...

Patiten met medische of psychologische problemen kunnen uit eigen wil in een aangepast begeleidingstraject stappen. Het is de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling die moet oordelen of ze daarop recht hebben. De Vdab oordeelt hierover op grond van een aanvraagformulier, ingevuld door de patit. De arts dient de geleverde informatie te bevestigen met het formulier "Aanvraag tot medisch/psychisch/psychologisch advies betreffende patit..."Sommige artsen vroegen zich af of het overmaken van deze gegevens geen schending inhield van het beroepsgeheim. Volgens de Nationale Raad van de Orde is er van een inbreuk geen sprake, omdat de patit uitdrukkelijk zijn "bevrijdende" toestemming heeft gegeven. Hij doet dit uit vrije wil en op grond van informatie. Het verstrekken van deze medische gegevens is belangrijk voor een nader gespecifieerd doel. Min of meer in dezelfde lijn vult de Orde ook de lijst van uitzonderingen op het beroepsgeheim aan in artikel 58 van de Geneeskundige Plichtenleer (Titel II, Hoofdstuk 5). De toevoeging houdt in dat de arts zijn collega's van het Fonds voor de medische ongevallen documenten en informatie kan verstrekken die zij nodig hebben voor het uitvoeren van hun opdracht. De arts moet zelf oordelen of hij daarmee het beroepsgeheim niet schendt. SlachtofferidentificatieOnder bepaalde voorwaarde mag een arts ook medische gegevens doorgeven aan het Disaster Victim Identification Team (DVI). Dat kan wanneer de gegevens moeten dienen om een lijk te identificeren, als dat op de gebruikelijke manieren niet mogelijk is. De arts bezorgt de gegevens in een gesloten enveloppe aan de forensische geneesheer van het team.De arts kan aan het DVI ook gegevens over een persoon bezorgen in het geval van een vermissing. De arts moet hier zelf oordelen of er sprake is van een noodtoestand (volgens de strafrechtelijk bepalingen hierover). Hij is nooit verplicht te spreken.De gegevens moeten door de politiediensten vernietigd worden wanneer ze geen nut meer hebben.