...

De bevestiging van een opgelegde werkhervatting door de arbeidsrechtbank heeft geen effect. Dat is de conclusie van een studie van zes adviserend geneesheren van de CM. Vijf jaar na de oplegging hadden slechts twee op vijf patiënten die hun beroep voor de rechtbank verloren, één dag of meer gewerkt. Opvallend is dat de aanstelling van een gerechtelijk expert tijdens die rechtbankprocedure geen positieve invloed had op het aantal werkhervattingen, wel integendeel.Tijdens het 19de EUMASS-congres (1) eerder dit jaar in Padua (Italië) stelden zes adviserend geneesheren van de Christelijke Mutualiteit hun onderzoek Does an exclusion of incapacity benefits work? voor. Aanleiding voor die retrospectieve cohortstudie waren hun persoonlijke ervaringen als ziekenfondsarts. Alle zes hadden ze het idee dat arbeidsrechtbankprocedures van patiënten die willen aantonen dat hun opgelegde werkhervatting onterecht is, een loutere verspilling van tijd en geld zijn. En dat gevoel zagen ze bevestigd in hun studie.VerbijsterendDe cijfers zijn verbijsterend. Van de 193 patiënten in deze studie die hun beroep tegen een opgelegde werkhervatting verloren, hadden er welgeteld 40 minimaal één dag gewerkt drie jaar na die werkoplegging. De overige 79% procent zat op dat moment nog steeds thuis. Na vijf jaar was ruim 60% nog steeds niet terug aan het werk (2), en dat percentage veranderde niet meer in de komende vier jaar.Statistisch gezien gingen vrouwen en laaggeschoolden minder vaak aan de slag na een opgelegde werkhervatting dan mannen en hogeropgeleiden. Samenwonende of gehuwde patiënten met kinderen ten laste, hernamen dan weer vaker het werk na een afwijzing van hun arbeidsongeschiktheid dan samenwonenden of gehuwden zonder kinderen ten laste en dan alleenstaanden met of zonder kinderen ten laste.Gerechtelijk expert?Soms wordt tijdens een procedure voor de arbeidsrechtbank een gerechtelijk expert aangesteld om uit te maken of de patiënt nu wel of niet arbeidsongeschikt is. Maar de tussenkomst van die (dure) expert maakt blijkbaar weinig indruk op de patiënten. Van de 193 patiënten in deze studie die hun beroep tegen de werkhervatting verloren, waren er meer aan het werk in de groep waar géén gerechtsexpert was aangesteld dan in de groep waar dat wél was gebeurd. In de eerste groep had een op vier het werk hervat drie jaar na de oplegging, tegenover een op zes in de groep met expert.Wanneer we kijken naar de beroepstak van de patiënten die werkten aan het begin van hun arbeidsongeschiktheid, zien we dat de schoonmaaksector en de administratieve sector het slechtst scoren, met respectievelijk slechts 9% en 18% die drie jaar na de werkoplegging weer actief waren op de arbeidsmarkt. In de bouw-, verkoops-, gezondheidszorg- en arbeidssector was zowat een derde opnieuw aan de slag na drie jaar.PsychosomatischTot slot brachten de adviserend geneesheren ook de verschillende pathologieën in kaart. Van de patiënten met psychosomatische klachten had na drie jaar niemand het werk hervat. Bij de inwendige pathologieën was dat dik 10%, bij patiënten met locomotorische klachten 22%, bij de groep met psychiatrische problemen 25% en bij patiënten die een ongeval hadden meegemaakt 35%.Voor hun onderzoek gingen de auteurs uit van de patiëntendossiers van 4.543 patiënten aangesloten bij de CM die tijdens de periode van 1 januari 2000 tot 1 januari 2009 een werkhervatting kregen opgelegd. 355 van hen gingen in beroep tegen het oordeel van de mutualiteit en daarvan waren 278 dossiers volledig. Daarvan verloren 193 patiënten hun beroep, en zij werden opgenomen in deze analyse.