De Nationale Commissie keurde het opzet van een nieuw nomenclatuurnummer goed voor de 'advanced care planning' bij palliatieve patiënten. Het honorarium bedraagt 90 euro.
...
In uitvoering van het akkoord artsen-ziekenfondsen passeerde maandag 16 november een aantal nieuwe teksten voor de nomenclatuur de revue. Belangrijk daarbij voor de huisartsen is de invoering van een nieuw codenummer voor de 'advanced care planning'. De Block"De voorbereiding hiervan loopt al twee jaar en het project kwam er nog op vraag van de vorige minister van Volksgezondheid" vertelt Reinier Hueting (Kartel/ASGB). "Ze had een bedrag opzij laten zetten binnen het budget voor palliatieve zorg. "De bedoeling van de minister is een 'advanced care planning' voor een palliatieve patiënt. "Voor Kartel is iedere stap in de richting van een advanced care planning een goed idee en daarom werkten we mee aan dit project. Maar het gaat hier eigenlijk meer over het uitwerken van een palliatief zorgplan. Een echte advanced care planning moet nog veel vroeger gebeuren", merkt Hueting op.PICT"In dit plan wordt een patiënt als palliatief beschouwd volgens het PICT (Palliative Care Indicator Tool)." Dat is een stap vooruit, vindt hij. "Daarmee komt hiervoor een ruimere groep in aanmerking dan voor het palliatief forfait. Het criterium voor dit laatste is dat de patiënt nog maximum een levensverwachting heeft van drie maanden. Bij het PICT luidt de eerste vraag of u verrast zou zijn als de patiënt binnen het jaar overlijdt.""Antwoordt u neen op deze surprise question, dan neemt u een vragenlijst door. De situatie van de patiënt wordt uitgezet op een schaal, en blijkt hij palliatief te zijn, dan komt hij in aanmerking voor deze advanced care planning."Het plan"De huisarts stelt vervolgens een zorgplan op aan de hand van gesprekken met de patiënt en met de personen uit zijn directe omgeving. Daarvoor mag hij dan een honorarium rekenen van 90 euro. Het nomenclatuurnummer hiervoor mag gecombineerd worden met een consultatie of een bezoek. ""Het Verzekeringscomité moet een schema voor zo een document opstellen. Daarvoor zijn verschillende voorbeelden voorhanden, zoals het plan dat door LEIF samen met de Koning Boudewijnstichting is uitgewerkt - ook nog onder minister De Block. Minstens omvat het document alle positieve en negatieve wilsbeschikkingen, een zorgplan en de naam van de persoon die de belangen van de patiënt kan behartigen. "MetahubDe huisarts bewaart dat document in het GMD van de patiënt. Het punt is dat dat gedeeld moet kunnen worden met iedereen die bij de zorg van de patiënt betrokken raakt. In de tekst staat dat de huisarts de informatie ter beschikking stelt via de metahub. Maar huisartsen kunnen niets op de metahub publiceren, al is er een plan om het bekend maken van korte boodschappen door de huisarts mogelijk te maken." Kan dat niet in de eerstelijnskluis komen? "Dat is de bedoeling maar dat kan nog niet. En in ieder geval, de informatie moet onmiddellijk consulteerbaar zijn vanop de spoed of vanuit het ziekenhuis. Nog te vaak is het zo dat een patiënt op een zaterdagavond vanuit een woonzorgcentrum op de spoed wordt binnengebracht en niet alle belangrijke informatie beschikbaar is - zoals 'wat wil deze patiënt nog'? ""Dit nieuwe nomenclatuurnummer is een stap in de goede richting maar ooit moeten we komen tot een echte vroegtijdige zorgplanning, nog in een veel eerder stadium van het leven", besluit Hueting.