Volgens hun interpretatie van het voorstel van minister Ben Weyts lijkt het wel alsof Vlaanderen, net zoals Wallonië, nu ongecontroleerd massa's studenten geneeskunde zal afleveren.

Het siert minister Weyts dat hij eindelijk het initiatief durft te nemen om de decennialange discriminatie van onze Vlaamse aspirant-geneeskundestudenten aan te pakken. Natuurlijk delen we, net zoals BVAS en VGSO, de bekommernis om niet ongecontroleerd artsen te laten starten om hen uiteindelijk na zes jaar studie geen Riziv-nummer te kunnen aanbieden (hoewel dit nu al jarenlang het geval is in Wallonië). Laat daar niet de minste twijfel over bestaan.

Maar het huidige voorstel van minister Weyts heeft hier niets mee te maken, tenzij men alles op één hoop gooit en de publieke opinie wil winnen in sloganeske taal, zoals de uitlating dat we zouden afstevenen op rechtsonzekerheid.

Het siert minister Weyts dat hij eindelijk het initiatief durft te nemen om de decennialange discriminatie van onze Vlaamse aspirant-geneeskundestudenten aan te pakken

Dit is intellectueel oneerlijk: de maatregel die minister Weyts aankondigt beoogt een gecontroleerd en door de nieuwe Vlaamse planningscommissie berekend quotum. Waarom extrapoleert men dit direct naar de Waalse toestanden waar decennialang veel te veel artsen konden starten? Als men objectief is, dan is het duidelijk dat dit laatste gegeven werkelijk niets te maken heeft met het nieuwe voorstel van minister Weyts.

Daarenboven is het opmerkelijk dat organisaties die studenten, aspirant-geneeskundestudenten, en artsen (artsenvakbonden) moeten vertegenwoordigen, zo weinig voeling hebben met de situatie op het medisch terrein. De zeer lage participatiegraad bij de laatste artsenverkiezingen -- huisartsen 27,6%, specialisten 21,7% -- is een bewijs dat hun stem niet altijd een objectieve weergave is van een meerderheid die dagelijks in dit werkveld actief is.

In de huidige situatie in Vlaanderen is er wel degelijk ruimte om, minstens tijdelijk, een groter aantal artsen te laten starten. Dit kan eenvoudigweg geobjectiveerd worden door objectieve cijfers en door de realiteit op het terrein. Niemand zal tegenspreken dat er in sommige regio's voldoende huisartsen zijn alsook genoeg vakspecialisten in bepaalde disciplines. Deze situatie is afhankelijk van regio tot regio en van ziekenhuis tot ziekenhuis. Maar algemeen is er momenteel nood aan meer artsen in Vlaanderen (zie kader 'Medisch terrein') in Vlaanderen.

Wij wensen in de eerste plaats een publieke stem te geven aan 286 studenten die het niet te benijden statuut kregen van 'geslaagd maar niet gunstig gerangschikt'. We ijveren ervoor dat IEDEREEN die geslaagd is voor het toegangsexamen geneeskunde daadwerkelijk mag starten. Dit vraagt weliswaar enige duiding (zie kader 'Duiding en motivering') en staat haaks op populistische uitspraken zoals: "Het is niet omdat de Franstaligen door het rode licht rijden, dat wij dat ook moeten doen".

Duiding en motivering van onze vraag

Hierbij wensen we u alert te maken op de meest prangende ongelijkheid van de huidige geslaagde Vlaamse studenten die niet mogen starten.

  • In Wallonië mogen alle geslaagde studenten starten, waar dit in Vlaanderen voor de eerste keer niet het geval is.
  • In Wallonië kunnen studenten herkansen, waar men in Vlaanderen slechts één kans heeft.
  • In Wallonië overschrijdt men het door de ministerraad opgelegde quotum met bijna het dubbele, waar men zich in Vlaanderen al decennialang strikt aan het opgelegde quotum houdt.
  • Op het medische terrein in Vlaanderen zijn er te weinig artsen, in Wallonië zijn er te veel. Het te weinig aantal artsen wordt bevestigd door de situatie op het terrein, zowel bij huisartsen als specialisten, alsook door de recentste cijfers van de Planningscommissie. Verder in deze tekst objectiveren we deze stelling: Vlaanderen heeft op heden nood aan bijkomende artsen! Het gaat dus niet zomaar over het laten starten van deze geslaagde Vlaamse jongeren omdat Wallonië een overtal heeft, het gaat veel verder dan dat. De malaise en tekorten in Vlaanderen hebben dagelijks effecten op het medische terrein.

Dit laatste is dus een minstens zo belangrijke reden om, naast het feit dat een overtal van duizenden Waalse studenten is mogen starten de voorbije twee decennia, de huidige geslaagden van toegangsexamen 2019 het toekomstig quotum van 2020 al deels te laten invullen.

We spreken hier over een 280-tal plaatsen die de Vlaamse jongeren toekomen. Allen hebben hun bekwaamheid bewezen, gezien ze geslaagd zijn voor het examen met dezelfde moeilijkheidsgraad waarmee vele Vlaamse geneeskundestudenten en afgestudeerde artsen vandaag aan de slag zijn.

Het is pas de eerste keer dat Vlaamse geslaagden niet mogen starten. Eerder dan de juridische weg via de Raad van State en/of het Europees hof (ongelijke behandeling in hetzelfde land), zijn we ervan overtuigd dat met een real politicus als minister Weyts op Onderwijs en minister Beke op Volksgezondheid, het gezond verstand kan zegevieren.

Het medische terrein in Vlaanderen nu en in nabije toekomst

Zonder op enige manier afbreuk te willen doen aan de goede bedoelingen van de federale Planningscommissie (die de behoefte inzake medisch aanbod aan gezondheidszorgbeoefenaars onderzoekt), merken we op het terrein een discrepantie op tussen het aantal artsen dat toegelaten wordt en het huidige medisch aanbod.

  • Als je met artsen praat, zowel huisartsen als specialisten, is er algemeen niet het aanvoelen dat er te veel artsen zijn. Integendeel, als huisarts een afspraak maken met een dermatoloog, oftalmoloog, gynaecoloog,... resulteert geregeld in een wachttijd van verschillende maanden. Vacatures voor dermatologie, pediatrie, geriatrie, ... geraken niet of moeizaam ingevuld. Verschillende huisartsenpraktijken hebben een patiëntenstop (de helft van de jonge huisartsen voert patiëntenstop in) en de nieuw afgestudeerde huisartsen kunnen de grote groep patiënten niet opvangen, want zij moeten eerst het wegvallen van de gepensioneerde geneesheren opvullen. Vele gemeenten hebben te weinig of soms zelfs geen huisarts meer. Dit laatste kan eenvoudig geobjectiveerd worden via www.ikzoekeenhuisarts.be, een website die huisartsen verzamelt zonder patiëntenstop. Mocht u nog twijfelen: neem een kijkje op de website en raadpleeg de recentste cijfers van het Agentschap Zorg en Gezondheid: maar liefst 228 gemeenten van de 298 zijn huisartsenarme gebieden! Het aanvoelen op het terrein klopt dus wel degelijk. Waarom moet Vlaanderen dan zo streng zijn en kan men niet alle geslaagden toegang geven tot start van de studies, zoals tot vorig jaar terug het geval was?
  • Werd er bij het hanteren van de hakbijl voor het quotum toegelaten studenten in Vlaanderen rekening gehouden met de realiteit? Er is de opmerkelijke vaststelling dat 30% van de huisartsen er al na vijf à tien jaar de brui aan geeft (Prof. Roy Remmen 25/4/19, 'De huisarts aan het woord'). Ook bij de specialisten is er een aanzienlijke drop-out.
  • Een nieuwe tendens die eveneens op het dagdagelijkse medisch terrein een realiteit is: de ziekenhuizen vangen de tekorten van bepaalde vakspecialisten willens nillens op met de aanwerving van buitenlandse artsen. Zonder iedereen over dezelfde kam te scheren, blijkt op de werkvloer dat verschillende van deze artsen uit landen als Polen, Roemenië, Portugal, Letland het Nederlands niet of ruim onvoldoende beheersen. Zij vullen de plaatsen in die potentieel Vlaamse afgestudeerden hadden kunnen innemen mocht de Planningscommissie de juiste inschatting maken van wat het te verwachten aantal artsen is. Velen onder hen kunnen zomaar starten op basis van een document, waarvan het gevolgde traject naar diploma niet altijd even duidelijk is.

Deze artsen hebben dus nooit eenzelfde moeilijkheidsproef moeten afleggen als onze Vlaamse jongeren en kunnen hier zomaar van start gaan. Waarom wordt in Vlaanderen zo stringente contingentering gevolgd, als een niet onaanzienlijk aantal artsen met onduidelijk studieverloop en vaak het Nederlands niet beheersend, zomaar kunnen starten in Vlaanderen? Deze artsen vallen door het Europese vrije verkeer van mensen buiten de gelimiteerde Belgisch artsenquota. Het is onbegrijpelijk dat we voor onze eigen Vlaams studenten extra streng zijn.

De recentste cijfers (19.09.19) van de Planningscommissie zijn ook duidelijk: in Vlaanderen is er een daling van het aantal huisartsen met 4%, het aantal 60-plussers steeg van 12% naar bijna 34% (en dit bij toenemende vergrijzing populatie waardoor meer artsen zullen nodig zijn). In Wallonië spreekt deze planningscommissie van een teveel aan huisartsen.

Bovengenoemde feiten overrulen de op heden bepaalde quota voorgesteld door de federale Planningscommissie, meer nog het zou hen moeten aanzetten tot zeer ernstige reflectie over hun berekende quota, wetende dat dit de toekomst van verschillende Vlaamse studenten torpedeert.

Volgens hun interpretatie van het voorstel van minister Ben Weyts lijkt het wel alsof Vlaanderen, net zoals Wallonië, nu ongecontroleerd massa's studenten geneeskunde zal afleveren.Het siert minister Weyts dat hij eindelijk het initiatief durft te nemen om de decennialange discriminatie van onze Vlaamse aspirant-geneeskundestudenten aan te pakken. Natuurlijk delen we, net zoals BVAS en VGSO, de bekommernis om niet ongecontroleerd artsen te laten starten om hen uiteindelijk na zes jaar studie geen Riziv-nummer te kunnen aanbieden (hoewel dit nu al jarenlang het geval is in Wallonië). Laat daar niet de minste twijfel over bestaan. Maar het huidige voorstel van minister Weyts heeft hier niets mee te maken, tenzij men alles op één hoop gooit en de publieke opinie wil winnen in sloganeske taal, zoals de uitlating dat we zouden afstevenen op rechtsonzekerheid.Dit is intellectueel oneerlijk: de maatregel die minister Weyts aankondigt beoogt een gecontroleerd en door de nieuwe Vlaamse planningscommissie berekend quotum. Waarom extrapoleert men dit direct naar de Waalse toestanden waar decennialang veel te veel artsen konden starten? Als men objectief is, dan is het duidelijk dat dit laatste gegeven werkelijk niets te maken heeft met het nieuwe voorstel van minister Weyts. Daarenboven is het opmerkelijk dat organisaties die studenten, aspirant-geneeskundestudenten, en artsen (artsenvakbonden) moeten vertegenwoordigen, zo weinig voeling hebben met de situatie op het medisch terrein. De zeer lage participatiegraad bij de laatste artsenverkiezingen -- huisartsen 27,6%, specialisten 21,7% -- is een bewijs dat hun stem niet altijd een objectieve weergave is van een meerderheid die dagelijks in dit werkveld actief is. In de huidige situatie in Vlaanderen is er wel degelijk ruimte om, minstens tijdelijk, een groter aantal artsen te laten starten. Dit kan eenvoudigweg geobjectiveerd worden door objectieve cijfers en door de realiteit op het terrein. Niemand zal tegenspreken dat er in sommige regio's voldoende huisartsen zijn alsook genoeg vakspecialisten in bepaalde disciplines. Deze situatie is afhankelijk van regio tot regio en van ziekenhuis tot ziekenhuis. Maar algemeen is er momenteel nood aan meer artsen in Vlaanderen (zie kader 'Medisch terrein') in Vlaanderen.Wij wensen in de eerste plaats een publieke stem te geven aan 286 studenten die het niet te benijden statuut kregen van 'geslaagd maar niet gunstig gerangschikt'. We ijveren ervoor dat IEDEREEN die geslaagd is voor het toegangsexamen geneeskunde daadwerkelijk mag starten. Dit vraagt weliswaar enige duiding (zie kader 'Duiding en motivering') en staat haaks op populistische uitspraken zoals: "Het is niet omdat de Franstaligen door het rode licht rijden, dat wij dat ook moeten doen".