...

Het aantal jongeren dat drager is van het virus is tussen 2001 en 2013 wereldwijd met 33% gestegen, terwijl de algemene besmetting (volwassenen en kinderen samen) in diezelfde periode met 20% is afgenomen. Volgens Doug McClure, verantwoordelijk voor de hiv-programma's van Unicef, betreft 'ongeveer een op de zeven nieuwe besmettingen een adolescent'. De WGO betreurt dat vandaag meer dan twee miljoen van die jongeren tussen 10 en 19 jaar met hiv leven en dat velen niet de noodzakelijke verzorging en ondersteuning krijgen om in goede gezondheid te blijven en besmetting te voorkomen. Ook het sterftecijfer bij die bevolkingsgroep stijgt, met 50% tussen 2005 en 2012, terwijl het bij volwassenen met 30% verminderde. In 2005 stierven wereldwijd 70.000 adolescenten aan aids, in 2012 waren dat er 104.000. De WGO wijst er nog op dat veel adolescenten niet weten dat ze seropositief zijn door de moeilijke toegang tot tests. Twee regio's zijn uiterst kwetsbaar: Zwart-Afrika, waar vooral jonge meisjes worden getroffen omdat ze op jonge leeftijd en soms onder dwang onbeschermde seks hebben gehad, en Azië, waar doorgaans jonge drugsverslaafden besmet raken. Volgens de WGO moet de aanpak voor de jongeren bestaan uit een combinatie van twee complementaire strategieën: het risico beperken door specifieke hiv-preventieprogramma's, behandelingen, zorg en ondersteuning enerzijds en adolescenten minder kwetsbaar maken anderzijds.