"Vul je passenger locator form in voor je naar België reist; anders kan zowel de vliegtuigmaatschappij als de Schengenzone-controle je tegenhouden."

Terugkerend vanuit Baltimore in de Verenigde Staten, waar ik studeer, passeerde ik Atlanta en Amsterdam vooraleer in Brussel aan te komen eind november. Paraat met elektronische én papieren formulieren voor zowel België en Nederland, in isolatie voor vertrek, een isolatieplaats geregeld na aankomst. Controles, screenings, en testen zijn geen plezierritje, maar een absolute noodzaak.Toen ik aankwam, kreeg ik echter geen enkele vraag, laat staan moest ik een formulier tonen of afgeven, of een screening ondergaan. We kunnen beter, en toch zijn we hier; een gedachte ad nauseam.

De sterke lockdown in maart kwam er snel nadat positieve testen zich exponentieel opstapelden en bleef lang - en toepasselijk- behouden. De zomer was er echter eentje om snel te vergeten met zuiderse reizen alsof er nooit wat gebeurd was.

België telt zijn coronadoden veel accurater dan de meeste landen wereldwijd; doch, de Belg lijkt gevoelloos te zijn geworden voor de nieuwe cijfers, alsof het altijd al zo is geweest. We proberen de coronarespons grotendeels apolitiek te houden, gedreven door volksgezondheidsexperten en een politiek diverse taskforce. De politieke fragmentatie van het implementatiedraagvlak zorgt enkel voor verwarring en uiteenlopendheid onder de bevolking - doen we het nu juist of niet?

Toen de tweede lockdown werd afgekondigd, was dit wederom nodig: meer dan een op duizend Belgen testte positief iedere dag gedurende enkele weken. Mijn eigen ervaring bij het terugkeren uit een donkerrood gebied doet mij wederom denken: we kunnen toch beter?

De luchthaven van Schiphol was net zo druk als ik gewend was en KLM deed geen moeite om een stoeltje te sparen richting Brussel (nota: Delta deed dat gelukkig wél, ook binnen de Verenigde Staten). De Europese cijfers zijn wat ze zijn: beschamend. Niet zozeer beschamend omdat ze buiten proportie zijn, maar eerder omdat we ze deze zomer zo goed onder controle hadden. De beelden van de overvolle ziekenhuizen in Lombardije en Madrid waren op onze netvliezen geprint; de tweede uitbraak in Europa is een collectief falen, en die op nationaal vlak niet minder.

Mijn eigen ervaring bij het terugkeren uit een donkerrood gebied doet mij denken: we kunnen toch beter?

Als student aan de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, deel uitmakend van de cohort van de 100ste Master of Public Health, zijn de nodige maatregelen mij niet onbekend. Als arts spreken ook de acute en, tot zover we ze kennen, chronische gevolgen van COVID-19 niet meer tot mijn verbeelding.

En toch is het geen verrassing om neuzen boven maskers te zien uitsteken, vaccinatie-afkeer aan te horen, of nieuwsbeelden te zien waarop wederom sommigen onbeschaamd de regels aan hun laars lappen. Media polariseren, en sociale media des te meer.

Maar die media zijn er ook in Nieuw-Zeeland, waar sinds mei amper gevallen opduiken, of Australië, dat een nieuwe uitbraak snel controleerde en wekenlang slechts een handvol nieuwe gevallen per dag detecteerde. In gebieden waarvan vooraf gedacht werd dat er een ongekende crisis zou uitbreken - zoals in Afrika en Zuidoost Azië - gaat het leven bijna als normaal verder. Het verschil? De nodige beslissingen hogerop, maar vooral de vastberadenheid van het volk, het gehele volk, en geen tegenstrijdige kampen, geen negen ministers, geen Zweedse illusie, geen lockdown parties.

Er is veel hoop omtrent de vaccinkandidaten dezer dagen, hoop voor licht aan het einde van de tunnel. De tunnel is echter nog lang: de pandemie is bij ons niet voorbij totdat ze overal voorbij is. Daarenboven blijken we collectief, als Belgen en West-Europeanen, vooralsnog relatief ongevoelig ten opzichte van de nodige stappen om deze pandemie onder controle te krijgen. Maar ondanks alles blijf ik, misschien naïef, geloven: we kunnen écht beter.

Bio

Dr. Dominique Vervoort (KU Leuven '18) studeert aan de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health (Master of Public Health, '21) en Johns Hopkins Carey Business School (Master of Business Administration, '21) in Baltimore, Verenigde Staten.

"Vul je passenger locator form in voor je naar België reist; anders kan zowel de vliegtuigmaatschappij als de Schengenzone-controle je tegenhouden." Terugkerend vanuit Baltimore in de Verenigde Staten, waar ik studeer, passeerde ik Atlanta en Amsterdam vooraleer in Brussel aan te komen eind november. Paraat met elektronische én papieren formulieren voor zowel België en Nederland, in isolatie voor vertrek, een isolatieplaats geregeld na aankomst. Controles, screenings, en testen zijn geen plezierritje, maar een absolute noodzaak.Toen ik aankwam, kreeg ik echter geen enkele vraag, laat staan moest ik een formulier tonen of afgeven, of een screening ondergaan. We kunnen beter, en toch zijn we hier; een gedachte ad nauseam.De sterke lockdown in maart kwam er snel nadat positieve testen zich exponentieel opstapelden en bleef lang - en toepasselijk- behouden. De zomer was er echter eentje om snel te vergeten met zuiderse reizen alsof er nooit wat gebeurd was. België telt zijn coronadoden veel accurater dan de meeste landen wereldwijd; doch, de Belg lijkt gevoelloos te zijn geworden voor de nieuwe cijfers, alsof het altijd al zo is geweest. We proberen de coronarespons grotendeels apolitiek te houden, gedreven door volksgezondheidsexperten en een politiek diverse taskforce. De politieke fragmentatie van het implementatiedraagvlak zorgt enkel voor verwarring en uiteenlopendheid onder de bevolking - doen we het nu juist of niet? Toen de tweede lockdown werd afgekondigd, was dit wederom nodig: meer dan een op duizend Belgen testte positief iedere dag gedurende enkele weken. Mijn eigen ervaring bij het terugkeren uit een donkerrood gebied doet mij wederom denken: we kunnen toch beter?De luchthaven van Schiphol was net zo druk als ik gewend was en KLM deed geen moeite om een stoeltje te sparen richting Brussel (nota: Delta deed dat gelukkig wél, ook binnen de Verenigde Staten). De Europese cijfers zijn wat ze zijn: beschamend. Niet zozeer beschamend omdat ze buiten proportie zijn, maar eerder omdat we ze deze zomer zo goed onder controle hadden. De beelden van de overvolle ziekenhuizen in Lombardije en Madrid waren op onze netvliezen geprint; de tweede uitbraak in Europa is een collectief falen, en die op nationaal vlak niet minder. Als student aan de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, deel uitmakend van de cohort van de 100ste Master of Public Health, zijn de nodige maatregelen mij niet onbekend. Als arts spreken ook de acute en, tot zover we ze kennen, chronische gevolgen van COVID-19 niet meer tot mijn verbeelding. En toch is het geen verrassing om neuzen boven maskers te zien uitsteken, vaccinatie-afkeer aan te horen, of nieuwsbeelden te zien waarop wederom sommigen onbeschaamd de regels aan hun laars lappen. Media polariseren, en sociale media des te meer. Maar die media zijn er ook in Nieuw-Zeeland, waar sinds mei amper gevallen opduiken, of Australië, dat een nieuwe uitbraak snel controleerde en wekenlang slechts een handvol nieuwe gevallen per dag detecteerde. In gebieden waarvan vooraf gedacht werd dat er een ongekende crisis zou uitbreken - zoals in Afrika en Zuidoost Azië - gaat het leven bijna als normaal verder. Het verschil? De nodige beslissingen hogerop, maar vooral de vastberadenheid van het volk, het gehele volk, en geen tegenstrijdige kampen, geen negen ministers, geen Zweedse illusie, geen lockdown parties.Er is veel hoop omtrent de vaccinkandidaten dezer dagen, hoop voor licht aan het einde van de tunnel. De tunnel is echter nog lang: de pandemie is bij ons niet voorbij totdat ze overal voorbij is. Daarenboven blijken we collectief, als Belgen en West-Europeanen, vooralsnog relatief ongevoelig ten opzichte van de nodige stappen om deze pandemie onder controle te krijgen. Maar ondanks alles blijf ik, misschien naïef, geloven: we kunnen écht beter.