...

De drie artsensyndicaten zijn blij met het akkoord dat er gekomen is op het einde van een bijzonder moeilijk jaar. Het loopt weliswaar maar één jaar. Er was weinig budgettaire speelruimte, en ook de index lag niet zo hoog. Maar kwesties zijn toch behoorlijk diepgaand aangepakt. ASGB en AADM zijn verheugd dat met de selectieve toepassing van de index gespeeld is. Marc Moens (BVAS) is blij dat die verschillen in toepassing juist erg beperkt zijn gebleven. "Essentieel in dit nieuwe akkoord is dat we in 2021 een toekomstig kader creëren waarbinnen we conventies en de organisatie van de gezondheidszorg op een fundamenteel andere manier gaan organiseren," zegt AADM-voorzitter Dieter Vercammen. "Ik hoop dat hierdoor de era van het bashen van het medisch beroep zal stoppen en dat we tot een serene discussie komen over de reële waarde van de arts in de samenleving", aldus BVAS/Absym-voorzitter Philippe Devos. Kartel-voorzitter Reinier Hueting doet omstandig het akkoord uit de doeken, en geeft ons daarbij precies aan waar Kartel/ASGB zijn slag thuishaalde. We brengen die uitleg wat uitvoeriger op de website. We geven in dit artikel een aantal krachtlijnen weer. Door de index te differentiëren schuift men wat met de middelen en beloont men bepaalde prestaties meer. De consultaties en bezoeken - intellectuele prestaties waarin het contact met de patiënt vooropstaat - krijgen de volledige index van 1,01%. Ook de zorgtrajecten en de beschikbaarheidshonoraria krijgen de volle index. - Voor de GMD's bedraagt de indexering 1,25% - waardoor het honorarium is afgerond op 32 euro. De praktijkpremie krijgt geen index. - De genetic counseling, de MOC's en de complexe chirurgie krijgen ook een index van 1,01%. - De technische verstrekkingen in artikel 3 (behalve klinische biologie), de speciale verstrekkingen en de gynaecologische verstrekkingen krijgen een index van 0,84%. - De klinische biologie en de medische beeldvorming worden met 0,80% geïndexeerd. - Heelkundige ingrepen krijgen een index van 0,9%. De deelbegroting van de artsenhonoraria bedraagt 8,9 miljard euro - de indexmassa bedraagt 94,6 miljoen euro. Daarin zitten niet de laagvariabele zorg (bijna 360 miljoen euro) en de conventie dialyse (bijna 471 miljoen euro). Met die sectoren erbij bedraagt de indexmassa 105 miljoen. Maar voor sommige onderdelen is de indexering bij wet bepaald (volgens Marc Moens van BVAS willen de ziekenfondsen daar graag van af). Schuiven tussen onderdelen van de begroting door een gedifferentieerde toepassing is maar mogelijk met 93 miljoen. En daarvan gaat nog eens bijna 11 miljoen euro af voor projecten uit het vorige akkoord die nog niet uitgevoerd zijn, zoals een kleine vijf miljoen euro voor de fysische geneeskunde/revalidatie, een bedrag voor de herwaardering van toezichtshonoraria in het dagziekenhuis, één voor de teleoftalmologie, etcetera. (Lees verder onder de foto.)Doelmatige zorg De Nationale Commissie waakt mee over het efficiënt gebruik van middelen: 'de juiste zorg op de juiste plaats'. Dit project 'doelmatige zorg' is een Riziv-wijd project, maar de NCAZ wil in 2021 daarmee nog eens 40 miljoen euro extra aan middelen vrijmaken die ze ook zelf een nieuwe bestemming geeft: - 10 miljoen gaat naar een betere regeling voor aso's en haio's; - 5 miljoen gaat naar een herwaardering van het toezichtshonorarium geriatrie; - 1,7 miljoen euro is uitgetrokken voor het onderzoek van een in het ziekenhuis opgenomen patiënt (code 599082) - 2 miljoen naar een herwaardering van de raadpleging pneumologie; - enzovoort. Vier miljoen euro van dit bedrag wordt gebruikt om de nomenclatuur voor het bezoek van een huisarts aan het woonzorgcentrum te herzien. Er komt één vast bedrag voor een bezoek. De nomenclatuurnummers voor een gelijktijdig bezoek aan verschillende bewoners verdwijnen. Iets waarvoor alle artsensyndicaten de verdienste claimen. Een werkgroep waakt over de hervorming van het GMD die op 1 januari 2021 ingaat en zorgt zo nodig voor bijsturing. Van het geld dat vrijkomt door 'doelmatige zorg' gaat 8,8 miljoen euro naar een kwaliteitsverbetering van het GMD - de werkgroep legt daarvoor in de loop van 2021 criteria vast. Een deel van dit budget gaat naar de uitbreiding van het GMD-supplement voor chronische patiënten naar een nieuwe leeftijdscategorie (nu alleen mogelijk voor patiënten van 45 tot 74 jaar). Reinier Hueting (Kartel) wijst op de garanties in het akkoord dat meting van de 'parameters' in het GMD vlekkeloos moeten verlopen: geen softwareproducenten die een loopje nemen met de implementatie van de extractiemodules, geen extra manipulaties die de huisarts in zijn krap bemeten tijd moet verrichten,... Volgens Marc Moens (Bvas) werd de tekst van het akkoord bijgestuurd zodat een groter deel van het extra budget voor het GMD naar de uitbreiding van het supplement chronische zorg naar nieuwe leeftijdsgroepen zou kunnen gaan. AADM is verheugd dat het Riziv zal investeren in de kwaliteit van het GMD en dat er een hervorming van de praktijkpremie op komst is. Het onderstreept ook dat gezocht wordt naar een compensatie voor startende huisartsen. Het verbod op de derdebetalersregeling voor consultaties en bezoeken wordt in de loop van 2021 opgeheven. Er komen wel 'flankerende maatregelen' (om misbruik te voorkomen). Kartel/ASGB en AADM/Domus Medica juichen deze maatregel toe. Reinier Hueting (Kartel) wijst erop dat dit ook een vereenvoudiging is, en dat het zeker niet de bedoeling is dat de huisarts bij elk consult de eID moet inlezen. Domus Medica waarschuwt ervoor dat het verbod voorlopig nog geldt tot er een wettelijke regeling is. In afwachting van een nieuwe wettelijke regeling voor het teleconsult - die er de eerste helft van 2021 moet komen - worden de prestaties, gecreëerd tijdens de covidcrisis, behouden. Na het project voor teledermatologie wordt er nu werk gemaakt van een project teleoftalmologie. De mogelijkheid van een video-MOC blijft behouden, knelpunten worden weggewerkt. De NCAZ wil in 2021 belangrijke stappen zien in de totstandkoming van een decision support bij het aanvragen van klinische biologie en medische beeldvorming. Het budget van de wachtposten wordt verhoogd met 4,9% tot bijna 34,8 miljoen euro. De 15 projecten van wachtposten die ook tijdens de week open blijven, lopen zeker verder tot 30 juni 2021. De werkgroep wachtposten van de NCAZ maakt dan een balans op en werkt de regels uit voor een verdere financiering van deze weekdienst. Op 1 juli 2021 zouden de samenwerkingsverbanden operationeel moeten worden. Om deze te helpen tot stand te komen, staat er 750.000 euro in het budget wachtposten ingeschreven. De regionale coördinatoren helpen bij het tot stand brengen van een 'cartografie' tegen 31 maart 2021, en van een concreet draaiboek inclusief de financiering tegen 30 juni. Reinier Hueting (Kartel): 1733-triage heeft zijn meerwaarde in de wachtpost die ervan kon gebruik maken duidelijk bewezen; er moet eindelijk echt werk gemaakt worden van de aanpassing van de 112-oproepcentra. De Nationale Commissie wil de geplande hervorming uit 2018-2019 volgens het drietrapssysteem opnieuw oppikken (verbeteringscyclus individueel, in LOK-groepen en volgens nationale doelstellingen). Het wetenschappelijke team dat de herijking van de nomenclatuur bekijkt, is gevraagd om te onderzoeken hoe je onredelijke verschillen in inkomsten tussen medische disciplines door de ingebouwde accreditatieboni kunt wegwerken. De Nationale Commissie wil meer spoed zetten achter de herijking. De eerste fase zou in 2021 afgewerkt moeten worden maar de Commissie wil dat de volgende twee fasen ook al van start gaan. De scheiding tussen het gedeelte van het honorarium dat voor de arts zelf bestemd is, en het gedeelte dat bedoeld is om de kosten voor het leveren van de prestatie te dekken, zou in de facturatie al duidelijker moeten worden. Reinier Hueting benadrukt dat beide gedeelten niet losgekoppeld worden zonder dat eerst de (mede)zeggenschap van de artsen over het kostengedeelte is vastgelegd. Marc Moens is blij dat het akkoord bepaalt dat er eindelijk een KB zal komen dat artikel 155, paragraaf 3 van de ziekenhuiswet invult. Dat KB zal vastleggen waarvoor de afgehouden bedragen op de centraal geïnde honoraria gebruikt kunnen worden - en kan eveneens normen voor de afhoudingen vastleggen. Een concreet voorstel voor een betere sociale bescherming zonder inkrimping van het nettoloon wordt uitgewerkt in overleg met de organisaties van artsen in opleiding vóór 31 maart 2021. Dat Jo De Cock sinds eind 2020 ook het Nationale paritaire commissie artsen-ziekenhuizen voorzit, vergemakkelijkt het volgens de artsensyndicaten om te komen tot een goede oplossing. Het verhoogd sociaal statuut van de artsen in opleiding bedraagt 6.351,21 euro in 2021. Het regeerakkoord verzekert een groei van de begroting voor de gezondheidszorg met 2,5% tussen 2022 en 2024. Het koppelt dit aan een meerjarenplan dat ook moet zorgen voor 'ontschotting' van de budgetten. Een deel van het groeibudget zou worden gereserveerd voor 'prioritaire gezondheidsdoelstellingen'. Het Riziv berekent dat het budget voor de artsenhonoraria de komende jaren jaarlijks maar met 1,4% zal groeien. De Nationale Commissie vraagt om de groei van het globale budget voor de honoraria toch op 2% te houden. Dat zorgt voor 60 miljoen euro extra, die de NCAZ vooral wil investeren in een uitbreiding van het verzekerd pakket, versterken van de eerste lijn, geïntegreerde zorg, beter vergoeden van het directe contact met de patiënt, en maatregelen ten gunste van de toegankelijkheid van de zorg. De Nationale Commissie sluit zich aan bij het gezamenlijke project van de jongeren van de drie artsensyndicaten om een administratieve vereenvoudiging in te voeren. Hoofdstuk 4 wordt onder de loep genomen, en met de sociale partners en de sociale diensten wordt overlegd over een uniformisering van het arbeidsongeschiktheidsattest - en over arbeidsongeschiktheid van korte duur. Ook over de parapluattesten komt er overleg. Het bedrag voor het sociaal statuut van artsen (pensioenbijdrage) in 2021 is 5.088,58 euro. Voor artsen die het akkoord partieel onderschrijven, of die maar aan de verlaagde activiteitsdrempel komen, bedraagt het 'sociaal statuut' 2.400,40 euro.