Psychotherapeuten die een praktijk uitoefenden maar niet voldoen aan de nieuwe vereisten van de wet van 10 juli 2016, kunnen hun praktijk, in ieder geval voorlopig, voortzetten. Het Grondwettelijk Hof vindt dat de wet in een betere overgangsregeling moet voorzien. Het Hof onderzoekt de wet verder.
...
Sinds 1 september gelden nieuwe regels voor wie het beroep van psychotherapeut wil uitoefenen. In de toekomst kunnen alleen artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen nog autonoom psychotherapie aanbieden.Het Hof boog zich vooral over de bepalingen inzake personen die al de psychotherapie beoefenen.BachelorOm nog na 1 september autonoom psychotherapie te kunnen verstrekken, moet men een ander zorgberoep beoefenen of minstens een opleiding op bachelorniveau voor een zorgberoep hebben gevolgd, of ten laatste dit jaar nog hebben aangevat.Wie ervaring heeft maar niet over de juiste diploma's beschikt, moet onder toezicht van anderen werken. Een diploma op bachelorniveau wordt wel een minimumvereiste.Liefst 146 psychotherapeuten stapten naar het Grondwettelijk Hof. Ofwel mogen zij sinds september geen praktijk meer uitoefenen omdat ze geen diploma op bachelorniveau hebben. Ofwel moeten ze onder het gezag van een derde persoon aan de slag.Ze dienden een beroep in om de artikelen die de toegang tot het beroep regelen, te schorsen.Geen overgangsmaatregelHet Grondwettelijk Hof oordeelt dat de wet van 10 juli 2016, in tegenstelling tot de wet van 4 april 2014 die ze bijstuurt, geen echte overgangsmaatregelen bevat.Het verbod op (autonome) beoefening van de psychotherapie ging voor de betrokken psychotherapeuten, die soms al meer dan tien jaar praktijk hadden, onmiddellijk in toen de wet op 1 september van kracht werd, zonder "een redelijke aanpassingstermijn". De nieuwe wet doet daarmee volgens het Hof "afbreuk aan de rechtmatige verwachtingen van de betrokken personen zonder dat een dwingende reden van algemeen belang voorhanden is".Het Hof schorst daarom het artikel 11 van deze wet "in zoverre het geen overgangsregeling voorziet". Het arrest bepaalt dat wie, vóór de inwerkingtreding van de wet, de psychotherapeutische praktijk uitoefende maar niet aan de nieuwe vereisten voldoet, die praktijk mag voortzetten.Het Hof zet zijn onderzoek naar een eventuele vernietiging van artikel 11 voort.Bronnen: Grondwettelijk Hof (Arrest nr. 170/2016) - Belga-bericht.