Hoewel de Europese richtlijn 2005/36/EC het vrije verkeer van medische beroepen in de Europese Unie regelt, slagen in de praktijk heel wat artsen met een Europees diploma er niet in om zich in een andere lidstaat te vestigen. Het gastland weigert de erkenning en werkvergunning "omdat de arts de lokale taal niet machtig is". Een prejusticieel advies van de EFTA-rechtbank vindt dat dit niet kan.
...
Hoewel de Europese richtlijn 2005/36/EC het vrije verkeer van medische beroepen in de Europese Unie regelt, slagen in de praktijk heel wat artsen met een Europees diploma er niet in om zich in een andere lidstaat te vestigen. Het gastland weigert de erkenning en werkvergunning "omdat de arts de lokale taal niet machtig is". Een prejusticieel advies van de EFTA-rechtbank vindt dat dit niet kan.Het vrije verkeer van medische professionals oogt mooi op papier, in de praktijk is het vaak een ander paar mouwen. Elke lidstaat heeft gerechtelijke procedures lopen van Europese artsen - vaak uit Oost-Europa - die tevergeefs proberen aan de slag te gaan in een ander Europees land. Zo ook de zaak van een Bulgaarse psychiater, die in Noorwegen wilde gaan werken en telkens nul op het rekwest kreeg van de bevoegde Noorse registratiecommissie omdat ze geen Noors sprak, hoewel dat in de Noorse nationale wetgeving nochtans zo staat ingeschreven. Alvorens de afwijzing in beroep te behandelen, hebben de Noorse autoriteiten die over de erkenning en werkvergunning van de dame in kwestie moeten beslissen, een prejusticieel advies gevraagd over de rol van die taalwetten aan de EFTA-rechtbank, die net waakt over de toepassing van richtlijn 2005/36/EC. Europees curriculumHet advies van deze rechtbank telt twee belangrijke onderdelen: één gaat over de erkenning als dusdanig, een tweede belicht de discussie over de talenkennis om het beroep te mogen uitoefenen. Ten eerste moét elke Europese lidstaat een ander Europees doktersdiploma erkennen. De EFTA gaat echter nog een stap verder en spreekt van een automatische erkenning van zodra de aanvrager kan aantonen dat hij of zij het volledige curriculum heeft doorlopen aan een erkende universiteit in het Europese land van herkomst (of ander land van de Europese Unie). Tussen de lijnen door geeft de EFTA mee dat een "passage bij een nationale registratie- en/of erkenningscommissie eigenlijk overbodig is", op voorwaarde dat een Europees artsendiploma kan worden voorgelegd. Meer nog, het gastland moet de EU-arts bijstaan bij de administratieve demarches om alle papierwerk in orde te krijgen. In het geval van Noorwegen - en uiteraard in de andere Europese lidstaten - zou deze automatische erkenning betekenen dat in een eerste fase de talenkennis er niet toe doet om zich als arts te mogen vestigen in een ander Europees land en om van de eventuele voordelen (bv. fiscaal, minimumverloning,...) te kunnen genieten. Terloops merkt EFTA wel op dat een erkenning niet automatisch betekent dat men recht heeft op een job als arts.TaalopleidingWat de kennis van de lokale talen betreft, daar laat het advies weinig ruimte voor interpretatie. Een andere taal spreken is geen enkel beletsel voor de erkenning, wel voor de uitoefening van het beroep. Volgens de EFTA-rechtbank staat het de lidstaten wel vrij om taalvoorwaarden op te leggen maar die moeten "geval per geval worden bekeken", met name of de kennis van de lokale taal daadwerkelijk nodig is of niet om aan de slag te gaan in een ander Europees land. Als een arts bijvoorbeeld een puur wetenschappelijke carrière ambieert, waar het Engels de voertaal is, mag deze EU-arts niet belet worden om te gaan werken in het gastland. Voor patiëntencontacten pleit de EFTA-rechtbank ervoor dat elke lidstaat duidelijk op voorhand aangeeft welke taaltesten er worden verwacht van de kandidaat. Maar het liefst wil de EFTA dit ook Europees geregeld zien, zodat alle discussie voorgoed achterwege blijft. Het EFTA-advies pleit tevens voor een gedegen professionele begeleiding, waaronder talenopleiding, van EU-artsen die in een ander Europees land nieuwe horizonten opzoeken. De lidstaten moeten er alles aan doen om de erkende arts (of tandarts, apotheker, verpleegkundige) de nodige taalopleiding aan te bieden, terwijl hij of zij al ingeschakeld wordt op één of andere manier in zijn of haar toekomstige werkomgeving.Niet toevalligDat dit advies er nu komt, heeft niet alleen te maken met de Noorse prejusticiële vraag. De komende maanden staan op het niveau van de Europese Commissie verschillende conferenties en vergaderingen gepland om de Europese richtlijn bij te sturen voor de medische beroepen, net omdat die beroepsgroepen de grootste hinder ondervinden om zich in een ander EU-land te vestigen, bijna allemaal omwille van de taalproblematiek. De aanpassing van de richtlijn - rekening houdende met de EFTA-adviezen - zou alle twijfels moeten wegwerken. Maar in Europa is dit niet zo vanzelfsprekend.