De ruim 11.000 patiënten die een zorgtraject voor chronisch nierfalen volgen, zijn zeer ongelijk verdeeld over het land. Er gaapt niet alleen een diepe kloof tussen noord en zuid, ook tussen de Vlaamse arrondissementen zijn de verschillen onverklaarbaar groot.
...
Dat kwam aan het licht op een wetenschappelijk symposium over chronisch nierfalen dat Artsenkrant begin september in Brussel organiseerde (*). E van de sprekers was dokter Jan Donck, nefroloog in het Gentse AZ Sint-Lucas. Hij toonde een kaart van Belgimet voor elk arrondissement het aantal zorgtrajecten per 100.000 inwoners. De kleurschakeringen springen meteen in het oog. Minder dan tien De kaart varieert van heel donker blauw in twee Oost-Vlaamse arrondissementen - Aalst en Dendermonde - tot uiterst lichtblauw in een zestal Waalse regio's in de buurt van Luik, in Philippeville en de zuidelijke Ardennen. Aalst is koploper met 354 zorgtrajecten per schijf van 100.000 inwoners, op de voet gevolgd door Dendermonde met 329 trajecten. De rest van Oost-Vlaanderen en grote delen van de provincie Antwerpen halen moeiteloos de kaap van 150 trajecten. Leuven (verrassend!) maar ook Oostende, Tielt en Veurne laten heel wat minder fraaie scores optekenen. Beneden de taalgrens gooien Henegouwen (met vooral Aat en Doornik) al bij al nog hoge ogen, samen met Verviers helemaal in het oosten van het land. Opvallend: heel wat arrondissementen komen niet eens aan tien niertrajecten per schijf van 100.000 bewoners. Hoei en Borgworm sluiten de rij met amper 4,7 trajecten, respectievelijk 5,3. Geen verklaring "We hebben niet echt een verklaring voor deze frappante regionale verschillen. Maar er is hier duidelijk meer aan de hand dan de klassieke noord-zuid tegenstelling", nuanceert Dr. Donck. Hij vertegenwoordigt de Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie (NBVN) in de Riziv-werkgroep die de zorgtrajecten evalueert. Waarom slaat dit zorgtraject aanzienlijk beter aan in de ene regio dan in de andere? "Voorlopig hebben we er het raden naar", geeft Jan Donck toe. "Maar het zou interessant zijn na te gaan of het de huisartsen zijn die op de rem staan, dan wel of de nefrologen niet willen meewerken." Voor de lage cijfers van Hoei, Borgworm en Luik ligt toch al n verklaring voor de hand: het harde verzet van de Luikse kirng tegen de zorgtrajecten, met als mentor Johan Sterkendries.