...

Dat schrijft de Vereniging voor arts-specialisten in opleiding (Vaso), de assistenten geneeskunde van de Vlaamse universiteiten dus. Ze wijzen erop dat het begrip 'knelpuntspecialisme' voor beleidsmakers en zeker voor de lijdende voorwerpen - lees: de studenten geneeskunde en artsen-in-opleiding - een hot topic is.Sinds de zesde staatshervorming is de erkenning van artsen gemeenschapsbevoegdheid. Het Vlaams Parlement en de bevoegde minister maakt aanstalten om hier ook beleid rond te voeren. Daarom vindt Vaso het nuttig om de terminologie scherp te stellen.Què?Onder 'knelpuntspecialisme' verstaat men een specialisme waar een tekort is. Die redenering is echter te limitatief voor de uitdagingen van het huidige zorglandschap.De psychiaters, geriaters en urgentieartsen van morgen hoeven zich vandaag weinig zorgen te maken. Deze specialismen lijken de komende jaren niet meteen geconfronteerd te worden met werkloosheid. Een ticketje binnen het contingent - toegelaten opleidingsplaatsen per universiteit en per discipline - staat garant voor werkzekerheid.Met als kanttekening dat het aantal 'toegelaten opleidingsplaatsen' niet garandeert dat hier voldoende financiering voor gevonden wordt. Heel wat contingentplaatsen worden niet opgevuld door gebrek aan financiële middelen. En laten het nu net de minder technische disciplines zijn - de knelpuntspecialismen in beperkte zin - die het moeilijk hebben om hun contingent-plaatsen te verzilveren.ColruytWij breken hier echter vooral een lans voor 'die andere, wellicht minder bekende knelpuntspecialismen'. Het gaat hier dan om de jonge cardiologen, (algemeen) chirurgen, nefrologen, radiotherapeuten of radiologen,(...) die na 5 à 8 jaar 'superspecialisatie' geen kans krijgen hun kennis en kunde te gelde te maken. Werkloosheid loert om het hoekje...Nochtans is er voor deze artsen-in-opleiding tijdens hun 'werkplekleren' in de universitaire centra meer dan genoeg werk te verrichten. Maar eens de erkenning 'specialist' behaald, wacht de jonge afgestudeerde de onzekerheid van teveel kandidaten voor de enkele beschikbare jobs, de zogenaamde residenten-contracten, gebaseerd op het voordelige assistentenstatuut met onvolledige sociale bescherming. Lees: geen pensioen- noch werkloosheidsbijdragen en vaak onredelijke arbeidsvoorwaarden. Dit zowel in universitaire als in niet-universitaire centra.Onderhandelingsmarge is er niet, want er is zelfs geen uitwijkmogelijkheid naar de werkloosheid. En de tijd loopt: hun speerpuntkennis kan maar gedijen binnen een klinische omgeving - tijdelijk uitwijken naar de Colruyt of farmaceutische sector om brood op de plank te brengen, is dus contraproductief.Dubbele cohorteKortom, de hoge klinische werkdruk vertaalt zich voor bepaalde specialismen niet in een evenredige arbeidsmarkt, zoals deze assistenten na 6 of 7 jaar geneeskunde gevolgd door 5 tot 8 jaar specialisatie mogen ontdekken. Is het een kunde om te voorspellen dat met de komst van het dubbele cohorte (de twee generaties artsen die op hetzelfde moment op de arbeidsmarkt zullen komen) de problemen evenredig zullen toenemen?Als we dus het woord 'knelpuntspecialisme' mogen definiëren, dient dit volgens ons te gebeuren met de nodige nauwkeurigheid én oprechte aandacht voor de knelpunten van alle betrokkenen. Moet men durven onder ogen zien dat in sommige disciplines de 'contingenten' niet ingevuld geraken: is het een kwestie van onvoldoende financiële draagkracht van die diensten? Te hoge werkdruk? Onaantrekkelijke financieringsstructuur? En vice-versa, waarom jonge artsen in andere disciplines, ondanks een overschot aan werk, niet aan respectabele jobs geraken.Beste beleidmakers, zij het federaal, zij het Vlaams, zolang de artsen-in-opleiding via hun beperkte statuut wisselgeld vormen voor de onderfinanciering van de ziekenhuizen, zolang er geen toezicht komt op de arbeidsvoorwaarden van artsen, zolang het opleidingscontingent gestuurd wordt door de financiële draagkracht van een dienst en niet door de maatschappelijke behoefte, zien wij géén oplossing voor het probleem van de knelpuntspecialismen, zij het in beperkte dan wel in brede zin.De knelpunt-paradox? Ondanks de vergrijzing van de bevolking zoeken onze jonge artsen werk. En ondanks het overschot aan artsen zoeken onze patiënten zorg.Chris Monten en Wouter Degreve namens de Vereniging voor arts-specialisten in opleiding (Vaso)