Weer bleken het loze woorden van Vooruit-minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Vier maanden geleden klonk het nochtans erg stoer in de parlementaire commissie: "Eind januari moet er een effectieve filter zijn voor de artsenquota aan Franstalige kant. Indien dat akkoord er niet komt, zullen de federale plannen tot responsabilisering uit de schuif gehaald worden. Dan zullen de artsenquota op federaal niveau gehandhaafd worden met federale regelgeving. De teksten liggen klaar!"

Nu januari daadwerkelijk op zijn einde loopt, klinkt het al helemaal anders. Geconfronteerd in de plenaire vergadering met zijn eigen uitspraken reageerde Vandenbroucke als door een wesp gestoken. Nee, er was geen akkoord. Maar hij ging nog eens praten met de Franstaligen. Waarom bleef ik hier toch op hameren? Goh, dat praten. Hebben we dat nu al geen twee decennia lang geprobeerd?

Vanaf wanneer spreken we over de herhaling te veel? Een kwarteeuw lang al kijken de Vlamingen naar het tragikomische schouwspel van de artsencontingentering. Met tot nu toe telkens hetzelfde resultaat. De Franstaligen krijgen hun zin en de Vlaming ondergaat.

Soms benoemt men wel eens een stok achter de deur, maar toegepast wordt hij nooit. Voorganger minister De Block (Open VLD) weigerde à point finale telkens hardnekkig, ondanks stoere uitspraken en het duidelijke compromis van de Zweedse regering. Vandenbroucke kopieert nu haar schijntoneel. En de Franstaligen, die lachen in hun vuistje. Ze kennen het spel, van binnen en van buiten. Ze spelen het al lang.

Betaalbaarheid van de sociale zekerheid

Eind jaren '90 al besloot de federale regering artsenquota in te voeren om het overtal aan studenten geneeskunde terug te schroeven. Deze contingentering moest de overconsumptie in de zorg tegengaan en de kwaliteit van de opleiding garanderen.

En dat was nodig. Want de overconsumptie steeg en sommige artsen verdienden na jaren studeren de kaas op hun boterham niet. En dus hanteert Vlaanderen al meer dan 20 jaar een strikt toegangsexamen voor de (tand)artsenopleiding.

Franstalig België weigert echter al even lang categoriek om haar verantwoordelijkheid te nemen. Sterker nog, toenmalig minister Onkelinx slaagde er destijds in om, toen de Riziv-nummers aan Franstalige kant uitgeput waren, doodleuk de Riziv-nummers van de komende jaren te gebruiken. Geen Vlaamse coalitiepartner van toen hield haar tegen.

Dit historische onrecht ontlokte de toenmalige Leuvense rector Rik Torfs in 2016 volgende uitspraak: "Als de artsenquota niet eerlijk worden verdeeld en de regering honoreert het niet-solidaire gedrag van de Franstaligen, dan moet Vlaanderen minstens ernstige compensaties krijgen. Wie ongelijkheid wil, moet daar een prijs voor betalen."

Ik zou zelfs nog een stap verder willen gaan. Om meer redenen dan alleen dit dossier is het hoog tijd om de gezondheidszorg te splitsen.

Om meer redenen dan de contingentering alleen is het hoog tijd om de gezondheidszorg te splitsen

Onderzoek uit 2019 van de federale Planningscommissie erkent ook vandaag nog de noodzaak voor een beperking van het aantal artsen. In het zuiden van dit land bedraagt de dichtheid ondertussen 21,3 per 10.000 inwonders tegenover 14,9 in Vlaanderen. Uit datzelfde onderzoek bleek trouwens ook dat de Franstalige artsen een pak minder uren presteren dan hun Vlaamse collega's. Een vaststelling waarvoor ze van de federale palnningscommissie trouwens extra nummers toegewezen krijgen. De wereld op zijn kop. Want die minder uren zijn minstens deels het gevolg van het te veel aan artsen, die dan weer genoodzaakt zijn om meer onderzoeken voor te schrijven om toch maar hun brood te verdienen. En die geïnstutionaliseerde overconsumptie kost geld, evengoed aan de Vlaamse belastingbetaler.

De artsenquota zijn dus een oud zeer, waarbij finaal de factuur bij de Vlaming belandt. Maar het dossier is ook tekenend voor de onwerkbaarheid van dit land. Federaal wordt een wet gestemd om efficiënt en kwalitatief te werk te gaan, de Franstalige gemeenschapsregering weigert ze uit te voeren. En de Vlamingen staan machteloos, ze betalen braaf het gelag.

Ik heb er geen probleem mee dat men aan Franstalige zijde wil verder bouwen aan hun overtal aan artsen. Alleen, dan moeten ze de gevolgen ook zelf betalen

Let op, ik heb er geen probleem mee dat men aan Franstalige zijde wil verder bouwen aan hun overtal aan artsen. Alleen, dan moeten ze de gevolgen ook zelf betalen. Beide gemeenschappen moeten het heft voluit in eigen handen kunnen nemen. Met een eigen analyse van de noden aan artsen én een eigen beleid. Want noden zijn er wel degelijk.

Ook het toewijzen naar de deelspecialiteiten blijft een uitdaging. Aan Franstalige kant verschuilen ze zich bij hun verzet tegen de contigentering consequent achter het gegeven dat er een tekort is aan huisartsen. Dat klopt, ook in Vlaanderen, maar dat heeft niets met de federale quota te maken.

Wel met het feit dat de job als huisarts steeds meer uitgehold is geraakt, waardoor steeds minder studenten ervoor kiezen. Anders bestond het niet aan Franstalige zijde aangezien daar nooit een rem op het aantal studenten heeft gestaan.

Bovendien is het toewijzen naar deelspecialiteiten via subquota al jaren een gemeenschapsbevoegdheid. Ook daarom, geef Vlaanderen én Wallonië alle tools om dit grondig en naar eigen inzicht aan te pakken.

Appeasementpolitiek

Maar dat wordt wachten op een volgende regering. Iets in mij zegt me dat er binnen deze Vivaldicoalitie zelfs geen consensus is om überhaupt iets te bewegen in dit dossier. In lijn met zo goed als elk ander dossier. De Vivaldi-aanpak ook hier weer samen gevat: parole, parole, parole. En de caravaan, hij trok voort. Met alle gevolgen vandien.

Weer bleken het loze woorden van Vooruit-minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Vier maanden geleden klonk het nochtans erg stoer in de parlementaire commissie: "Eind januari moet er een effectieve filter zijn voor de artsenquota aan Franstalige kant. Indien dat akkoord er niet komt, zullen de federale plannen tot responsabilisering uit de schuif gehaald worden. Dan zullen de artsenquota op federaal niveau gehandhaafd worden met federale regelgeving. De teksten liggen klaar!" Nu januari daadwerkelijk op zijn einde loopt, klinkt het al helemaal anders. Geconfronteerd in de plenaire vergadering met zijn eigen uitspraken reageerde Vandenbroucke als door een wesp gestoken. Nee, er was geen akkoord. Maar hij ging nog eens praten met de Franstaligen. Waarom bleef ik hier toch op hameren? Goh, dat praten. Hebben we dat nu al geen twee decennia lang geprobeerd? Vanaf wanneer spreken we over de herhaling te veel? Een kwarteeuw lang al kijken de Vlamingen naar het tragikomische schouwspel van de artsencontingentering. Met tot nu toe telkens hetzelfde resultaat. De Franstaligen krijgen hun zin en de Vlaming ondergaat. Soms benoemt men wel eens een stok achter de deur, maar toegepast wordt hij nooit. Voorganger minister De Block (Open VLD) weigerde à point finale telkens hardnekkig, ondanks stoere uitspraken en het duidelijke compromis van de Zweedse regering. Vandenbroucke kopieert nu haar schijntoneel. En de Franstaligen, die lachen in hun vuistje. Ze kennen het spel, van binnen en van buiten. Ze spelen het al lang.Betaalbaarheid van de sociale zekerheidEind jaren '90 al besloot de federale regering artsenquota in te voeren om het overtal aan studenten geneeskunde terug te schroeven. Deze contingentering moest de overconsumptie in de zorg tegengaan en de kwaliteit van de opleiding garanderen. En dat was nodig. Want de overconsumptie steeg en sommige artsen verdienden na jaren studeren de kaas op hun boterham niet. En dus hanteert Vlaanderen al meer dan 20 jaar een strikt toegangsexamen voor de (tand)artsenopleiding. Franstalig België weigert echter al even lang categoriek om haar verantwoordelijkheid te nemen. Sterker nog, toenmalig minister Onkelinx slaagde er destijds in om, toen de Riziv-nummers aan Franstalige kant uitgeput waren, doodleuk de Riziv-nummers van de komende jaren te gebruiken. Geen Vlaamse coalitiepartner van toen hield haar tegen. Dit historische onrecht ontlokte de toenmalige Leuvense rector Rik Torfs in 2016 volgende uitspraak: "Als de artsenquota niet eerlijk worden verdeeld en de regering honoreert het niet-solidaire gedrag van de Franstaligen, dan moet Vlaanderen minstens ernstige compensaties krijgen. Wie ongelijkheid wil, moet daar een prijs voor betalen." Ik zou zelfs nog een stap verder willen gaan. Om meer redenen dan alleen dit dossier is het hoog tijd om de gezondheidszorg te splitsen. Onderzoek uit 2019 van de federale Planningscommissie erkent ook vandaag nog de noodzaak voor een beperking van het aantal artsen. In het zuiden van dit land bedraagt de dichtheid ondertussen 21,3 per 10.000 inwonders tegenover 14,9 in Vlaanderen. Uit datzelfde onderzoek bleek trouwens ook dat de Franstalige artsen een pak minder uren presteren dan hun Vlaamse collega's. Een vaststelling waarvoor ze van de federale palnningscommissie trouwens extra nummers toegewezen krijgen. De wereld op zijn kop. Want die minder uren zijn minstens deels het gevolg van het te veel aan artsen, die dan weer genoodzaakt zijn om meer onderzoeken voor te schrijven om toch maar hun brood te verdienen. En die geïnstutionaliseerde overconsumptie kost geld, evengoed aan de Vlaamse belastingbetaler. De artsenquota zijn dus een oud zeer, waarbij finaal de factuur bij de Vlaming belandt. Maar het dossier is ook tekenend voor de onwerkbaarheid van dit land. Federaal wordt een wet gestemd om efficiënt en kwalitatief te werk te gaan, de Franstalige gemeenschapsregering weigert ze uit te voeren. En de Vlamingen staan machteloos, ze betalen braaf het gelag.Let op, ik heb er geen probleem mee dat men aan Franstalige zijde wil verder bouwen aan hun overtal aan artsen. Alleen, dan moeten ze de gevolgen ook zelf betalen. Beide gemeenschappen moeten het heft voluit in eigen handen kunnen nemen. Met een eigen analyse van de noden aan artsen én een eigen beleid. Want noden zijn er wel degelijk. Ook het toewijzen naar de deelspecialiteiten blijft een uitdaging. Aan Franstalige kant verschuilen ze zich bij hun verzet tegen de contigentering consequent achter het gegeven dat er een tekort is aan huisartsen. Dat klopt, ook in Vlaanderen, maar dat heeft niets met de federale quota te maken. Wel met het feit dat de job als huisarts steeds meer uitgehold is geraakt, waardoor steeds minder studenten ervoor kiezen. Anders bestond het niet aan Franstalige zijde aangezien daar nooit een rem op het aantal studenten heeft gestaan. Bovendien is het toewijzen naar deelspecialiteiten via subquota al jaren een gemeenschapsbevoegdheid. Ook daarom, geef Vlaanderen én Wallonië alle tools om dit grondig en naar eigen inzicht aan te pakken. Appeasementpolitiek Maar dat wordt wachten op een volgende regering. Iets in mij zegt me dat er binnen deze Vivaldicoalitie zelfs geen consensus is om überhaupt iets te bewegen in dit dossier. In lijn met zo goed als elk ander dossier. De Vivaldi-aanpak ook hier weer samen gevat: parole, parole, parole. En de caravaan, hij trok voort. Met alle gevolgen vandien.