...

De Oriëntatienota omvat 20 specifieke actiepunten, gespreid over zes domeinen. De basis van de nota is de Position Paper die het KCE een jaar geleden publiceerde. In vijf focusgroepen werden de conclusies van de Position Paper verder besproken en deze groepen zorgden voor verdere inbreng, bottom-up, in de Oriëntatienota. Die werd uiteindelijk opgesteld door een 'interkabinettenwerkgroep' - met het Riziv en vertegenwoordigers van de verschillende ministers van Volksgezondheid.Maar de Oriëntatienota is niet het eindpunt. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 24 februari 2014 moet een protocolakkoord overeenkomen. Dat zal het Nationaal Plan voor de chronische zorg dan concreet gestalte geven.Multidisciplinair medisch dossierVan de zes domeinen zijn er drie 'operationele' - terwijl de drie andere ervoor moeten zorgen dat bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Het eerste 'operationele domein' is het multidisciplinaire patiëntendossier (het MDP). De bedoeling is dat verschillende hulpverleners toegang krijgen tot (onderdelen van) dit dossier. De basis voor dit dossier is het gedigitaliseerde GMD (dGMD). Als het van de opstellers van de nota afhangt, zal in de toekomst alleen een dGMD nog worden gehonoreerd. Het MDP is ook een instrument voor preventie. De verdere ontwikkeling van het GMDplus zou vanuit het MDP bekeken worden.Het tweede domein is 'patient empowerment' gekoppeld aan 'case management'. De twee hangen tezamen omdat de patiënt, samen met zijn huisarts, de primaire case manager is. Daarvoor moet de patiënt wel over correcte informatie beschikken - en op het informeren van de patiënt legt de nota wat empowerment betreft wel sterk de nadruk.Een eerste punt hierbij is dat ook de patiënt toegang moet hebben tot het MDP, en dat het MDP vanuit dit oogpunt opgevat moet worden. Dat wil zeggen: het moet eenvoudig te bedienen zijn. Verder zal men richtlijnen 'vertalen' voor de patiënt, en informatie beschikbaar stellen op het web en/of beschikbare informatie op het web duiden. Er moeten nieuwe functies worden gecreëerd in de gezondheidszorg zoals mediatoren en educatoren.Zoals gezegd, case management is vooral een taak voor patiënt en huisarts, maar in complexe gevallen zou het case management uitbesteed kunnen worden aan daarvoor opgeleide hulpverleners.Een verder actiepunt is het erkennen en versterken van de mantelzorg. En als apart actiepunt geldt ook: het aanstellen van een liaisonpersoon in het ziekenhuis voor de coördinatie met de eerste lijn.VereenvoudigenHet derde operationele domein is dat van de multidisciplinaire aanpak van de chronische zorg. Daar is het eerste actiepunt het vereenvoudigen van de structuren die samenwerking moeten stimuleren - op het mesoniveau zijn tegenwoordig bijvoorbeeld de SEL's, de GDT's en de LMN's werkzaam. De rol van deze structuren op het mesoniveau, en de samenhang tussen de verschillende niveaus moet beter beschreven worden. In de ziekenhuizen moet de zorgcoördinatie versterkt worden door het invoeren van meer multidisciplinaire overlegmomenten, en de herwaardering van de functie van de algemeen internist. Ten slotte moeten richtlijnen in de toekomst ook multidisciplinair zijn.De drie andere domeinen moeten vooral de juiste voorwaarden creëren. Het gaat om de opleiding, de kwaliteitszorg en de monitoring van het proces. We gaan er later nog dieper op in.