...

De overheid schept het kader waarin artsen de geneeskunde kunnen uitoefenen, maar het is in eenieders belang dat ze dat doet in - beter - overleg met het werkveld, en ook steeds met respect voor de betrokkenen. Zo moet er meer rekening gehouden worden met de gegeven adviezen. De vertegenwoordiging in de verschillende raden moet zo representatief mogelijk zijn.De juiste zorgverlener op de juiste plaats Met betrekking tot de gebeurtenissen in de Planningscommissie: het behoud van de contingentering is essentieel. Er zijn immers duidelijk te veel artsen, de 'plethora' behoort nog niet tot het verleden. Een degelijke planning kan maar gebeuren als men de behoeften ook precies kan inschatten. Er is absolute nood aan een degelijke databank van de actieve artsen: huisartsen, algemeen geneeskundigen, specialismen.AADM is ervan overtuigd dat in de disciplines waar er in de loop van de volgende jaren een andere verdeling van patiënten per arts zal komen , de subsidiariteit een goede oplossing zal zijn. Zo worden mensen en middelen immers efficiënter ingezet, wat de kwaliteit ten goede komt.Transparant beleid Om de werkomstandigheden van de artsen te verbeteren, moet de politiek ook de gezondheidsdoelstellingen uittekenen. Ze moet kiezen op welke manier en door wie die doelen zullen gerealiseerd worden. Het moet duidelijk zijn wie welke rol moet opnemen, en welke ondersteuning daarvoor nodig is.Verdere werkpunten voor de overheid zijn in ieder geval kostendekkende structurele toelages, efficiëntere elektronische communicatie en administratieve vereenvoudiging.Meer diversifiëring Wij vinden dat de betaling nu teveel per prestatie gebeurt en dat dit niet voldoende goede zorg honoreert. AADM is voorstander van meer diversifiëring van het inkomen voor de verschillende zorgactoren. Dat moet gebeuren via een verder uitbouwen van een goed doordacht systeem van forfaitaire vergoedingen: per patiënt, gerelateerd aan de zorgverstrekker of praktijk, en ook kwaliteitsondersteunend en -bevorderend.Met andere woorden, AADM is voorstander van een gemengd vergoedingssysteem. Een deel van de forfaitaire vergoeding moet komen vanuit de basisverstrekkingen, een deel uit het halen van (zelfgekozen) kwaliteitsdoelstellingen. Daarnaast is een prestatiegebonden gedeelte zeker zinvol. Dat biedt een motivatie tot presteren. Er moeten mechanismen zijn die 'overprestaties' detecteren en ombuigen.Wijkgezondheidscentra ziet AADM niet als hét ideale model: het is maar één van vele mogelijke keuzes om goed te kunnen werken. Maar AADM ijvert voor een model waarin elke arts kan werken in de praktijk waarin hij of zij zich thuis voelt.Opleiding AADM heeft geen problemen met de opleiding zoals ze nu georganiseerd wordt. Ook het statuut voor artsen in opleiding, zeker de huisartsen, lijkt zeer degelijk te zijn. We zijn er ons bewust van dat we hoog gekwalificeerde artsen moeten opleiden, die met de steeds complexere en technologische maatschappij kunnen omgaan.De opleiding moet hand in hand gaan met de praktijk van iedere dag en rekening houden met de mogelijkheden op het terrein. Dat alles staat ook steeds in het teken van levenslang leren.Verruiming accreditering AADM ijvert voor een uitbreiding van de huidige accreditering, die beperkt blijft tot een continue professionele vorming, naar een accreditering die extra aandacht heeft voor ICT-performantie van de huisartsenpraktijk.Andere aandachtspunten voor de accreditering moeten zijn: de communicatie tussen en met andere zorgverleners, en het aanwezig zijn op concrete overlegmomenten.