...

In 2012 nam de overheid een aantal maatregelen om het gebruik van goedkope geneesmiddelen te bevorderen -promotie van generica, verplichting om het goedkoopste medicijn af te leveren bij een voorschrift op stofnaam. Uit een analyse van de gegevens van de Onafhankelijke Ziekenfondsen blijkt dat het aandeel voorschriften voor generische geneesmiddelen of kopieën drie jaar later significant gestegen is. Maar vergeleken met Nederland en Duitsland blijft het allemaal zeer bescheiden. Voorts toont de LOZ-studie ook aan dat het aantal voorschriften op stofnaam licht gestegen is -van 8% in 2012 naar 9% in 2015. Ook dat zijn bescheiden resultaten vergeleken met Duitsland (35%) en Frankrijk. Bij de zuiderburen is voorschrijven op stofnaam verplicht.In België wordt nog steeds voor één voorschrift voor antidepressiva op twee een merkgeneesmiddel voorgeschreven terwijl er een goedkoper alternatief bestaat. Voor antihypertensiva is dat één voorschrift op drie en bij de meeste andere geneesmiddelengroepen waarvoor alternatieven bestaan, is dat één op vier.Indien artsen meer goedkope geneesmiddelen zouden voorschrijven, levert dat volgens de LOZ-berekeningen een fikse besparing op. Als alle merkgeneesmiddelen waarvoor een alternatief bestaat, vervangen worden door generieken of kopieën dan bespaart dit de overheid 150 miljoen en de patiënten 55 miljoen.Om goedkope geneesmiddelen te promoten, lanceert het ziekenfonds enkele voorstellen. Zo wil het een verplicht minimumpercentage voorschriften op stofnaam invoeren. Tevens kan het substitutierecht van de apotheker worden uitgebreid -momenteel enkel verplicht voor antibiotica en antimycotica. Voorts kunnen artsen bij de start van een chronische behandeling meteen aangespoord worden om een goedkoop geneesmiddel voor te schrijven. Tot slot vindt de LOZ dat de apotheker een rol te vervullen heeft door de patiënt juist in te lichten over de kostprijs van de behandeling en over mogelijk goedkopere alternatieven.