...

Heel wat vragen over het communautair zwaar beladen dossier van de artsenquota kreeg minister van sociale zaken en volksgezondheid Frank Vandenbroucke te verwerken in de Kamercommissie voor gezondheid en gelijke kansen. De oppositie -onder andere Barbara Pas (VB), Valerie Van Peel (N-VA) en Catherine Fonck (CdH)- schoten met scherp.Vandenbroucke behield echter zijn 'cool'. In eerste instantie verwees hij naar de ministerraad. Die keurde een ontwerp-KB goed dat het Vlaamse en Franstalige quotum vastpinde op respectievelijk 977 en 505 artsen."Een tweede ontwerp," aldus de minister, "bepaalt dat de overtallen in Vlaanderen aanvaard worden, net zoals de overtallen in Franstalig België. Die laatste zijn wel belangrijker." Het federale niveau gaat hierover overleggen met de gemeenschappen. Een eventuele heroriëntering van de overtallen naar knelpuntspecialismen zoals huisartsen, geriaters en kinderartsen komt daarbij aan bod, voegde de minister eraan toe. Hoe dan ook staan voor Vandenbroucke de kwaliteit van de opleidingen, de beroepen en de zorg centraal. Om de kwaliteit van de opleidingen te garanderen, moet "de druk van een veel te groot aantal studenten die men uiteindelijk niet nodig heeft, voorkomen worden. Alleen al daarvoor is een beperking van de instroom nuttig. Men kan geen duizenden jonge mensen laten beginnen als men weet dat daar maatschappelijk niet echt vraag naar is." Opdat artsen hun beroep kwaliteitsvol zouden kunnen uitoefenen, mag er geen overaanbod zijn. Tekorten zijn natuurlijk ook uit den boze want in beide gevallen staan de zorgverstrekkers onder "enorme druk."Frank Vandenbroucke benadrukte dat artsen de jongste decennia een beter evenwicht nastreven tussen levenskwaliteit en beroepsleven. "Die sterke evolutie impliceert dat we anders moeten kijken naar het aanbod in termen van aantal zorgverstrekkers," voegde hij eraan toe. Bovendien is er hier en daar schaarste, met name in de kinder- en jeugdpsychiatrie en in sommige (sub)regio's bij de huisartsen. "We moeten het juiste midden vinden en dat is geen communautair gevecht van de ene gemeenschap tegen de andere, dat is een gezamenlijke inzet voor kwaliteit," dixit de minister.Hij verwees naar de adviezen van de planningscommissie die rekening houden met de covid-crisis, eventuele toekomstige pandemieën en met duidelijke indicaties van een huisartsentekort. "De planningscommissie wil de eerste lijn versterken door de quota voor huisartsen van 362 naar 400 op te hogen in de Vlaamse en van 266 naar 300 in de Franstalige gemeenschap. Het globale federaal quotum bedraagt 1.517 artsen." Voor de planningscommissie volstaat het quotum van 505 artsen voor 2027 niet -zoals nochtans voorzien in het ontwerp-KB van de regering. "Maar," zegt Vandenbroucke, "ze wil erover nadenken en discussiëren op voorwaarde dat de twee gemeenschappen het principe van een toelatingsproef aanvaarden. Ik ben het daarmee eens." Men wil een 'echt beheersingsmechanisme', zijnde een 'echt' vergelijkend examen in beide gemeenschappen. "Een belangrijk signaal" is volgens de minister dat de planningscommissie ook verwijst naar de artsen die buiten het quotum vallen -beheer gezondheidsgegevens, arbeids-, verzekerings- en preventieartsen. Zij zijn evenzeer belangrijk. "Daarnaast kunnen in 2021 overtallige afgestudeerden een stageplaats krijgen. Hun situatie wordt geregulariseerd op voorwaarde dat ze naar knelpuntspecialismen worden geörienteerd."Nieuw is dat voor de quota 2022 de planningscommissie rekening zal houden met de mobiliteit en inactiviteit van artsen voor het Riziv. Het gaat dan onder meer over buitenlandse artsen die hun opleiding in België volgen maar vervolgens weer vertrekken en elders hun beroep uitoefenen. Voor de vice-eerste minister bieden de adviezen van de planningscommissie eten en drinken maar het is geen bijbel". Frank Vandenbroucke tot slot: "Mijn taak is het om met de gemeenschappen te onderhandelen in de hoop de ministerraad een akkoord en een oplossing te kunnen voorleggen. Een vergelijkend examen dat in de gemeenschappen op een gelijkaardige manier de instroom beperkt is de beste oplossing. Een andere mogelijkheid is een filter te zetten op het moment dat de mensen op de arbeidsmarkt komen. Een responsabiliseringsmechanisme op federaal niveau kan zoiets doen. We kunnen dat invoeren op basis van het regeerakkoord. Maar ik zeg niet dat dat de beste oplossing is. De beste oplossing is iets aan de instroom doen."