...

Van de 271 lezers die deelnamen aan onze enquête over sociale media, maakt 59% gebruik van een of meerdere sociale media. Facebook spant de kroon.Privacy is een belangrijk goed voor onze respondenten. De 110 artsen die geen lid zijn van een sociaal netwerk, schuiven privacy naar voren als belangrijkste argument. Vooral uit schrik dat de grens tussen patiënt en vriend te vaag wordt en dat de arts-patiëntrelatie onder druk komt te staan. Daarnaast ontbreekt het de respondenten voornamelijk aan tijd en interesse, anderen zien er het nut niet van in.Respondenten die wel actief zijn op sociale media, zijn dat vooral op Facebook. De 98 gebruikers zijn netjes verdeeld onder huisartsen en specialisten (47 versus 43, plus 8 anderen). Dat is anders bij LinkedIn. Ook dit sociaal netwerk is populair, maar dan voornamelijk onder specialisten (29 tegenover 12 huisartsen). Twitter heeft nog niet veel toegang gevonden bij onze respondenten. Slechts 11 lezers zijn er lid van.Contact met patiënten Met onze enquête polsten we ook naar het contact met patiënten op sociale netwerken. Negen op de tien respondenten heeft geen contact buiten het kabinet. Wie dat wel heeft, ervaart die contacten niet altijd als postief.In Nederland vragen artsen expliciet naar richtlijnen voor het gebruik van sociale media, onder andere omwille van de arts-patiëntrelatie. Ook onder onze respondenten hebben 19 artsen contact met patiënten via internet: 14 huisartsen en 5 specialisten. Opvallend is wel dat de meeste respondenten die contacten een score geven van vijf op tien. Er zijn er vier die deze contacten als negatief ervaren, zeven artsen geven een score van negen op tien.De contacten zijn uiteenlopend. Sommigen houden het oppervlakkig, anderen praten louter over medische zaken (afspraken, info over een bepaald onderwerp, ambulante psychotherapie, farmacotherapie). Nog anderen houden het contact dan weer louter niet-medisch met enkel banale gesprekken en grapjes.TerughoudendDe houding van onze respondenten tegenover sociale netwerken is eerder terughoudend. Vier op de tien geven een score aan tussen één en vier op tien. 17% is gematigd en geeft sociale media een vijf op tien. Drie respondenten op de tien staan er positief tegenover. Zeven artsen geven zelfs de maximumscore.Aan onze enquête namen 271 lezers deel, 241 respondenten hebben op alle vragen geantwoord. Hieronder bevinden zich 117 huisartsen en 107 specialisten.