...

Mevr. Van Peel wilde van minister Maggie De Block weten hoe de werking tussen wachtdiensten en spoeddiensten optimaal op elkaar afgestemd kunnen worden? De invoering van het 1733-nummer heeft natuurlijk niet de bedoeling meer patiënten uit de eerste lijn naar de spoed te brengen. Maar dat zou paradoxaal wel het gevolg kunnen zijn, "bijvoorbeeld wanneer de zorgvraag van de patiënt als niet-urgent wordt beschouwd en hij of zij niet meteen naar een huisarts van wacht wordt doorverwezen, terwijl de patiënt op dat moment natuurlijk wel zonder probleem op de spoeddienst terechtkan."Bindend afsprakenplanMinister De Block verwees naar het akkoord artsen-ziekenfondsen voor 2015. Daarin staat dat "de huisartsenwachtposten voor eind 2015 een afsprakenplan met de spoeddiensten uit de regio [zullen] opstellen zodat een betere stroomlijning van het gebruik van wachtdiensten, wachtposten en spoeddiensten wordt tot stand gebracht." Op de Nationale Commissie moet eind van deze maand een model van zo een integraal afsprakenplan klaarliggen.Het bestaan van een afsprakenplan zal vanaf 2016 voor de verschillende echelons een expliciete financieringsvoorwaarde worden, zo stelt de minister.Permanente evaluatieDe algemene invoering van de 1733 is uitgesteld en pas in 2016 hoopt men te komen tot een volledige operationalisering. Maggie De Block wijst erop dat de 1733 meebrengt dat de 'medische regulering' en de triage van de oproepen moet gebeurt aan de hand van "wetenschappelijke gevalideerde protocollen".De dispatchers van de 100 en 112 zijn daar voor de eerste lijn niet klaar mee, ze moeten allen eerst een opleiding krijgen van zes maanden. Bovendien worden alle oproepen geregistreerd. Het systeem zal worden geëvalueerd en op grond daarvan bijgestuurd. Als men de huidige situatie wil verbeteren, mag men ook niet over een nacht ijs gaan: "Ik weet van vroeger, toen mijn echtgenoot mijn oproepen nog moest beantwoorden, dat dit niet altijd eenvoudig is."De bedoeling is dat de invoering van de 1733 wetenschappelijk verder wordt uitgespit: men zal de epidemiologie van de oproepen analyseren; men zal de protocollen blijven evalueren en bijsturen; men zal het functioneren van de dispatchers beoordelen; en men zal ook de impact onderzoeken van de telefonische triage op de werkbelasting voor de artsen in een regio.HamvraagMaar op aandringen van Kamerlid Van Peel gaf de minister toe dat ze het gedrag van de patiënt ook niet in handen heeft: "Als er wordt gezegd dat men naar de spoeddienst moet gaan, moet de spoeddienst dan verwittigd worden? En dan is er natuurlijk het omgekeerde scenario, als men zegt niet naar de spoeddienst te gaan. Wat gaan wij daarmee doen? Men kan niet vermijden dat patiënten toch naar de spoeddienst rijden. Die zaken zullen wij permanent moeten evalueren."Waarop Van Peel besloot haar vraag te herhalen wanneer het model voor het afsprakenplan op tafel ligt.