Het Groenboek dat het kabinet De Block samenstelde over de artsenopleiding is interessante lectuur. Erg duidelijk is ook waar de minister de mosterd vandaan haalde. In Nederland is de 'persoonsgebonden financiering' al lang ingeburgerd, assistenten krijgen er een zakje geld mee. Daarmee kunnen ze hun stage/opleiding zelf inkopen. Ook ons land wil dat concept nu invoeren.

Een aantal kanttekeningen zijn hier op hun plaats. Vooreerst is dit document een samenraapsel van voorstellen en ideeën. Dat is logisch, het is 'slechts' een Groenboek. Meteen is dat ook een belangrijk nadeel. De tekst blijft vaag en dit in wetteksten gieten zal nog veel tijd en energie vergen. Het impliceert dat een hervorming van de artsenopleiding een legislatuuroverschrijdend werkje van lange adem is. Gezien de dubbele cohorte spreekt het wel vanzelf dat het kabinet De Block aanzetten moet geven. Vraag is echter of dat snel genoeg kan om nog impact te hebben. Dat de voltooiing sowieso voor een volgende regering is, blijft een zwak punt.

Het Groenboek is een mooie aanzet, maar we zijn er nog niet.

Een pijnpunt is tevens dat dit door de zesde staatshervorming niet langer uitsluitend federale materie is. Ook gemeenschappen en gewesten mogen er hun zegje over doen en dus buigt de interministeriële conferentie Volksgezondheid er zich op tijd en stond over. Al dat overleg is tijdrovend en het komt de efficiëntie niet bepaald ten goede. De vraag hoe men op een consequente manier aan kwaliteitsbewaking wil doen, is eveneens legitiem. En nog het kleinste euvel bij dit alles: de universitaire ziekenhuizen moeten inleveren. Willen ze dat wel?

Dit document vormt een mooie aanzet. 'The proof of the pudding is in the eating', zoveel is duidelijk. We zijn er nog niet. En dan heeft het hele Groenboek het niet eens over een ander heikel punt: het 'sui generis' statuut van de artsen in opleiding.

Het Groenboek dat het kabinet De Block samenstelde over de artsenopleiding is interessante lectuur. Erg duidelijk is ook waar de minister de mosterd vandaan haalde. In Nederland is de 'persoonsgebonden financiering' al lang ingeburgerd, assistenten krijgen er een zakje geld mee. Daarmee kunnen ze hun stage/opleiding zelf inkopen. Ook ons land wil dat concept nu invoeren.Een aantal kanttekeningen zijn hier op hun plaats. Vooreerst is dit document een samenraapsel van voorstellen en ideeën. Dat is logisch, het is 'slechts' een Groenboek. Meteen is dat ook een belangrijk nadeel. De tekst blijft vaag en dit in wetteksten gieten zal nog veel tijd en energie vergen. Het impliceert dat een hervorming van de artsenopleiding een legislatuuroverschrijdend werkje van lange adem is. Gezien de dubbele cohorte spreekt het wel vanzelf dat het kabinet De Block aanzetten moet geven. Vraag is echter of dat snel genoeg kan om nog impact te hebben. Dat de voltooiing sowieso voor een volgende regering is, blijft een zwak punt.Een pijnpunt is tevens dat dit door de zesde staatshervorming niet langer uitsluitend federale materie is. Ook gemeenschappen en gewesten mogen er hun zegje over doen en dus buigt de interministeriële conferentie Volksgezondheid er zich op tijd en stond over. Al dat overleg is tijdrovend en het komt de efficiëntie niet bepaald ten goede. De vraag hoe men op een consequente manier aan kwaliteitsbewaking wil doen, is eveneens legitiem. En nog het kleinste euvel bij dit alles: de universitaire ziekenhuizen moeten inleveren. Willen ze dat wel?Dit document vormt een mooie aanzet. 'The proof of the pudding is in the eating', zoveel is duidelijk. We zijn er nog niet. En dan heeft het hele Groenboek het niet eens over een ander heikel punt: het 'sui generis' statuut van de artsen in opleiding.