...

Vorige vrijdag kondigde federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) plots aan dat hij met de Franse gemeenschap een akkoord heeft over de contingentering, met name over de invoering van een numerus fixus en een vergelijkend examen voor de geneeskundestudies. Dat op zich vormt voor Paul Herijgers al een methodologisch probleem. "Eigenaardig toch dat de federale regering een consensus bereikt met één landsdeel en dat Vlaanderen dat zomaar moet aanvaarden. Een gewaagde politieke beslissing, men kan niet verwachten dat de Vlaamse regering dit onmiddellijk goedkeurt." Inhoudelijk ziet de Leuvense decaan positieve punten. Ten eerste aanvaardt de Franse gemeenschap nu een numerus fixus. "Dat legt de basis om dit al 25 jaar aanslepende probleem op te lossen", zegt hij. "Vraag is wel of de Franstalige publieke opinie en het beleid hier achter staan. Vele Franstalige studenten willen helemaal geen beperking van de instroom. Deze instroombeperking gaat terug naar de plethorajaren 1990 toen sommige huisartsen één of twee patiënten per dag zagen, wat een risico inhoudt voor de kwaliteit van de zorg. Te veel studenten opleiden, schaadt ook de kwaliteit van de opleiding. Daarnaast bestaat het risico op aanbodgeïnduceerde verhoging van zorg." Tegelijk weet Paul Herijgers dat de Franstalige decanen wel gewonnen zijn voor de basisprincipes numerus fixus en toelatingsproef. "Omwille van de duurzaamheid van de opleiding willen ze wel de garantie op een minimum aantal studenten (505)." Ten tweede is het positief dat het akkoord een selectie wil instellen voor de basisopleiding. "Niet langer gaat het om een filter tussen basis- en vervolgopleiding. Wie slaagt in de toelatingsproef, kan geneeskunde studeren en kan een opleiding tot huisarts of specialist beginnen. Dat is een enorme vooruitgang", dixit prof. Herijgers. Lees verder: Vlaamse scepticisme is niet verwonderlijk.