...

Zegt Koen Michiels, sinds 1 januari voorzitter van Zorgnet-Icuro, het netwerk van Vlaamse algemene ziekenhuizen, initiatieven uit de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en socialprofitvoorzieningen uit de ouderenzorg. De gedelegeerd bestuurder van het nieuwe Waaslandse fusieziekenhuis Vitaz volgt dokter Etienne Wauters op. Een debutant bij Zorgnet is Koen Michiels echter niet. "Dit is mijn derde mandaat. Belangenbehartiging naar de maatschappij toe en ten aanzien van de overheden 'triggert' me. Hoe bundelen ziekenhuizen, ggz en ouderenzorg de krachten voor gemeenschappelijke en sectorspecifieke thema's? Met als doel een betere zorg én maatschappelijk en financieel rechtmatige erkenning." De recente nota over ziekenhuis- financiering (zie AK 2701) leidt wellicht tot een stroomversnelling maar de ondermaatse financiering van de structuurkosten sleept al meer dan 20 jaar aan. "Het zorgt voor een spanningsveld met de artsen. Onder meer rijden de ereloonsupplementen het gat dicht. Die zijn objectiveerbaar gestegen. Het geld gebruiken we voor collectieve doel- einden, voor investeringen in het EPD, in medische technologie, in robotisering. Zo zijn we mee met de nieuwste evoluties." De ziekenhuiswereld streeft al lang efficiëntiewinst na en anticipeerde op schaalvergroting. Michiels verwijst naar het Waasland. "Sinds 1992 centraliseerden we zeven ziekenhuizen. De zeven spoedgevallendiensten, zeven directieteams, zeven keukens, zeven portemonnees... van dertig jaar geleden zijn opgekuist. We werkten van de eerste tot de laatste euro aan kosten- efficiëntie, legden de autonomie samen en integreerden ze tot één raad van bestuur en één directie. Een fusie is de meest verregaande samenwerkingsvorm." De overheid volgde echter niet. Daarnaast stelt Michiels vast dat de overheid met de laagvariabele zorg en 'bundled payment' een stap zette richting pathologiefinanciering. "Vandenbroucke wil dat verder uitbreiden, voor de overheid is dat natuurlijk een ideale vorm van budgetbeheersing." Of artsen en medische diensthoofden inspraak moeten hebben in de beleidsvoering en de exploitatie van een ziekenhuis, vindt Michiels een retorische vraag. "Artsen zijn zeer belangrijk. Als architecten van onze corebusiness hebben ze hun plaats in de raad van bestuur. We hopen dat specialisten ondanks hun heel drukke praktijkvoering mee inzetten op innovatie, op participatie en op het verleggen van grenzen. Zo missen we de trein niet en blijft België wereldtop. Dat is bijna een smeekbede. Artsen verzorgen patiënten op basis van de huidige stand van de wetenschap en werken hopelijk mee aan de voorbereiding naar de volgende generaties toe." Toch vindt Michiels het bestuurs- matig en vanuit het oogpunt van good governance niet evident dat 'eigen artsen' in het ziekenhuisbeheer zetelen. "Belangenconflicten zijn niet uitge- sloten, een goed protocol is dus aangewezen. Wat bijvoorbeeld met een radioloog in de raad van bestuur als het gaat over afdrachten of over de aanstelling van een nieuw diensthoofd medische beeldvorming? Financieel en beleidsmatig is hij rechtstreeks betrokken partij." Hoe dan ook geeft de wetgeving m.b.t. de netwerken artsen een belangrijke stem in het kapittel. "Daarom experimenteren we op vele plaatsen met artsen als waarnemer of als effectief lid van de netwerkboard", zegt hij. In de huisartsgeneeskunde noemt hij de evolutie naar multidisciplinaire groepspraktijken heel positief. "Dat scharniert met specialisaties bij de huisartsen en het is complementair met de ziekenhuizen. De dialoog tussen ziekenhuizen en huisartsen is de voorbije vijftien jaar gigantisch positief geëvo- lueerd." In 2014 organiseerde Zorgnet het congres 'Together we care' dat de kiem legde voor een volgende fase in de taakafspraken. De sector stak de hand uit. "Maar op het einde van de vorige legislatuur volgde een wetgeving met nogal wat haken en ogen. Autonome, concurrerende ziekenhuizen die toevallig in hetzelfde aaneensluitend gebied liggen, hebben nu taakafspraken. Eenheid van visie of portemonnee ontbreekt. Maturiteit hebben de netwerken nog niet." Vertrouwen is het sleutelwoord. "Dat geldt voor alle echelons: directies, medische raden, diensthoofden... Tijdens de pandemie hebben we twee jaar branden geblust. Er was geen tijd om aan het vertrouwen te werken. Dat moet bottom-up groeien voordat de overheid netwerken tot allerlei zaken verplicht. Er zijn enkele mooie initiatieven maar het is te vroeg om het Budget Financiële Middelen op netwerkniveau te leggen. Omwille van geografische redenen, gemeenschappelijke uit- dagingen of lokale issues maken twee ziekenhuizen soms subcoalities in netwerken van zeven of acht ziekenhuizen. Het geeft aan dat de directies zich ervan bewust zijn dat de trans- formatie niet stopt." De dubbele rol van de universitaire ziekenhuizen, ligt dan weer moeilijk. "Uiteraard spelen ze een rol in loco- regionale zorgopdrachten. Tweedelijns-pathologie valt niet uit te sluiten en zo maken ze heel erg deel uit van het netwerk. Maar de klemtoon van een UZ ligt op supraregionale, topexcellente zorg, ook in een Europese context. En daarvoor is één netwerk wat beklemmend, dit omvat verschillende netwerken. Persoonlijk had ik de UZ's niet meegenomen in de wetgeving. Stel dat netwerken binnen 15 jaar bestuurlijk en financieel moeten geïntegreerd worden. Hoe kan je de UZ's met hun bijzonder nauwe band met de universiteit, de medische faculteit en de researchcentra laten synchroniseren met de algemene ziekenhuizen? Ik zie dat niet. Recent contact met Vandenbroucke leert dat ook hij weeffouten vaststelt. Maar de netwerken zijn wat ze zijn en we gaan ermee voortwerken." Belangrijk is ook dat financiering samenwerking faciliteert en bevordert. "Neem ons netwerk. Initieel met drie - voor de fusie van Lokeren met AZ Nikolaas -, nu enkel nog met Dendermonde. We wilden planbare orthopedische pathologie en chirurgie centraliseren en een 'focus factory' met hoog volume maken. Budgettair is dat vandaag echter niet vertaalbaar. Pathologie wegtrekken uit één ziekenhuis en ze clusteren heeft zware gevolgen. De financiering is ziekenhuis- gebonden. Alles hangt samen: de ingreep, het pre- en postoperatieve, fysiotherapie, beeldvorming... Daarom wil Zorgnet-Icuro met de minister nadenken over manieren om de financiering te laten scharnieren met inno- vatieve zorgmodellen." De pandemie is grotendeels onder controle maar wintergriep en andere pathologie zorgt voor meer ziekenhuisdrukte dan een jaar geleden. "Het blijft spannend. Heel wat medewerkers vallen ziek uit en het uitstel van zorg zoals oncologische diagnostiek is beangstigend. Daarvan dragen we nog jaren de gevolgen. Hopelijk normaliseren en stabiliseren de activiteiten spoedig." Personeelstekort is bij uitstek een issue. "We gingen de covidcrisis in zonder veel overschot en met een nijpende arbeidsmarkt. Daarbij komt twee jaar een heel zware belasting. Gelukkig hypothekeerde dit de attractiviteit van het verpleegkundig beroep niet. Er is geen imagoprobleem, de inschrijvingen voor de opleiding evolueren gunstig. De volgende jaren zijn er ook gigantisch veel mensen nodig. In de ziekenhuizen en evenzeer in de thuiszorg en de ggz. Verpleegkundigen vooral maar ook informatici, aankopers enz. Op dat vlak concurreren we met de industrie." Een hogere verloning is voor Michiels niet de oplossing. Dat leidt intern en tussen ziekenhuizen tot een opbod. "Een goed renumeratiepakket is nodig. Maar voordelen kan je niet terugschroeven en het budget is beperkt. Imago is heel belangrijk: onze wijze van functioneren, nieuwe trends, inno- vatie... Als we een goed verhaal hebben, zijn we een zeer attractieve, stabiele werkgever. In het Waasland verloor op dertig jaar tijd niet één medewerker zijn job. Ondanks schaalvergrotingen, fusies en kostensane- ringen. Integendeel, onze tewerkstelling breidde ongelooflijk uit. Er zijn zeer veel mogelijkheden." En dan is er de al lang aanslepende discussie over KB 78 en de herdefi- niëring van de zorgberoepen. "Mijn indruk is dat het nu hoog op de agenda staat. Vandenbroucke creëerde werkgroepen en recent had Zorgnet-Icuro contact met het NVKVV (Beroeps-organisatie voor verpleegkundigen, nvdr) om onze standpunten te stroomlijnen. Covid scherpte de sense of urgency aan. Dit moet nu echt tegen het licht worden gehouden." "Wettelijk is bijvoorbeeld voorzien dat twee verpleegkundigen voor en achter het bed patiënten begeleiden van en naar het dagziekenhuis. In de context van de vorige eeuw met één anesthesist en een aantal verpleegkundigen per ziekenhuis was dat te begrijpen. Anno nu is er evenwel veel meer expertise aanwezig. Het is dan niet wijs verpleegkundigen hele dagen achter bedden te laten lopen. Een zorgkundige of een logistiek medewerker kan de patiënt toch ook begeleiden. Het gaat over amper 30 meter, 20.000 keer per jaar..."