...

Momenteel dragen ziekenhuisartsen gemiddeld circa 40% van hun ereloon af aan de werkingskosten van het ziekenhuis. Dat wil de minister veranderen door a priori en op nationaal vlak het deel werkingskosten te bepalen. Wat blijft, de professionele vergoeding, is dan het 'zuiver' honorarium voor de arts. Afgelopen maandag lanceerde Artsenkrant/Le Journal du Médecin een korte online enquête met acht vragen. De volgende dag waren er al 372 antwoorden binnen en de voorlopige resultaten op drie vragen willen we u niet onthouden. Pas vorige vrijdag maakte Vandenbroucke zijn hervormingsplannen voor de ziekenhuisfinanciering bekend. Dat verklaart allicht waarom 32% van de respondenten (119 artsen) nog geen mening hadden over een gebeurlijke opsplitsing van de erelonen. Opmerkelijk is de positieve houding van een meerderheid. 140 artsen (37%) vinden de opsplitsing een goed tot heel goed idee. Wel was 30% (113 artsen) van oordeel dat het een slecht tot heel slecht idee is. Eerdere peilingen van Artsenkrant gaven aan dat de meeste artsen bij een gebeurlijke stembusgang N-VA of Open VLD zouden stemmen. Blijkens de voorlopige resultaten van onze mini-enquête is dat nog altijd zo. Bij de Nederlandstalige respondenten bekoort N-VA 34% van de artsen en Open VLD iets meer dan 14%. Daarmee houdt de liberale partij net gelijke tred met Vlaams Belang (14%). Bijna een arts op de vijf is wel nog onbeslist over zijn/haar politieke voorkeur. De andere partijen komen er niet aan te pas: PVDA, Vooruit, CD&V en Groen halen scores tussen 6 en 2%. Bij de Franstalige artsen is de onbeslistheid overigens veel groter: 42% weet het nog niet. MR en in mindere mate CdH scoren het beste bij het Franstalige medisch korps. Tot slot vroegen we de lezers van Artsenkrant om het beleid van minister Vandenbroucke te evalueren op een schaal van 1 tot 10. 225 artsen (61%) gaven een cijfer tussen 0 en 5. Van 147 respondenten (39%) kreeg de minister een voldoende (6 tot 10) en voor 18% mocht het zelfs een score van 8 of meer zijn. Daar staat wel tegenover dat 86 artsen slechts 1 op 10 gaven. Kortom en afgerond: de minister haalt gemiddeld 4,6 op 10. Tweede zit dus. Al doet hij het toch beter dan zijn voorganger Maggie De Block. Na vijf jaar op Sociale Zaken kreeg ze indertijd nog drie op tien.