Recent werd door vijf gastro-enterologen van verschillende Belgische ziekenhuizen opgeroepen om meer mensen te screenen op anale kanker. Ongeveer op hetzelfde tijdstip werd er ook een aanbeveling gelanceerd voor Human Papillomavirus (HPV)-vaccinatie bij jongens en mannen.

Sinds 2019 kunnen jongens al gratis ingeënt worden tegen HPV in het eerste middelbaar in Vlaanderen. Het zeer besmettelijke oncogeen HPV is de boosdoener in het ontstaan van anale kanker, naast kankers van de baarmoederhals, penis, hoofd en hals.

Het duurt tot 20 jaar vooraleer er anale kanker te constateren valt. Zelfs hooggradige voorstadia kunnen door ons lichaam opgeruimd worden. Ongeveer 80% van de bevolking wordt ooit besmet met het virus. Er werd tevens vanuit gegaan dat de ziekte uitgeroeid zou kunnen worden over een periode van 20 jaar door vaccinatie en groepsimmuniteit. Dat lijkt mij stug aangezien anale kanker naast HPV nog vele andere risicofactoren kent (bv. roken, colitis ulcerosa, Morbus Crohn) en het vaccin maar een beperkt aantal HPV-types bestrijdt.

Misschien is een gepersonaliseerde screening naar anale kanker een betere optie op dit ogenblik

Voor cervix-, borst- en colorectale kanker bestaan er algemeen aanvaarde en uitgevoerde screeningsprogramma's. Aangezien in sommige hoogrisicogroepen de incidentiecijfers van anuskanker die van cervixkanker aan het overstijgen zijn (bv. humaan immunodeficiency virus (hiv)-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM), lijkt screening meer opportuun te worden. Maar in tegenstelling tot het colorectaal carcinoom, bestaat er nog geen uniform screeningsbeleid voor het anaal carcinoom. Een goede kankerscreening bij asymptomatische personen dient te voldoen aan welgedefinieerde criteria. Deze zijn onder meer: het moet een belangrijk medisch probleem zijn, het natuurlijk verloop en de epidemiologie moeten gekend zijn.

Daarenboven moet de screeningstest veilig, eenvoudig, accuraat, valide en acceptabel zijn, wat hier niet het geval is. De pro's en contra's dienen dus zorgvuldig afgewogen te worden. De voordelen (het ontdekken van kanker in een vroeg stadium en de preventie van progressie naar kanker) en de risico's zoals 'gemiste kankers' en 'vals alarm', overdiagnose, overbehandeling en neveneffecten van testen, dienen grondig onderzocht te worden en gecommuniceerd te worden naar de betrokkenen.

De screening naar een zeldzame aandoening zal slechts een beperkt aantal gevallen opsporen, want bij een lage prevalentie is er een lage positieve predictieve waarde. Grote aantallen moeten gescreend worden om een relatief beperkt aantal mensen met kanker op te sporen. Een goede screeningstest bij zeldzame kankers kan echter maar bij hoogrisicopersonen (hogere prevalentie) resultaat opleveren en kosteneffectief zijn.

De WHO stelt dat vroegtijdige detectie niet automatisch leidt tot een voordeel. Screening staat dus niet altijd gelijk aan preventie! Het meest doelmatig zijn primaire preventiemaatregelen: educatieve programma's rond veilige seks (condoomgebruik) en promotie van de HPV-vaccinatie. Daarna pas komen de secundaire preventiemaatregelen: een screeningsprogramma.

Mijns inziens zal gewacht dienen te worden op de resultaten van lopende internationale studies. Er is momenteel een gebrek aan wetenschappelijke studies over de natuurlijke evolutie van anale intra-epitheliale neoplasie (AIN) en resultaten van landen waar er al een screeningsprogramma bestaat. Misschien is een gepersonaliseerde screening (gebaseerd op het individueel risico) een betere optie op dit ogenblik.

Recent werd door vijf gastro-enterologen van verschillende Belgische ziekenhuizen opgeroepen om meer mensen te screenen op anale kanker. Ongeveer op hetzelfde tijdstip werd er ook een aanbeveling gelanceerd voor Human Papillomavirus (HPV)-vaccinatie bij jongens en mannen.Sinds 2019 kunnen jongens al gratis ingeënt worden tegen HPV in het eerste middelbaar in Vlaanderen. Het zeer besmettelijke oncogeen HPV is de boosdoener in het ontstaan van anale kanker, naast kankers van de baarmoederhals, penis, hoofd en hals. Het duurt tot 20 jaar vooraleer er anale kanker te constateren valt. Zelfs hooggradige voorstadia kunnen door ons lichaam opgeruimd worden. Ongeveer 80% van de bevolking wordt ooit besmet met het virus. Er werd tevens vanuit gegaan dat de ziekte uitgeroeid zou kunnen worden over een periode van 20 jaar door vaccinatie en groepsimmuniteit. Dat lijkt mij stug aangezien anale kanker naast HPV nog vele andere risicofactoren kent (bv. roken, colitis ulcerosa, Morbus Crohn) en het vaccin maar een beperkt aantal HPV-types bestrijdt.Voor cervix-, borst- en colorectale kanker bestaan er algemeen aanvaarde en uitgevoerde screeningsprogramma's. Aangezien in sommige hoogrisicogroepen de incidentiecijfers van anuskanker die van cervixkanker aan het overstijgen zijn (bv. humaan immunodeficiency virus (hiv)-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM), lijkt screening meer opportuun te worden. Maar in tegenstelling tot het colorectaal carcinoom, bestaat er nog geen uniform screeningsbeleid voor het anaal carcinoom. Een goede kankerscreening bij asymptomatische personen dient te voldoen aan welgedefinieerde criteria. Deze zijn onder meer: het moet een belangrijk medisch probleem zijn, het natuurlijk verloop en de epidemiologie moeten gekend zijn. Daarenboven moet de screeningstest veilig, eenvoudig, accuraat, valide en acceptabel zijn, wat hier niet het geval is. De pro's en contra's dienen dus zorgvuldig afgewogen te worden. De voordelen (het ontdekken van kanker in een vroeg stadium en de preventie van progressie naar kanker) en de risico's zoals 'gemiste kankers' en 'vals alarm', overdiagnose, overbehandeling en neveneffecten van testen, dienen grondig onderzocht te worden en gecommuniceerd te worden naar de betrokkenen. De screening naar een zeldzame aandoening zal slechts een beperkt aantal gevallen opsporen, want bij een lage prevalentie is er een lage positieve predictieve waarde. Grote aantallen moeten gescreend worden om een relatief beperkt aantal mensen met kanker op te sporen. Een goede screeningstest bij zeldzame kankers kan echter maar bij hoogrisicopersonen (hogere prevalentie) resultaat opleveren en kosteneffectief zijn.De WHO stelt dat vroegtijdige detectie niet automatisch leidt tot een voordeel. Screening staat dus niet altijd gelijk aan preventie! Het meest doelmatig zijn primaire preventiemaatregelen: educatieve programma's rond veilige seks (condoomgebruik) en promotie van de HPV-vaccinatie. Daarna pas komen de secundaire preventiemaatregelen: een screeningsprogramma. Mijns inziens zal gewacht dienen te worden op de resultaten van lopende internationale studies. Er is momenteel een gebrek aan wetenschappelijke studies over de natuurlijke evolutie van anale intra-epitheliale neoplasie (AIN) en resultaten van landen waar er al een screeningsprogramma bestaat. Misschien is een gepersonaliseerde screening (gebaseerd op het individueel risico) een betere optie op dit ogenblik.