhuisdiensten werkt men in associatie en is er één arts, meestal het diensthoofd, die de administratie en de facturatie op zich neemt. De geciteerde bedragen moeten dan uiteraard gedeeld worden door het aantal FTE werkzaam in de dienst. Door de concentratie van zorg worden de diensten alsmaar groter en zullen er dus ook meer en meer artsen in deze facturatiecategorie vallen. Het moge duidelijk zijn dat de vergelijking met de premier op niks slaat en puur populistisch van aard is.""Wil dit dan zeggen dat alles is, zoals het moet? Nee, zeker niet. Natuurlijk zullen er links en rechts 'uitwassen' zijn waar vragen bij gesteld kunnen worden. Wij beschikken ook niet over de belastingbrief van de zowat 50.000 artsen. En vooral, we weten als artsenvertegenwoordigers dat er onevenwichten zijn en dat er te weinig transparantie is. Daarom ook wordt er volop werk gemaakt van een herijking. De artsensyndicaten geven daar hun volle medewerking aan. Maar indien de beheerders bij hun eis blijven dat er later ook op het professionele gedeelte nog afhoudingen moeten mogelijk zijn, dan dreigt dit een maat voor niks te worden", besluit het ASGB.