...

Voldoende kennis van afvalscheiding en er consequent naar handelen, vooral in een groot ziekenhuis waar ook studenten en stagiairs aan het werk zijn, is een permanent aandachtspunt, stipt Herman Devriese meteen aan. Om dat op te vangen, werkte collega Els Marjaux een aantal hulpmiddelen uit, zoals een afvalhandboek met een sorteergids en een afvalfabet, gaande van aansteker tot zuurstofmasker. "Telkens wordt volgens een vast stramien uitgelegd op welke manier de afvoer en de verpakking dient te verlopen: wat mag wel, wat mag niet, en wat dient er dan precies te gebeuren. In totaal hebben we zo'n 30-tal fiches om in het ziekenhuis te communiceren, in het totaal beheren we meer dan 50 afvalstromen", verduidelijkt ze. De standaardstromen - zeg maar het huis-, tuin- en keukenafval maar dan van het ziekenhuis - worden opgevolgd door de dienst logistiek. Voor specifieke en zeker gevaarlijke stoffen maken diensten een melding bij de dienst milieu, die zorgt voor een correcte afvoer, rekening houdend met veiligheidsaspecten en de wetgeving ter zake. Meer dan de helft van de 4.600 ton afval die UZ Leuven jaarlijks produceert, is niet-risicohoudend medisch afval (NRMA), zowat een kwart is risicohoudend medisch afval (RMA). Herman Devriese: "Die laatste stroom stijgt nog elk jaar en eigenlijk is dat geen goede evolutie. Financieel niet, want het is duur afval, en ook ecologisch is dit niet de meest duurzame oplossing. Wat nu met covid ook opvalt, is dat mensen bij twijfel die categorie RMA soms te vaak gebruiken: als we het daarin gooien, is dat zeker goed, denken ze." Dat RMA is ecologisch gezien moeilijk afval, vervolgt Devriese. "Het wordt ingezameld in specifieke en zware lekdichte vaten die op hoge temperatuur mee verbrand worden. NRMA daarentegen zit in plastic zakken die in een perscontainer gecomprimeerd worden - het volume is dus aanzienlijk kleiner en ook de verbranding is minder ingrijpend." Afval van laboratoria van zowel KU Leuven als UZ Leuven is soms zeer complex: "Vaak zijn dat specifieke chemicaliën die specifieke aandacht vragen en die wij verder uitselecteren en laten verwerken", licht Els Marjaux toe. "De wetgeving loopt op dat vlak wel achter. Dat leidt ertoe dat wij soms wel willen, maar niet kunnen aan de regels voldoen omdat die niet aangepast zijn aan de complexiteit van ons afval. Zo hebben we soms medisch afval dat bijvoorbeeld te groot is om in de juiste vaten te geraken of gaat het om mengsels van componenten die een juiste afvalindeling moeilijk maakt. Vragen aan de betrokken overheid leveren ook niet altijd een antwoord op... Er is dus nog werk aan de winkel." Alle anatomisch afval en ook afval gecontamineerd met bloed en zijn derivaten, moeten bij het RMA, in lekdichte vaten. Naaldcontainers komen met ander niet lekkend, scherp of breekbaar materiaal in gekeurde kartonnen dozen terecht. Die zijn goedkoper dan de plastic vaten en gemakkelijker mee te verbranden. Grote hoeveelheden vloeistoffen worden in lekdichte containers verzameld, en eveneens mee verbrand met het RMA. Lichaamsvochten die normaal gesproken in de riolering terechtkomen, worden ook in het ziekenhuis op die manier afgevoerd, tenzij er daarvoor moeilijke of hygiënisch onverantwoorde handelingen vereist zijn, bijvoorbeeld een afgesloten recipiënt dat moet worden opengewrongen of doorgesneden. "Het heeft geen zin om urine te gaan verbranden, al kunnen we in een aantal gevallen niet anders", vat Devriese het samen. Uiteraard loopt er al eens iets fout. "Eigenlijk sensibiliseren we onze medewerkers constant", haalt Els Marjaux aan, zonder met het vingertje te zwaaien. "Wat voor ons evident is, is dat jammer genoeg niet voor iedereen. We spreken onze medewerkers dan ook heel regelmatig aan, wijzen hen op hun verantwoordelijkheid, spreken leidinggevenden aan en zoeken mee naar oplossingen. Uiteraard speelt de tijdsdruk mee, maar vaak is het een kwestie van aandacht. Het spreekt voor zich dat wij ons als milieudienst bezighouden met chemisch en gevaarlijk afval, want daar hebben wij de specifieke kennis en kunde voor. Maar dingen die iedereen thuis kan, verwachten we ook van onze medewerkers op de afdelingen. Denk maar aan het correct sorteren van PMD of papier en karton scheiden." Per dienst wordt er overigens een etiket aangebracht op de vaten met RMA. "Bij een incident , kunnen we de mensen gericht aanspreken en samen naar een oplossing zoeken." Tegelijk werkt UZ Leuven op allerlei vlakken aan meer duurzaamheid, en dat zit soms in banale dingen. Herman Devriese: "Onze facilitaire diensten zijn daarbij een waardevolle bondgenoot. Een voorbeeld is dat wegwerpbekers en -bestek voor patiënten zoveel mogelijk wordt vermeden en dat ze bij wijze van spreken enkel nog op voorschrift te verkrijgen zijn." Ook voor personeel werken we zo veel als mogelijk met herbruikbaar bestek, glazen en bekers. Uiteraard moet dan wel de vaatwasser in de keuken blijven staan. "En er moet voldoende ruimte zijn voor opslag ervan, iets waar men bij renovatie moet over waken omdat ruimte in Gasthuisberg nu eenmaal beperkt is", haakt Els Marjaux in. In het ziekenhuisrestaurant zijn persoonlijke glazen kommen voor meeneemslaatjes de standaard. "Al kan er nog steeds voor een wegwerpverpakking worden gekozen, maar dan enkel betalend." Soms heb je bij wijze van spreken een covidpandemie nodig om duurzamer te gaan werken, haalt Herman Devriese een ander voorbeeld aan. "Toen we in het begin van de pandemie geen wegwerpschorten meer vonden op de markt, hebben we onze herbruikbare schorten weer uit de kast gehaald. Maar intussen zien we opnieuw een verschuiving naar de logistiek gemakkelijke en goedkope oplossing van wegwerp." Voor een aantal projecten zijn we als ziekenhuis zeer afhankelijk van de leveranciers, vervolgt hij. "Die moeten ook duurzamer gaan denken, wat haaks staat op het standaardmodel binnen de medische wereld. En de verantwoordelijkheid is ook veel duidelijker als je gewoon iets aankoopt en daarna weggooit, tegenover medische materialen die je hergebruikt en mogelijk herconditioneert. De wetgeving zal daarin een rol moeten spelen door een evenwicht te vinden tussen de bescherming van de patiënt en de investering in duurzaam hergebruik en wat ik de omgekeerde logistiek noem. We zijn als ziekenhuis namelijk heel goed georganiseerd om alle mogelijke materialen die nodig zijn tot op de afdelingen te brengen, maar het terughalen ervan en die centraal weer verzamelen voor afvoer of hergebruik, vergt ook veel aandacht en moeite."